Plenair Van der Voort bij behandeling (eerste termijn Kamer)



Verslag van de vergadering van 13 december 2021 (2021/2022 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Voort i (D66):

Voorzitter. Vanavond is het eerste deel van de plenaire behandeling van het Belastingplan 2022. Het betreft een beperkt aantal wetsvoorstellen. Het kabinet is nu bijna een jaar demissionair, met als gevolg dat er weinig nieuw beleid is. De demissionaire status zal de aanleiding zijn om weinig beleidsinhoudelijke belastingwetgeving naar de Kamer te sturen, maar de D66-fractie is daar niet gerust op. Het is een tijd waarin belangrijke vraagstukken om een oplossing vragen. Ik heb het dan niet eens over corona, maar over vraagstukken die op het oog minder overweldigend aandacht vragen. Het zijn echter vraagstukken die in beginsel een belangrijker bedreiging zijn voor ons bestaan: klimaat, stikstof, veiligheid en rechtsstaat, mensenrechten, om er maar een paar te noemen. En over wonen spreken we morgen.

De D66-fractie vindt het ongemakkelijk dat het demissionaire kabinet in de aanpak van deze vraagstukken het afgelopen jaar weinig progressie heeft geboekt. Ook de voorliggende wetsvoorstellen dragen aan de oplossing van deze problemen weinig bij. Dat is misschien begrijpelijk, maar bepaald niet geruststellend voor onze fractie.

Over de milieu- en klimaatgerelateerde onderwerpen in de voorliggende wetsvoorstellen is de D66-fractie verheugd dat de MIA wordt verhoogd. In het schriftelijke overleg hebben wij gevraagd waarom deze percentages niet nog hoger zijn gesteld. Immers, een verdere verhoging zou wellicht nog gunstiger voor milieu en klimaat uitpakken. De staatssecretaris antwoordde op deze vraag met de toelichting dat de nu voorgestelde hogere percentages meer effect hebben dan de nu geldende normen. Dat begrijpen we, maar de vraag is waarom er niet nog een schepje bovenop wordt gedaan. Eerlijk gezegd vindt onze fractie de fiscale maatregelen voor het komende jaar om ondernemers en burgers te stimuleren om klimaatvriendelijk gedrag te vertonen, op welke manier dan ook, nogal karig. Er is geen dag te verliezen in het pogen de klimaatdoelen te halen. Nederland loopt hierin bepaald niet voorop. Graag een beschouwing van de staatssecretaris op het weinig ambitieuze en fletse fiscale milieu- en klimaatbeleid.

In dat kader vraagt de D66-fractie zich ook af waarom er de komende jaren een afname van fiscale voordelen voor emissievrije auto's aan de orde is. In het algemeen kan gesteld worden dat het stimuleren van klimaatvriendelijk gedrag via fiscale constructies kan. Maar dit kan ook afgedwongen worden via andere dan fiscale wetgeving. Kan de staatssecretaris aangeven of de afbouw van de voorgestelde fiscale stimulering van emissievrije voertuigen gepaard gaat met niet-fiscale wetgeving om de klimaatdoelen voor mobiliteit te behalen? Zolang de beoogde CO2-reductie niet is bewerkstelligd, zal er linksom of rechtsom moeten worden gestuurd. Hoe rijmt het kabinet de hoge prioriteit die klimaat heeft dus met dit wetsvoorstel?

In het verlengde hiervan heeft onze fractie een vraag betreffende het besluit dat op de recente klimaattop in Glasgow uiteindelijk genomen is om te stoppen met investeringen in fossiele-energieprojecten.

De heer Van Strien i (PVV):

Ik hoorde de heer Van der Voort zeggen dat emissievrije auto's gestimuleerd moeten worden om de klimaatdoelen te halen. Ik heb straks uitgelegd dat emissievrije auto's het klimaatdoel geen millimeter dichterbij brengen. Of is hij dat niet met mij eens?

De heer Van der Voort (D66):

In het bereiken van de klimaatdoelstellingen is mobiliteit een van de onderdelen die moeten bijdragen. Linksom of rechtsom zal dat ook de CO2-emissie moeten verminderen. Daar is een heel pakket aan maatregelen voor. Ook het stimuleren van elektrisch rijden is daar onderdeel van. Ik heb heel goed gehoord wat de heer Van Strien daarover heeft gezegd, maar wij denken dat ook op deze manier daaraan een bijdrage kan worden geleverd.

De heer Van Strien (PVV):

Dit kost miljarden aan niet-betaalde belasting op emissievrije auto's. Als u CO2 zo belangrijk vindt: dit levert geen gram minder CO2-uitstoot op. Natuurlijk kan dit onderdeel zijn van een totaalpakket, maar als het nou helemaal niets oplevert, zo veel geld kost en als in feite zo veel geld verschoven wordt naar de lagere inkomens, dan is het een heel slechte maatregel.

De heer Van der Voort (D66):

Daar zijn twee dingen over op te merken. Ten eerste zal de elektriciteit die volgens de heer Van Strien nu via kolen en gas wordt opgewekt, uiteindelijk ook op schone manieren worden opgewekt. Daarnaast is er een direct milieueffect. Ik werk in Groningen. Daar zijn alle bussen elektrisch. Het is echt heerlijk om in een stad rond te lopen waar geen uitlaatgassen uit de bussen komen. Behalve het klimaateffect is er bij emissievrije voertuigen dus ook een milieueffect.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Strien.

De heer Van Strien (PVV):

Dat is verplaatsing. Die elektriciteitscentrale op kolen staat ongetwijfeld niet in de stad Groningen. Ik weet waar hij precies staat, maar die staat een eindje verderop. Op het totaal heeft dat dus geen enkel effect.

De heer Van der Voort (D66):

Ik denk dat wij hierover fundamenteel van inzicht verschillen. Dat zal in dit debat niet worden opgelost.

Mijn vraag over de klimaattop in Glasgow is of we goed begrijpen dat stoppen met investeringen in fossiele-energieprojecten een kwart van de staatsgaranties voor exportkredieten betreft. Er is hier verder veel over te zeggen, maar ik wil me beperken tot de vraag over de fiscaliteit: is er voor het stoppen van investeringen in fossiele-energieprojecten nog aanvullende fiscale wetgeving nodig? Kan de staatssecretaris daarop vooruitlopen?

Voorzitter. Een ander punt van aandacht voor de D66-fractie is de situatie van ondernemers.

De heer Vendrik i (GroenLinks):

In Glasgow werd de Nederlandse regering uitgenodigd en uitgedaagd door het initiatief van de Engelsen om de ekv inderdaad te sluiten voor buitenlandse fossiele projecten. Er was nog een ander initiatief, van Denemarken en Costa Rico. Ik noemde dat even heel kort in mijn bijdrage. Dat hield in dat we eigenlijk moeten stoppen met nieuwe fossiele projecten. Daar kunnen we ook in Nederland iets aan doen, bijvoorbeeld door nieuwe toekenningen van fiscale fossiele subsidies die bij dit soort projecten gebruikt worden vanaf heden te beëindigen. Is de D66-fractie daarvoor te porren?

De heer Van der Voort (D66):

Ik denk dat de heer Vendrik en ik allebei het liefst zo snel mogelijk de klimaatdoelen willen halen, en liefst nog veel eerder dan nu de bedoeling is. Van alles wat daarvoor gebruikt kan worden, zal mijn fractie voorstander zijn. Het moet natuurlijk afgewogen worden en wij kijken dan ook reikhalzend uit naar het regeerakkoord dat nu aanstaande is. Wij hopen heel erg dat daar allerlei maatregelen in staan die tegemoetkomen aan deze wens.

De heer Vendrik (GroenLinks):

We hebben net gehoord dat de bewindslieden van D66 hier toch een beetje een fiscaal flets partijtje ten beste hebben gegeven. Dat had beter gemoeten. Dan moet dit antwoord ook beter. Dat zult ú zelfs met mij eens zijn, voorzitter.

De voorzitter:

Ik ben neutraal. De heer Van der Voort, tot slot.

De heer Van der Voort (D66):

Als het gaat om CO2-reductie, dan is het in mijn ogen nooit genoeg, totdat de doelen behaald zijn. Ik hoop dat dat voorziet in het antwoord dat de heer Vendrik graag van me hoort.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Van der Voort (D66):

Een andere punt van aandacht voor de D66-fractie is de situatie van ondernemers. Een lichte verhoging van de vennootschapsbelasting voor winsten boven €395.000 is voorgesteld. Het tarief van 15% voor de lagere winsten blijft. Daarnaast is er een beperking van de renteaftrek: die wordt verlaagd van 30% naar 22% in de vennootschapsbelasting. In de memorie van antwoord heeft de staatssecretaris aangegeven dat het ondernemingsklimaat naar zijn inschatting desondanks goed blijft in Nederland. Hij betoogt dat in internationale vergelijkingen de positie van de ondernemers goed is. Onze interpretatie is dan ook dat de staatssecretaris vindt dat het wel een stootje kan hebben. Toch wil onze fractie benadrukken dat het in het oog houden van de fiscale situatie van ondernemers noodzakelijk blijft.

Daarop aansluitend: ondernemers ervaren nog dagelijks de gevolgen van de coronacrisis. Er zijn diverse regelingen geweest — en er lopen nog regelingen — om sectoren die economisch hinder ondervinden van de crisis te ondersteunen. Soms moet er ook terugbetaald worden, zoals in het geval van onterecht uitgekeerde steun. Daarnaast is de betaling van belasting uitgesteld. Het gaat hier om grote bedragen. Onze fractie vraagt zich af of de terugbetaling van regelingen en de betaling van uitgestelde belastingen op een redelijke wijze door de overheid uitgevoerd zullen worden, met inachtneming van de unieke situatie van individuele ondernemers. Dit geldt zeker ook voor zzp'ers. Kan de staatssecretaris hierover helderheid verschaffen? Over hoeveel miljard gaat het hier precies? Zijn er concrete plannen voor hoe dit ingevorderd gaat worden? Met de kinderopvangtoeslagaffaire in gedachten zouden we hierover graag een toelichting en een geruststelling van de staatssecretaris krijgen.

De staatssecretaris geeft overigens zelf in zijn schriftelijke antwoorden aan dat een betrouwbare overheid belangrijk is voor een goed ondernemersklimaat. Blijft hiervan sprake in dit geval? Een goede afhandeling zou helpen om burgers en ondernemers weer vertrouwen te geven in de Belastingdienst, welke door de kinderopvangtoeslagaffaire en het daarbinnen onrechtmatige en discriminerende gebruik van gegevens is aangetast. Immers, integriteit — in dit geval van de Belastingdienst — is een van de belangrijkste aanjagers van vertrouwen. Dus gaat de Belastingdienst de uitgestelde belastingbetaling op integere wijze invorderen?

Daarmee is meteen de link gelegd naar de kinderopvangtoeslagaffaire en de hersteloperatie. Staatssecretaris Van Huffelen heeft op 3 december een brief gestuurd over de aanpak. Het is duidelijk dat het hier een taai en complex vraagstuk betreft. Het aantal gedupeerden dat zich meldde, steeg van 9.000 naar ongeveer 50.000, hetgeen de uitvoering aanzienlijk bemoeilijkt. Hiervan is bij zo'n 40.000 een eerste zorgvuldige toets gedaan. Van de 23.000 erkende gedupeerden hebben 21.500 de beloofde minimale €30.000 uitbetaald gekregen. Hoewel er nog veel te doen is, verheugt het de D66-fractie dat de staatssecretaris al veel heeft bereikt en dat ze een goed overzicht heeft over de aantallen van zowel de afgehandelde als de niet-afgehandelde zaken. Ze heeft heldere stroomdiagrammen gemaakt aan de hand waarvan behandeling plaatsvindt. Maar veel belangrijker zijn de betrokkenheid en de persoonlijke benadering die deze staatssecretaris evident uitstraalt. De brief van 3 december geeft de visie weer van hoe de staatssecretaris met de uitvoering verder wil. Dat zal niet makkelijk zijn en dat zal ook tijd kosten, maar wij steunen de staatssecretaris in haar beleid.

Voorzitter. Dan het intrekken van de BIK. Het spijt ons te moeten zeggen dat ook de D66-fractie dit geen fraai proces vindt. De memorie van toelichting is voor ons duidelijk genoeg en daar zullen we het mee doen. Toch rest in retrospectie de vraag of een sondering vooraf niet had moeten gebeuren. Kan de staatssecretaris aangeven of ondernemers hiervan de dupe zijn geworden of dat er tijdig met hen is gecommuniceerd, voordat zij investeringen hebben gedaan?

Wat de afgelopen kabinetsperiode wel gelukt is, is de invoering van wetgeving omtrent het tegengaan van witwassen en belastingontduiking. Menno Snel heeft daarin al succesvol stappen gezet en de huidige staatssecretaris heeft hierop verder gebouwd. Ook in het voorliggende wetsvoorstel worden weer nieuwe stappen gezet in een internationaal steeds beter werkend systeem om ongewenste fiscale constructies minder gemakkelijk te maken. Dat vindt de D66-fractie noemenswaardig. Het is nog niet af, maar we zijn op de goede weg.

Tot slot, voorzitter, de voornemens van het spreiden van de belastingwetten over het jaar. Onze fractie vindt de beweging die de staatssecretaris hierin maakt, een goede en spoort de staatssecretaris aan om hierin verdere stappen te nemen. We zien uit naar de beantwoording van onze vragen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Voort. De heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wat moet het kabinet in de ogen van de heer Van der Voort doen met die verlengde schijf Vpb, die allemaal constructies uitlokt? Ik hoorde net een compliment aan deze staatssecretaris voor zijn werk de andere kant op. Zouden we er niet gezamenlijk voor moeten pleiten om hier tegen het kabinet te zeggen: doe het niet; kom met een novelle, repareer dat?

De heer Van der Voort (D66):

Dat is een interessant punt. Ik ben erg benieuwd naar de antwoorden van de staatssecretaris. Daar zullen we heel goed naar luisteren. Ik vind het nog te vroeg met mijn fractie om daar nu al een standpunt over in te nemen. Maar het is absoluut een punt dat aandacht behoeft en waar wij dus heel goed naar zullen kijken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Ester namens de fractie van de ChristenUnie.