Plenair Prast bij behandeling Incidentele suppletoire begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022 inzake verwerving kunstwerk



Verslag van de vergadering van 18 januari 2022 (2021/2022 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.24 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Prast i (PvdD):

Voorzitter, dank. Dank aan de staatssecretaris voor haar antwoorden.

Ik ga ervan uit dat wat het Rijksmuseum zegt over de kris, of over de niet-kris, klopt. Ik had deze informatie natuurlijk niet zelf bedacht; ik had die uit twee onafhankelijke bronnen. De ene was een artikel in het blad Asian Art, gebaseerd op de tentoonstelling In de ban van de kris. De andere was ook een wetenschappelijk artikel, namelijk over het werk van de oude meesters, onder andere Rembrandt, en de symbolen daarin. Ik heb het dus niet verzonnen en ik ga ervan uit dat wat het Rijksmuseum zegt, klopt. Laten we daarvan uitgaan.

Volgens de directeur van het Rijksmuseum hebben de Fransen als eis voor de exportvergunning gesteld dat De Vaandeldrager in het publieke domein komt. Dat heeft hij gezegd in meerdere interviews en de staatssecretaris heeft aangegeven dat zij niet over informatie beschikt dat dit niet klopt. Ook hier gaan wij er dan van uit dat wat de Rijksmuseumdirecteur zegt, klopt. Dat betekent dat er voor de aankoop van De Vaandeldrager geen concurrentie is van privéverzamelaars. Dat is voor ons heel belangrijk, omdat het in onze ogen betekent dat de taxatieprijs uit 2018 geen betrouwbaar uitgangspunt is voor een redelijke prijs, en omdat het zou betekenen dat er niet veel kapers op de kust zijn en er dus geen haast is met deze beslissing.

We kunnen dus best nog eventjes nadenken en informatie krijgen voordat we ja zeggen op het wetsvoorstel. Wij voelen ons eerlijk gezegd klemgezet om nu te beslissen, terwijl wij daar de noodzaak niet van zien, en dan bedoel ik de noodzaak van de haast. De Kamer moet een besluit nemen dat gebaseerd is op voldoende informatie. Wij vinden dat er onvoldoende informatie gegeven is. We gaan ervan uit dat die voorwaarde geldt. Dat betekent dat de taxatiewaarde niet kan kloppen. Dan zouden we graag een nieuwe taxatie zien. We weten dat er geen haast is, gezien de informatie van de museumdirecteur. Een Eerste Kamer die z'n werk goed doet kan in onze ogen op dit moment geen ja zeggen. Het is niet omdat wij niet voor een eventuele aankoop zouden zijn, maar omdat wij daar een heel zorgvuldig besluit over willen nemen. Ik wil daarom de volgende motie indienen.

De voorzitter:

Door het lid Prast wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer onvoldoende informatie heeft over de redelijkheid van de vraagprijs voor De Vaandeldrager;

overwegende dat onvoldoende is onderzocht of het tentoonstellen van De Vaandeldrager in Nederland kan worden gerealiseerd op een wijze die minder kosten meebrengt (zoals gezamenlijke aankoop met een ander museum, periodieke bruikleen of andere regelingen);

verzoekt de regering om zich in te spannen om te bereiken dat de koopprijs substantieel wordt verlaagd dan wel initiatieven worden ontplooid om tot een gezamenlijke aankoop of een overeenkomst tot periodieke bruikleen te komen, teneinde de kosten substantieel te verlagen;

verzoekt de staatssecretaris om het met de suppletiewet voorziene extra budget, na aftrek van de kosten voor De Vaandeldrager, ter beschikking te laten van de begroting voor Cultuur teneinde dat in het bijzonder aan te wenden voor voorzieningen die te lijden hebben gehad van de covidpandemie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter F (35984).

Dan geef ik u nu weer het woord.

Mevrouw Prast (PvdD):

Ik wil heel kort nog een toelichting geven. De mogelijkheid tot bruikleen is veel groter, is zelfs zeker in onze optiek, als het schilderij in het publieke domein terecht moet komen. Vandaar dat we toch heel graag zouden willen dat die mogelijkheid nog wordt onderzocht.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prast. De heer Schalk heeft nog een vraag, dus blijft u nog even staan.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb geprobeerd om de motie tot me te laten doordringen. Als ik het goed begrijp, beoogt mevrouw Prast met deze motie dat de aanschaf niet door kan gaan en we dus eigenlijk niet kunnen stemmen over het voorliggende wetsvoorstel. Is dat een juiste constatering?

Mevrouw Prast (PvdD):

De strekking van de motie is dat we op dit moment geen ja kunnen zeggen. De strekking van de motie is niet dat we nooit De Vaandeldrager zouden willen kopen.

De heer Schalk (SGP):

Dat is precies wat ik bedoelde. De strekking is dan dat we misschien De Vaandeldrager wel een keer gaan kopen, maar vanavond stemmen we over dit wetsvoorstel. Mijn vraag aan mevrouw Prast is of ze duidelijk wil maken dat ze, als haar motie wordt aanvaard, vervolgens aan de staatssecretaris zal zeggen dat de wet niet in stemming gebracht kan worden.

Mevrouw Prast (PvdD):

Over dat tweede punt … Dat weet ik eigenlijk niet.

De heer Schalk (SGP):

Als mevrouw Prast haar eigen motie zou lezen, dan zou ze lezen …

De voorzitter:

Het verzoek is om niet door elkaar te praten. De heer Schalk krijgt nu de kans om zijn vraag te stellen.

De heer Schalk (SGP):

Als mevrouw Prast haar eigen motie goed zou lezen, dan komt ze tot de conclusie dat ze iets vraagt waardoor we in ieder geval vandaag geen besluit kunnen komen over de aankoop van het schilderij. Als dat zo is, is de motie nu op de juiste manier geduid en weten wij wat we daarmee moeten.

Mevrouw Prast (PvdD):

Deze interpretatie is juist.

De voorzitter:

De Kamer gaat overigens zelf over de agenda en stemmingen en ook over het al of niet opvolgen van moties. Dan geef ik nu het woord aan de heer Janssen, die zal spreken namens de fractie van de SP.