Verslag van de vergadering van 8 februari 2022 (2021/2022 nr. 16)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.28 uur
Mevrouw Karimi i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dank de bewindspersonen voor de beantwoording. De minister van Buitenlandse Zaken sprak over "ongemak". Als landen eenmaal binnen de Europese Unie zijn, heb je niet het instrumentarium om de navolging van de Europese waarden af te dwingen. Neem nou een Europese burger, hier of in Polen, die artikel 2 van het Verdrag wel serieus neemt. Wat moet zij met een dergelijke mededeling? Het is geen "ongemak", maar het is eigenlijk onmacht. Daardoor groeit het vertrouwen in de EU natuurlijk niet.
Voorzitter. Winst van het debat is in ieder geval dat dit inzicht heeft geleid tot de inzet van de minister voor een verdragswijziging die nodig is om dat instrumentarium te versterken en voor het aanpassen van artikel 7 daartoe. Dat is een hele belangrijke stap. Ik had hierover een motie voorbereid, maar gezien de toezegging van de minister zie ik daarvan af.
Verder vraag ik de minister, naar aanleiding van zijn uitspraak vanavond dat de verwachte uitspraak van het Hof van Justitie op 16 februari nieuwe munitie kan leveren voor de herijking van de rechtsstaat in de Europese Unie, dat dit kabinet harder gaat lopen voor de rechtsstaat en ons na de uitspraak per brief informeert wat die betekent voor de inzet van deze minister.
Voorzitter. Ik ben teleurgesteld in het antwoord dat de minister een statenklachtprocedure niet zinvol acht. Daarbij is mijn vraag of hij toch in contact wil treden met zijn ambtsgenoot in Duitsland om te kijken of deze optie gezamenlijk wel onderzocht kan worden.
Voorzitter. Volgens mij heeft de minister mij misverstaan ten aanzien van de rechtsstatelijkheidsrapporten en het integreren van grondrechten als een van de onderwerpen in die rapporten. Ik heb niet gepleit om asiel en migratie te integreren. Ik heb de pushbacks als een voorbeeld genoemd. Ik heb gepleit om in het algemeen de grondrechten als thema toe te voegen. De vraag is dus of hij dat wil doen.
Ik heb begrepen dat een aantal van mijn onbeantwoorde vragen in de tweede termijn beantwoord zullen worden door de minister. Die antwoorden wacht ik dus af.
Ik dien wel een motie in over mijn suggestie wat betreft de special envoy on freedom of media. Ik hoop dat de minister dat straks toezegt. In dat geval trek ik de motie natuurlijk in.
De voorzitter:
Door de leden Karimi, Backer en Koole wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de persvrijheid en de veiligheid van journalisten in de lidstaten van de Europese Unie onder druk staan, zoals ook blijkt uit de Democracy Index;
constaterende dat een vrije, onafhankelijke pers die in veiligheid kan werken essentieel is voor het functioneren van een rechtsstaat en voor het eerbiedigen van andere grondbeginselen van de Europese Unie en mensenrechten;
overwegende dat naast de Europese Commissie ook de Europese Raad intensiever aandacht dient te besteden aan het bevorderen van de pluriformiteit van vrije media en de veiligheid van journalisten;
verzoekt de regering om de benoeming van een "special envoy on freedom of media" door en voor de Raad te bepleiten, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter S (35295).
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Karimi. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Ballekom namens de fractie van de VVD.