Verslag van de vergadering van 8 maart 2022 (2021/2022 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.18 uur
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Dank aan beide bewindslieden voor de beantwoording. Ik had aan de minister nog gevraagd om te reflecteren op enerzijds het subsidiëren voor de klimaattransitie en anderzijds het normeren en beprijzen. De minister is daar in zijn beantwoording niet aan toegekomen, maar misschien kan de staatssecretaris dat mede namens hem doen. Het heeft ook alles te maken met fiscale vergroening. Hoe staat het met de beprijzing als het gaat om CO2-uitstoot? Dit niet alleen in relatie tot het wetsvoorstel, maar ook in het algemeen. Beprijzen wij wel op de goede manier? Ik heb in mijn eerste termijn ook aandacht gevraagd — dat staat overigens ook in de motie van collega Van der Plas — voor de scheve verhouding hoe we de grootverbruikers belasten versus hoe we kleinverbruikers belasten. Dan zie je dat die verhouding helemaal scheef is en kleinverbruikers naar verhouding veel meer betalen voor hun energie dan grootverbruikers, de grote vervuilers. Dat is het omgekeerde van klimaatrechtvaardigheid.
Er staat hier min één minuut, maar volgens mij is dat niet correct, voorzitter. Ik ga gewoon maar door, want ik was nog niet zolang begonnen. Dit is denk ik nog van de vorige spreker.
De voorzitter:
Nee, u had twee minuten ingeschreven en heeft nu drie minuten gesproken. Dan kom je dus op min één. Maar gaat u verder. U weet hou coulant ik ben.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Oké, goed, ik ga het later nakijken. Kortheidshalve sluit ik opnieuw aan bij collega Vendrik waar het gaat over de lage inkomens, de minima die in slecht geïsoleerde huizen wonen en voor wie de energierekening onbetaalbaar is geworden. Daar moet niet de volgende maand of de maand daarop iets aan gedaan worden, daar moet nu iets aan gedaan worden.
Dan helemaal ten slotte het wetsvoorstel zelf. De minister heeft gezegd dat we de CO2-reductie niet gaan zien, maar het kan wel een prikkel zijn tot verduurzaming via de investeringszekerheid. Dat is allemaal al gewisseld, maar mijn fractie is ervan overtuigd dat dat ook het geval zou zijn met deze huidige lage minimumprijs. Dan zegt de minister dat we niet kunnen wachten op een nieuw wetsvoorstel, we moeten nu wat doen en hij verwijst naar het IPCC-rapport et cetera. Maar als we zoveel haast hebben, zou deze regering het huidige wetsvoorstel niet beter kunnen intrekken en komen met iets beters? Een alternatief is een wetswijziging over misschien een jaar of later. Wat onze fractie betreft hangt veel af van wat er in die brief staat die we voor volgende week dinsdag zien en wat daar aan toezeggingen in staat. Op basis daarvan zal ik mijn fractie adviseren voor of tegen te stemmen.
Ten slotte — ik zit al in blessuretijd — wil ik zeggen dat ik beide moties van collega Prast van harte ondersteun en de eerste ook ondertekend had. Dat was mevrouw Prast even vergeten te zeggen.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Staatssecretaris, bent u in de gelegenheid om direct te antwoorden op de vragen van de Kamer?
Staatssecretaris Van Rij i:
Ik wil ook graag de moties even appreciëren. Het antwoord is dus: nee. Ik heb maximaal zeven minuten nodig.
De voorzitter:
Zeven minuten. Dan schors ik tot 17.28 uur.