Plenair Van der Voort bij behandeling Aandelenemissie Air France-KLM



Verslag van de vergadering van 31 mei 2022 (2021/2022 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.47 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Voort i (D66):

Voorzitter. De Nederlandse Staat en KLM, opgericht in 1919, zijn al jaren met elkaar verbonden. Toen in 1950 het eerste kabinet-Drees krap bij kas zat, besluit dat kabinet desondanks het verlieslijdende KLM financieel bij te springen. Het parlement steunde toentertijd deze beslissing.

Veel Nederlanders zijn met Fokker, KLM en Schiphol trots op hun luchtvaarthistorie en -prestaties. Deze trotse gevoelens bij een deel van onze landgenoten zijn, gecombineerd met de vrijheid die vliegen en goedkoop vliegen ons gebracht hebben, op de achtergrond aanwezig als we over KLM spreken. Dat is niet erg, maar het is wel goed ons dat te realiseren. Daar komt bij dat het uitgebreide netwerk van KLM en de hubfunctie van Schiphol, zoals gesteld wordt, een belangrijke bijdrage leveren aan onze economie en aan ons internationale handelsklimaat. Een op het eerste gezicht eenvoudig besluit over het aankopen van aandelen heeft dus een relatie met een grotere context.

Toch wil ik van de grotere context terug naar de kern. Het gaat erom of een extra kapitaalinjectie in de vorm van de aankoop van aandelen weggegooid geld is of juist een verstandige investering om de doelen die we met elkaar hebben, in zicht te houden. Die doelen zijn een duurzame luchtvaart en een gezonde bijdrage aan de economie. Zie dat geheel als een publiek belang.

Natuurlijk zit er altijd spanning op een investering in een commerciële organisatie om een publiek belang te bereiken. Het is daarom goed dat we daar niet lichtzinnig over besluiten. Het vorige kabinet heeft na een interne afweging, maar zonder vooraf het parlement om goedkeuring te vragen, een aandelenpakket aangeschaft in Air France-KLM van uiteindelijk 9,3%. Daarmee, en met aanvullende afspraken behorend bij steunpakketten, wordt geprobeerd het publieke belang te dienen en te verwezenlijken. Het is nog te vroeg om te zeggen of dat gaat lukken. Dat heeft ook de state agent vanmorgen nog zo gezegd. De rapportage van deze staatsagent stemt niet optimistisch, maar er is onzekerheid.

En in die onzekerheid, dus de onzekerheid of de gestelde doelen wel of niet gehaald worden, wordt nu opnieuw een beroep gedaan op de schatkist, om het percentage van het aandelenpakket op peil te houden. Ja, dat is voor de fractie van D66 ongemakkelijk. Maar is dat dan reden om nu acuut de strategie die eerder is ingezet te heroverwegen? Onze fractie denkt van niet. Die strategie omvat afspraken over milieudoelstellingen, over de inzet van die staatsagent, over herstructurering van het bedrijf en over inspraak via een aandelenpakket van 9,3%. Het is naar de mening van onze fractie te vroeg om nu, vandaag, die strategie te herijken. We weten immers niet precies hoe groot de werkelijke invloed is binnen Air France-KLM, hoe groot de rol van KLM en die van Schiphol in de economie zijn en hoe die eventueel gaan veranderen.

De heer Crone i (PvdA):

Die visie willen we allemaal, maar ik hoorde uit de mond van de vorige woordvoerder van de fractie van D66 in de Tweede Kamer, de heer Paternotte, vaak heel ferme plannen. Hij had het over minder vluchten in de nacht, over minder dit en minder dat, en meer milieu. Hij heeft natuurlijk heel veel kans gekregen om dat binnen te halen. Maar we weten allemaal dat minder nachtvluchten dodelijk zijn voor KLM. KLM en Transavia vliegen juist in de randen van de nacht, waardoor je twee of zelfs drie keer per dag op en neer kunt vliegen naar de vakantiebestemmingen. Dus wat is nou de visie van D66?

De heer Van der Voort (D66):

Ik denk dat de visie van D66 u heel helder is, onder andere uit de lijn die vanuit de Tweede Kamer wordt gehanteerd. Maar het gaat nu om de visie van het kabinet op de luchtvaart voor de komende jaren. Wij hebben begrepen dat die luchtvaartvisie er op vrij korte termijn aankomt. We zijn daar natuurlijk ontzettend benieuwd naar. Hoe wordt die luchtvaartvisie? Vandaaruit kunnen we ook verder plannen maken en bekijken hoe in de toekomst ook met KLM omgegaan moet worden.

De heer Crone (PvdA):

Dat heb ik al betoogd, en anderen ook. Maar we wachten daar al twee jaar op. En we gaan er nu wel weer extra geld in stoppen. Dus moeten we dat niet aan elkaar verbinden?

De heer Van der Voort (D66):

Dat ongeduld heb ik in zekere mate ook. Maar ik heb er wel alle vertrouwen in dat het kabinet daar nu heel actief mee bezig is, en dat die belofte eerdaags ingevuld gaat worden, hopelijk op een manier die past bij de visie die D66 op dat vlak heeft.

De heer Frentrop i (Fractie-Frentrop):

Hoe werkt volgens de heer Van der Voort een belang in de holding Air France-KLM precies door in het beleid van KLM? Dus hoe verhoudt het feit dat de Nederlandse Staat aandelen heeft in Air France, zich tot alle plannen die de heer Van der Voort heeft met KLM en Schiphol?

De heer Van der Voort (D66):

De heer Frentrop stipt hier natuurlijk een belangrijk punt aan, want de onzekerheid over de vraag hoe groot die invloed nou precies is, is natuurlijk groot. En waar is er dan invloed op? Daarbij gaat het met name ook om de doelstellingen van het kabinet en het parlement. Dus ik kan daar niet direct een precies antwoord op geven.

De heer Frentrop (Fractie-Frentrop):

Je hebt via aandelen invloed op de stemming op een aandeelhoudersvergadering. Is de heer Frentrop dat met mij eens? In dit geval kun je dus met aandelen in Air France-KLM invloed uitoefenen op de uitkomsten van de stemmingen over de agendapunten die op de aandeelhoudersvergadering van Air France-KLM voorliggen. Op die vergadering komt niets aan de orde wat KLM betreft, niets wat Schiphol betreft en niets wat nachtvluchten betreft, helemaal niets. Daar komen dingen aan de orde die betrekking hebben op de holding, zoals het salaris van de directie van de holding. Alleen daar kun je invloed op uitoefenen via aandelen in Air France-KLM. Is meneer Van der Voort dat met mij eens?

De heer Van der Voort (D66):

Ik heb begrepen — maar we horen natuurlijk ook graag de antwoorden van de ministers — dat bij de afhankelijke board member, die met een aandelenpakket van 9,3% zou zijn geborgd, de belangrijkste invloed en informatievoorziening plaatsvindt. Dat is dus een ander traject dan de aandeelhoudersvergadering waar de heer Frentrop het over heeft.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Frentrop.

De heer Frentrop (Fractie-Frentrop):

Dan denk ik dat meneer Van der Voort het met mij eens is dat de enige manier waarop je via die board member invloed kunt uitoefenen, is dat je die een instructie kan geven. De regering kan de board member de instructie geven om te zorgen dat er wat meer of minder nachtvluchten komen op Schiphol. Dan zal de board luisteren naar de board member; dat is er een van de negentien. Dan zullen de andere achttien besluiten. Ik neem aan dat de heer Van der Voort dat met mij eens is.

De heer Van der Voort (D66):

Ik weet niet zeker of het precies zo ligt als de heer Frentrop het voorspiegelt. Maar volgens mij zijn dit ook vragen die aan het kabinet gesteld zijn. Ik wacht heel graag de antwoorden daarvan af, om te kijken hoe groot de invloed van die board member dan is.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Van der Voort (D66):

Ik had het erover dat het volgens onze fractie nu te vroeg is om de strategie die het kabinet heeft ingezet te herijken. Want we weten niet of de milieudoelstellingen met minder invloed ook behaald gaan worden. Maar het niet aankopen van de aandelen en zo het aandelenpakket laten verwateren tot 2%, betekent in ieder geval het loslaten van de strategie die eerder is ingezet. Het wel aankopen van de aandelen betekent niet automatisch dat de ingezette strategie succesvol wordt, maar geeft in ieder geval de mogelijkheid om succesvol te worden. Onze fractie kiest er dus in alle onzekerheid voor om vast te houden aan die 9,3% en om deze investering dus te doen. Mochten er in de nabije toekomst andere investeringen nodig zijn die geen onderdeel zijn van de eerder geformuleerde strategie, dan maakt de D66-fractie wellicht een andere afweging.

Er rest onze fractie nog één vraag betreffende de aard van de transactie. In de kabinetsbrief wordt gesteld dat deze uitgave wordt gekenmerkt als een financiële transactie, waardoor de verwachting is dat het EMU-saldo niet wordt belast. Waarop zijn deze verwachtingen gebaseerd? Waarom wordt het EMU-saldo met deze transactie niet belast? Waarom overweegt de minister wel of geen dekking hiervoor te regelen? Wat is het effect van deze transactie op de staatsschuld?

Voorzitter, tot zover onze vragen. We wachten met belangstelling de beantwoording af.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Voort. Dan is het woord aan de heer Essers namens het CDA.