Verslag van de vergadering van 28 juni 2022 (2021/2022 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.35 uur
De heer Nicolaï i (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Als u mij toestaat, wilde ik eigenlijk ook mijn stemverklaringen afleggen over de andere moties, of tenminste over wat er nog van overgebleven is.
Onze fractie spreekt zich graag uit over alle landen waar misstanden zijn. Dat is dus het binnenland én het buitenland. Ik zou het jammer vinden als we ons over het binnenland of over het buitenland, dus over een van de twee, niet meer zouden mogen uitspreken. Dus dat is de reden dat we tegen motie onder N stemmen.
O, ik moet het knopje van de microfoon blijven vasthouden.
Dan wat betreft de volgende motie van mevrouw Bezaan, over het referendum. We moeten zeker gaan nadenken over een referendum over besluiten van internationale verdragen. Dat gaan we volgens mij ook doen als we de referendumwet gaan wijzigen. Die ligt bij de Tweede Kamer. De motie die nu is ingediend, loopt daar eigenlijk op vooruit en veronderstelt een soort recht van initiatief van de EK. Dat vinden wij niet juist. Wij zullen er dus tegen stemmen.
Dan wat betreft de moties van de heren Rombouts, Talsma en Backer. Die gaan allemaal over zelfreflectie en zelflerend vermogen van de instituties van onze rechtsstaat. Ik zou zeggen: die hoort de hele Kamer te steunen. Dat gaan wij in ieder geval wél doen.
Dan heb ik nog de motie van de heer Van Dijk. Volgens mij zit daar een misverstand in, dus daarom gaan wij tegenstemmen. Het misverstand is: de representativiteitseis zit gewoon in de aanhef van die bepaling. Het zesde lid, waar de heer Van Dijk het over heeft, gaat over een aantal dingen die daarna volgen. Maar het moet sowieso altijd representatief zijn, dus daar stemmen we tegen om wetstechnische redenen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Wenst een van de leden nog een stemverklaring af te leggen op dit moment? Dat is niet het geval.
Dan stemmen wij nu bij zitten en opstaan over de motie 35925-VI, letter N, van het lid Bezaan.