Verslag van de vergadering van 28 juni 2022 (2021/2022 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.35 uur
De heer Nicolaï i (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording, maar ik blijf toch even met een vraag zitten. Over die tijdelijke alternatieve maatregelen zei de minister dat het allemaal al getest is, enzovoorts. Ik heb het niet over de techniek. Ik heb het niet over de ICT daarbij. Ik heb er toch nog een vraag over aan de minister. Omdat het systeem van de Omgevingswet anders is dan bij de huidige Wet ruimtelijke ordening, zeggen de mensen die met die tijdelijke alternatieve maatregelen moeten werken: "We kunnen wel de techniek gebruiken, maar als je het gaat invullen … Bouwvlakken zijn niet mogelijk. Functieaanduidingen zijn niet mogelijk. Bouwaanduidingen zijn niet mogelijk. Figuren zijn niet mogelijk. Alles moet worden gestopt onder gebiedsaanduiding." Ik heb de sheets gezien die dat inderdaad aantonen. Omzetten naar een omgevingsplan is niet mogelijk. Kortom, alles moet dan opnieuw als het DSO ooit gaat werken.
Mijn vraag is: kan de minister in een brief hierop ingaan? Het gaat er niet om of de ICT klopt. Het gaat erom dat gemeenten zeggen dat die tijdelijke alternatieve maatregelen onhanteerbaar zijn. Er was ook een gemeente — ik ga niet noemen welke — die zei: we stoppen met die tijdelijke alternatieve maatregelen. Daar wil ik graag nog een reactie op.
Tot slot, voorzitter. De minister heeft gezegd dat je bij iedere nieuwe wet op een gegeven moment oploopt tegen nieuwe jurisprudentie, gedoe, enzovoort. Maar wat heeft de Raad van State of de Afdeling bestuursrechtspraak eigenlijk gezegd? Zij zeggen: natuurlijk is dat zo, maar ga het niet nú doen. Je komt met allerlei opgaven, zoals de energietransitie, enzovoort. Dat weet de minister beter dan wij. Dus ga het niet nú doen. Dat is het enige. Als meneer Rietkerk zegt "we moeten tempo maken" en als de minister zegt "de gebiedsontwikkeling moet niet vastlopen" — want dat heeft hij gezegd — dan zeg ik: ja, maar de gebiedsontwikkeling loopt ook vast als er straks twee jaar gewacht moet worden op een uitspraak van de Raad van State. Daar wil ik toch nog graag een antwoord op van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer?
Minister De Jonge i:
Ik wil even ruggespraak houden.
De voorzitter:
Hoeveel minuten had u gewenst? Dan schors ik tot 16.50 uur.