Plenair Dittrich bij voortzetting behandeling Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2022 (2022/2023 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dittrich i (D66):

Dank, voorzitter. Dank, minister, voor de uitgebreide beantwoording. Het wetsvoorstel dat wij vandaag bespreken, heeft principiële maar ook veel praktische kanten. Het is logisch dat wij ons als Eerste Kamerleden ook op de uitvoerbaarheid richten, want dat is altijd een van onze aandachtspunten wanneer we wetsvoorstellen beoordelen. Ik moet zeggen dat ik door de beantwoording van de minister toch nog wel wat haken en ogen zie.

Dat brengt mij tot mijn eerste punt. Ik ben blij dat de minister zelf heeft aangegeven dat zij zelf met de politieke partijen gaat praten en dat zij een aantal van die punten duidelijk gaat bespreken. Ik heb ook genoteerd dat de minister naar aanleiding van die gesprekken daar een soort handreiking voor gaat bieden, zodat partijen zo min mogelijk geconfronteerd worden met administratieve lasten en onduidelijkheden, die te zijner tijd, als het echt een onduidelijkheid is, tot een of andere strafsanctie zouden kunnen leiden. Dat moeten we toch zien te voorkomen. Daar ben ik dus blij om.

In de eerste termijn hebben we het veel over de driedagentermijn gehad. De minister heeft daarover gezegd: de Algemene termijnenwet biedt een zekere ruimte. In ieder geval valt het weekend ertussenuit; dat zijn weer een paar dagen extra. Het blijft nog steeds een knelpunt, maar we zullen afwachten wat het gesprek oplevert en uiteraard, als de wet wordt aangenomen, wat de evaluatie brengt.

Dat brengt mij bij de evaluatie. De minister heeft gezegd dat ze de opdracht daarvoor met de Tweede maar ook met de Eerste Kamer gaat delen. Ik denk dat het belangrijk is dat we toch nog even kunnen kijken of de punten die in de praktijk voor problemen kunnen zorgen, goed zijn meegenomen. Dan kunnen wij de vinger aan de pols houden. Dank daarvoor.

De minister heeft ook gezegd dat zij de appreciatie over Rusland en over de Raad van State naar aanleiding van de motie-Klaver in de Tweede Kamer, ook met de Eerste Kamer gaat delen, als er om een appreciatie gevraagd wordt. Dat stel ik op prijs, want het is de kern van het wetsvoorstel dat wij proberen financiering door vreemde mogendheden tegen te gaan.

Voorzitter. We hebben een hele discussie gehad over legaten en erfenissen. Ik begrijp dat die wordt meegenomen in het gesprek met de politieke partijen. Het is in ieder geval goed dat, als de wet wordt aangenomen, notarissen goede voorlichting krijgen over wat de wet nu precies inhoudt. Er moet zo veel mogelijk duidelijkheid worden gegeven, zodat de notarissen goed overleg kunnen hebben met hun cliënten om aan te geven wat wel of niet in een legaat of testament kan worden opgenomen.

Voorzitter, nogmaals dank hiervoor. Ik ga niet meteen zeggen hoe de fractie van D66 gaat stemmen. Ik vind dat ik dit met mijn collega's in de fractie moet kunnen bespreken en dat we het nog even moeten kunnen laten bezinken, bedachtzaam als we hier in de Eerste Kamer zijn. U zult volgende week bij de stemming horen hoe D66 daarmee omgaat.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. Meneer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Een korte vraag aan de heer Dittrich. Hoe zou hij ernaar kijken als de suggestie wordt gedaan om de wet een tijdje aan te houden, totdat de Wet op de politieke partijen hier ook ligt? Dat zou dan een jaartje duren. Is dat een optie om tegemoet te komen aan alle vragen die er nog liggen?

De heer Dittrich (D66):

Nee, wat mij betreft niet. Ik vind dat we als Eerste Kamer daadkrachtig moeten zijn waar dat kan. De minister heeft gezegd dat het wetsvoorstel over de Wet op de politieke partijen in consultatie gaat. Hoe lang gaat dat duren? Wat komt daar allemaal uit? Dan gaat het wetsvoorstel naar de Raad van State en de Tweede Kamer. Ik weet niet hoelang dat allemaal duurt. Het kan best zijn dat we die wet niet eens in 2023 voor ons hebben. Ik denk dat het beter is om met deze wet van start te gaan, als we in meerderheid besluiten om dat te doen, en dan ook te kijken wat de haken en ogen zijn. Daarom was voor mijn fractie zo van belang dat de politieke partijen goed in dit hele proces worden meegenomen.

De heer Koffeman i (PvdD):

Even een vraag aan collega Dittrich. Zegt hij hiermee nou toch dat hij zijn fractie zal adviseren voor te stemmen? Hij zegt: we moeten daadkrachtig zijn. Op de vraag van collega Schalk of hij de wet zou willen uitstellen, zegt hij nee. Dat zou wel het automatische gevolg zijn als de fractie van D66 tegenstemt en de wet hier verworpen zou worden.

De heer Dittrich (D66):

Nu legt u mij woorden in de mond die ik niet gezegd heb. Ik begon door te zeggen dat ik dit in de fractie wil bespreken. Volgende week gaan we hierover stemmen. Dan zult u het horen. Misschien leg ik nog wel een stemverklaring af. Dan wordt het helemaal duidelijk voor u.

De voorzitter:

Als dat maar een korte stemverklaring is. De heer Doornhof.

De heer Dittrich (D66):

Een minuut, toch?

De heer Doornhof i (CDA):

Ik wil straks in mijn tweede termijn de minister nog wat vragen over de inwerkingtreding van de wet. Zij heeft zelf een opening geboden voor het eventuele herstel van onoverkomelijke problemen van het huidige wetsvoorstel bij de Wet op de politieke partijen. Mijn vraag aan collega Dittrich is of hij bereid is het antwoord van de minister op mijn vraag op dat punt af te wachten voordat hij zegt: als ik voorstem, moet die wet coûte que coûte meteen en vol van kracht worden en moeten politieke partijen daarmee aan de gang.

De heer Dittrich (D66):

De vraag van de heer Doornhof aan mij is: wilt u misschien wachten tot de Wet op de politieke partijen klaar is, zodat als er problemen zijn, die problemen in die wet opgelost kunnen worden? Begrijp ik dat goed?

De heer Doornhof (CDA):

Die toezegging heeft de minister al gedaan: als we tegen dat soort problemen oplopen, kunnen we die mogelijk op die manier herstellen. De preciezere vraag die ik nog aan de minister zou willen stellen, is een beetje in lijn met wat collega Schalk naar voren bracht: wat kan dat betekenen voor de inwerkingtreding van de wet? Misschien kan ik via u …

De voorzitter:

Nee, dat kunt u zo meteen in uw tweede termijn doen. U krijgt zo het woord.

De heer Doornhof (CDA):

Dan ga ik dat zo doen, voorzitter.

De heer Dittrich (D66):

Maar het blijft wel een interessante vraag. Daarom wacht ik even het antwoord van de minister af. Dan merken we dat wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Koole namens de Partij van de Arbeid.