Plenair Karimi bij behandeling Wet hersteloperatie toeslagen



Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.01 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Voorzitter. Als je met ouders spreekt die slachtoffer zijn geworden van het kinderopvangtoeslagschandaal, dan is het eerste waaraan ze refereren als ze zich voorstellen, naast hun naam, het jaartal sinds wanneer ze gedupeerd zijn door de Staat. Het drama van onmacht tegenover de Belastingdienst, een machtige staatsdienst die hen als fraudeur bestempelde, hen niet geloofde, hun alles afpakte en hun leven en het leven van hun kinderen verwoestte, duurt soms al bijna twee decennia. Een van de moeders zei recentelijk in een gesprek waaraan ook de collega's Geerdink en Van Apeldoorn deelnamen, dat zij keer op keer werd geconfronteerd met vorderingen van de Staat om geld terug te geven, geld dat ze niet had. Als ze vroeg om uitleg over het waarom, kreeg ze alleen het antwoord: u heeft geen recht op de toeslag. Daar moest ze het mee doen. Het is dan ook wrang om te zien dat deze ouders nu zulke ingewikkelde procedures moeten doorlopen.

Een van de belangrijkste vragen is of het genoeg is wat de Staat nu doet. Zijn de fundamenten waarop de hersteloperatie is gebaseerd passend? Ik doel op de institutionele vooringenomenheid en de hardheid van het stelsel die als basis voor dit wetsvoorstel dienen. In de optiek van GroenLinks en PvdA is dit niet het geval. Overheidsinstellingen dienen zonder vooringenomenheid te handelen. Dat is de basis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De Belastingdienst heeft de wet overtreden en onrechtmatig gehandeld. De dienst heeft ongeoorloofd lijsten met namen van mensen bijgehouden en heeft mensen zonder reden als fraudeur bestempeld en behandeld, alleen omdat ze een vreemd klinkende naam of een dubbele nationaliteit hebben. Waarom is het zo moeilijk voor de Nederlandse overheid om dit toe te geven? Wat wil de staatssecretaris eigenlijk zeggen met de formulering "dat het handelen van de overheid een samenspel was van onrechtmatig handelen en handelen dat juridisch rechtmatig was, maar in de praktijk onevenredig en onbillijk"? Heeft de overheid nu wel of niet de wetten overtreden? Zo ja, waarom is dat niet als basis van dit wetsvoorstel verwoord?

Dit wetsvoorstel beoogt de bestaande beleidsmaatregelen voor de hersteloperatie van een wettelijke basis te voorzien, de versnippering van de regels tegen te gaan en het introduceert een aantal nieuwe regels ten behoeve van herstel. Ik noem de kindregeling. Wij vrezen dat ook met het aannemen van dit wetsvoorstel nog steeds geen rechtvaardige basis wordt gelegd voor genoegdoening voor het leed van tienduizenden ouders en 90.000 kinderen, zolang het onrechtmatig handelen van de overheid in dit schandaal niet ruiterlijk wordt erkend. Waarom zo zuinig met reflectie op de eigen rol? Waarom altijd wachten tot derden — de Tweede Kamer, de Ombudsman of het College voor de Rechten van de Mens — de regering hard aanspreken? Dit is een patroon dat we ook bij andere dossiers zien. Het reflecterende vermogen van het kabinet laat keer op keer te wensen over. Graag een antwoord van de staatssecretaris op dit fundamentele punt.

Voorzitter. Voor 97% van de ruim 57.000 aanmeldingen heeft de UHT een eerste toets gedaan. Bij iets minder dan de helft is vastgesteld dat ze gedupeerd zijn en heeft het gros €30.000 gekregen. Publieke schulden zijn grotendeels kwijtgescholden en private schulden voor ongeveer 40% van de aanvragen. We zijn op weg, maar we zijn er nog lang niet. Bij de integrale beoordelingen gaat het veel langzamer en worden de wettelijke termijnen niet gehaald. Volgens de planning van de integrale behandeling, zo schrijft de staatssecretaris in haar laatste rapportage, zullen ouders die zich sinds het vierde kwartaal van 2021 hebben aangemeld, pas in 2025 of 2026 een beoordeling ontvangen. Daar vier of vijf jaar over doen, is veel te langzaam. Worden de wettelijke termijnen hier overschreden? Heeft dat dwangsommen tot gevolg, vraag ik de staatssecretaris. Vertraging betekent nog langer ellende voor de ouders. Hoe kan dit versneld worden?

Helaas zal dit wetsvoorstel de uitvoering niet versnellen, schrijft de staatssecretaris. Er is ook veel kritiek op dit voorstel. Zo plaatst het ATR kanttekeningen bij de beoogde verbeterslag, wijst de Raad voor de rechtspraak op een ingewikkeld systeem voor gedupeerden, waarschuwt de Raad voor Rechtsbijstand voor een groter beroep op rechtsbijstand en het gevaar van juridisering van de hersteloperatie, en merkt de Raad van State op dat gedane beloften de hersteloperatie hebben gecompliceerd en dat veel mankracht is vereist. Kan de staatssecretaris reageren op deze kritiek, ook in het licht van de druk op de rechtsbijstand en het doenvermogen van gedupeerden?

Voorzitter. Het eigenlijke systeem van inkomensafhankelijke toeslagen om miljoenen met te lage inkomens te compenseren voor huur, zorg en kinderopvang, staat als zodanig vandaag niet op de agenda. De berg administratie die ouders hebben voor de kinderopvangtoeslag leidt tot fouten, naheffingen van de Belastingdienst en uiteindelijk het schandaal waar het vandaag over gaat. De gratis kinderopvang uit het regeerakkoord is er niet voor 2025, maar we kunnen nu ook al het aantal ouders in het stelsel terugbrengen, door versnelde verhoging van het wettelijk minimumloon en de arbeidskorting, die dan ook verzilverbaar moet worden. Die paar honderd euro per jaar betekenen duizenden mensen minder die afhankelijk worden van toeslagen. Is het kabinet hiertoe de komende jaren al bereid, of moeten we nog jaren wachten op het nieuwe stelsel?

Voorzitter. Ik wil ten aanzien van dit voorstel en de hersteloperatie nu vijf punten nader toelichten: de complexe juridisering, de positie van de kinderen, de informele schulden, de mensen die zelf al de onterecht door de Belastingdienst gevorderde bedragen hebben terugbetaald en niet worden gecompenseerd, en als laatste de mensen die geen andere oplossing zagen dan het land te ontvluchten. Ook al doen ouders hun uiterste best om het debat, de regels en de wet goed te volgen en te begrijpen, de ingewikkeldheid van voorstellen en uitvoering blijft een doorn in het oog. Zo vinden de ouders dat de Commissie Werkelijke Schade een uiterst juridische benadering heeft en dat er bij de commissie te weinig inlevingsvermogen aanwezig is voor de verhalen van ouders. Vindt de staatssecretaris dat de samenstelling van de CWS gebalanceerd is? Kan deze commissie een goed oordeel geven, ook over immateriële schade die is geleden? Zit zij niet vast in juridische regels en heeft zij oog voor hoe het eraan toegaat in het echte leven van een mens die door een staatsmacht tot wanhoop wordt gedreven? Graag een reactie.

De inschatting is dat in totaal 90.000 kinderen op enigerlei wijze zijn getroffen door dit schandaal. Velen van hen zijn nu jongvolwassenen. Het gaat om allerlei situaties, van uit huis geplaatste kinderen tot kinderen die zichzelf in de schulden hebben gestoken om hun ouders te steunen en alles wat daartussenin zit. Het zijn hartverscheurende verhalen met onherstelbaar leed. Aan deze kinderen zal, afhankelijk van hun leeftijd, €2.000 tot €10.000 ambtshalve worden uitgekeerd. Dat is een goed begin, maar dit voorstel houdt te weinig rekening met bijvoorbeeld kinderen die zélf in de schulden zijn geraakt. Ouders konden al niet of veel minder in hun kinderen investeren, maar deze groep kinderen kon daarnaast ook niet in zichzelf investeren. Ze waren of voelden zich verantwoordelijk voor zaken die niet op hun bord hadden mogen liggen. Naast dat de studieschuld volledig moet worden kwijtgescholden, moet naar andere schulden worden gekeken en dient de brede ondersteuning van gemeenten ruimhartig te zijn om de verloren investering in de ontwikkeling van deze kinderen enigszins goed te maken. Onze fracties verwachten dat de compensatie op dit punt nog zal worden uitgebreid met compensatie voor schulden die kinderen hebben gemaakt voor hulp aan hun ouders. Graag een reactie en de toezegging dat de staatssecretaris met een voorstel zal komen voor deze kinderen.

Dan de mensen die met succes hebben kromgelegen om alle schulden af te lossen, soms dankzij de deelinkomsten van hun kinderen of via andere noodmaatregelen. Voor hen komt er geen compensatie. Vindt de staatssecretaris het rechtvaardig dat deze slachtoffers van onrechtmatig handelen door de overheid geen erkenning en geen compensatie van de overheid ontvangen? Waarom zo hardvochtig in dezen? Is de staatssecretaris bereid tot heroverweging op dit punt?

Ook inzake informele schulden laat de overheid zich in dit voorstel en in de praktijk van haar starre kant zien. De staatssecretaris schrijft dat er is onderzocht of ouders het bestaan van achterstanden op terugbetaling van informele schulden zouden kunnen aantonen met andersoortig bewijsmateriaal dan een notariële akte. Dat kan niet, want dat zou te veel druk leggen op de uitvoering van de toetsing van het bewijs, met een toename van het risico op fraude en mogelijk misbruik, aldus de staatssecretaris. Meent zij deze zinsnede serieus, juist in dit dossier, of heeft zij dit per abuis geaccordeerd? Wij hopen van ganser harte het laatste. Graag een reactie en de toezegging dat dit opnieuw bekeken zal worden.

De laatste groep waarvoor ik speciaal aandacht wil vragen, zijn de ouders en families die naar het buitenland zijn gevlucht. We moeten ons dit goed realiseren: deze mensen hebben vanwege onrechtmatig handelen van de Nederlandse overheid hun complete leven hier opgegeven en zijn vertrokken, veelal omdat ze bang waren om hun kinderen kwijt te raken. Het gevolg: verwaterde of verbroken familiebanden, kinderen die hun toekomst in Nederland kwijt zijn en verloren vertrouwen in een democratische rechtsstaat. Deze mensen hebben elders met beperkte middelen of zonder middelen opnieuw moeten beginnen, met altijd die angst voor de Nederlandse overheid in hun achterhoofd. Velen hebben de berichten dat de Nederlandse overheid fout zat, nog niet meegekregen. Ze zijn niet eens bereikt. Wat betekenen de wettelijke termijnen voor het indienen van een aanvraag voor hen? De fracties van de PvdA en GroenLinks dringen erop aan om een extra inzet te plegen om deze groep te bereiken. Hoe zorgt de overheid ervoor dat mensen die terug willen keren naar Nederland, daadwerkelijk die mogelijkheid hebben? Compenseert de overheid deze mensen op enigerlei wijze extra omdat zij de noodzaak voelden om hun land te verlaten? Zo nee, waarom eigenlijk niet?

Voordat ik afsluit, vraag ik nog een reactie op de volgende vragen omdat de antwoorden in de memorie van antwoord niet overtuigend waren. Is de regeling noodvoorziening van €500 voor basisbehoeften genoeg? Zijn de drempels om iets meer te krijgen niet te hoog? Is een immateriële schadevoorziening van €500 per halfjaar genoeg, ook gezien de huidige inflatie?

Voorzitter, ik sluit af. Het leed van het kinderopvangtoeslagschandaal en het onrecht dat duizenden Nederlanders door de Nederlandse overheid is aangedaan, zal niet snel voorbijgaan. De politiek en de rechtsstaat in Nederland zeggen lessen te willen trekken en dat moet ook. Om te beginnen zal de burger niet met wantrouwen, maar juist met vertrouwen tegemoet worden gezien. Helaas laat dit wetsvoorstel de kans voorbijgaan om daar een serieus begin mee te maken. Had de overheid in dit voorstel ruiterlijk erkend dat zij onrechtmatig heeft gehandeld door haar eigen wetten te overtreden, dan zou er een begin worden gemaakt met een fundamenteel herstel in het vertrouwen van de burger in de overheid. Helaas blijft dat achterwege en dat betreuren onze fracties. Wij zien uit naar de antwoorden en de gevraagde toezeggingen van de staatssecretaris voor onze eindafweging in tweede termijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Karimi. U sprak namens GroenLinks en de Partij van de Arbeid. Dan is nu het woord aan de heer Van der Voort die namens de D66-fractie zal spreken.