Plenair Rosenmöller bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rosenmöller i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Dank natuurlijk aan de minister-president voor de beantwoording van de vragen in eerste termijn. Dank ook aan u, voorzitter, in dit speciale geval voor het leiden van het lastige debat twee weken geleden, in de hoop en verwachting dat als debatten hard op de inhoud moeten zijn ze dan ook hard zijn, maar dat ze toch zacht op relaties zullen blijven. Voorzitter, ik hoop dat.

Voorzitter. Twee weken geleden bestond mijn bijdrage uit drie elementen. De eerste was het pleidooi: laten we nu duidelijkheid en richting krijgen over het grotere verhaal waar ik over sprak. Burgers hebben daar behoefte aan in deze onzekere en turbulente tijd. Het is een verwarrende tijd, en zij hebben dat nodig. Twee. Wat is daar dan voor nodig? Op z'n minst een debat over de herijking van de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheid, samenleving en markt. Het derde element was: laten we dat toch zo veel mogelijk samen doen. Ik sprak over een meerderheidsoptie van politiek, wetenschap, samenleving en vooral ook de burger.

Voorzitter. Ik had een kort interruptiedebat met de minister-president over dat grotere verhaal. Ik zag een twinkeling in zijn ogen toen het ging over die visie. Hij sprak gepassioneerd over vier elementen: de kansengelijkheid, de klimaat- en energietransitie, veiligheid, ook internationaal, en het borgen van de rechtsstaat, en de hervorming van de arbeidsmarkt. Strik eromheen; die kant moeten we op en daar zouden wij graag nader over willen spreken. Mijn pleidooi in de richting van de minister-president is: doe dat niet af en toe hier, doe het vaker en werk het verhaal uit. Dat meen ik in alle ernst. Misschien komt daar nog een korte reflectie op van de minister-president. We hebben dat nodig in deze turbulente tijd, omdat er ook minderheidsopties zijn, die we niet willen. We willen de meerderheidsoptie. We willen daar zelf input voor leveren. Dat is wat ik zou willen zeggen. Met zijn reactie op wat ik zei over Enzensbergers Helden van de terugtocht via het aanroepen van Von Clausewitz maakte de minister-president glashelder te begrijpen wat ik bedoelde. Ik hoop dat de minister-president daar nog iets over wil zeggen.

Voorzitter. Een enkele afrondende vraag en opmerking. Voor die transities heb je wel één ding echt nodig, namelijk een toereikend bestaansminimum voor eenieder die daar eventueel van afhankelijk is. Ik verwijs naar wat gezegd is door de Ombudsman. Ik interpreteer het debat dat we daarover hadden zo dat het kabinet zegt: we voeren het regeerakkoord uit, maar na het rapport-Engbersen is er een nieuw moment om stil te staan bij de hoogte van het sociaal minimum. Ik vraag de minister-president of dat een juiste interpretatie is.

Het tweede is ook een beetje in dat kader. De minister van Financiën zei vanochtend — in ieder geval kwam het via het AD tot ons — iets over het energieplafond in 2024. In 2023 doen we dat en in 2024 willen we dat gerichter doen. Dat begrijpen wij goed. Mijn vraag aan de minister-president is: hoe denkt het kabinet dat op een uitvoerbare wijze te doen?

De een-na-laatste vraag is wat de rol van de minister-president is om de impasse te doorbreken om te komen tot een acceptabele asielwet voor de opvang van asielzoekers. We hebben de afgelopen maanden de mensonterende situaties gezien. Graag een antwoord daarop.

Tot slot, voor ik bij mijn motie kom. Ik was echt blij dat de minister-president het verhaal over het burgerberaad, zoals hij zelf zei, wat opgepoetst had, nadat we ook daar ook informeel over gesproken hadden, en dat dat een waardevolle aanvulling is op de representatieve democratie. Over Helden van de terugtocht gesproken. Wij komen op dat punt nader met elkaar te spreken.

Voorzitter. Ik zou willen afronden met een motie die gaat over de verhouding tussen overheid, civiele samenleving en markt. Die motie luidt als volgt.

De voorzitter:

Door de leden Rosenmöller, Huizinga-Heringa en Mei Li Vos wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de Miljoenennota 2023 staat "dat door grote uitdagingen als de klimaattransitie nieuwe keuzes gemaakt moeten worden over de rolverdeling tussen huishoudens, overheid en markt";

constaterende dat de Eerste Kamer zich tien jaar geleden middels een parlementair onderzoek gebogen heeft over het verzelfstandigen en privatiseren van overheidstaken;

constaterende dat de commissie-Kuiper het nodig achtte "een duidelijker ordening in de rijksdienst aan te brengen, de parlementaire besluitvorming te verbeteren en via een bredere weging van publieke belangen het vertrouwen van burgers in het handelen van de overheid te versterken";

overwegende dat een van de aanbevelingen van de commissie was om periodiek als Eerste Kamer een debat te voeren over de "staat van het openbaar bestuur";

van oordeel dat een debat over de herijking van de publieke belangen buitengewoon actueel is en de Eerste Kamer, mede gelet op voornoemde aanbeveling, een geschikt podium is;

spreekt uit over deze mogelijke herijking van de publieke belangen met het kabinet van gedachten te willen wisselen;

verzoekt de regering ten behoeve van zo'n debat binnen drie maanden een voorbereidende notitie te doen toekomen, waarin zij gemotiveerd uiteenzet welke nieuwe keuzes gemaakt worden over de rolverdeling tussen huishoudens, overheid en markt bij de grote uitdagingen als de klimaattransitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter B (36200).

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Jorritsma-Lebbink.