Verslag van de vergadering van 21 november 2022 (2022/2023 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.37 uur
De heer Pijlman i (D66):
Ja, zo is het, voorzitter. Dank. Dank aan de initiatiefnemers en dank aan de minister voor de heldere antwoorden. Ik vond het mooi dat Laura Bromet er nog eens over begon dat iedereen in de Tweede Kamer, voor- en tegenstanders, de kwaliteit van het debat roemde. Hier werd dat aanvankelijk wat vergeten, maar dat is daar heel goed gegaan. Met mijn opmerking dat het lang heeft geduurd — ik zeg dat tegen de heer Atsma — bedoelde ik eigenlijk het totale traject. Die hield niet in dat er hier niet zorgvuldig, ook in de commissie, met vragen, voorleggen enzovoort is gehandeld.
We zijn het allemaal ook eens over wat het grote belang van waterschappen is en wat het ook verder zal worden. Maar governance moet zich aanpassen aan de tijdgeest. Over de samenstelling van het algemeen en het dagelijks bestuur van waterschappen wordt al heel lang gepraat. Er zijn verschillende rapporten over. Ook in het rapport van de OESO — dat rapport is door tegenstanders van deze wet heel vaak aangehaald — is gezegd dat er in ons systeem een oververtegenwoordiging van bepaalde groepen is. Mevrouw Bromet was daar ook in haar citaten heel helder in. Een oververtegenwoordiging van bepaalde groepen is iets anders dan een oververtegenwoordiging van minderheden, zoals bijvoorbeeld Groenlanders zich kunnen representeren in het parlement van Denemarken, terwijl ze er eigenlijk qua aantallen geen recht op hebben. Dit is een heel ander systeem. Daar wijst men op en daar reageert het voorstel op.
Het is ook helder dat belang, betaling nog bestaat, dat belang, zeggenschap bestaat, maar dat belang, betaling, zeggenschap allang is losgelaten. Het is goed om daar nog eens op te wijzen. In het advies van de AcW en heel duidelijk bij Boelhouwer is er nogmaals op gewezen dat het de burgers zijn die de waterschapslasten inmiddels voor 81% dragen. Je kunt het allemaal verschillend indelen, maar als je naar de totalen kijkt, dan is dat zo. Het is dan ook niet meer dan logisch dat bedrijven geborgde zetels nu moeten opgeven.
Dan nog over de communicatie. Dank aan de minister. Ik heb het zo begrepen dat hij ook in algemene zin aandacht voor een bewustzijnscampagne zal gaan vragen om het belang van de waterschappen en waterbeheer bij het brede publiek onder de aandacht te brengen. Uiteraard hebben de waterschappen zelf, of de lijsten en de personen die voor een zetel gaan, daar een grote verantwoordelijkheid in.
De uitvoering. Daar hebben we het per interruptie over gehad. Mag ik het zo interpreteren dat de minister zijn uiterste best zal doen — het is dus een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting — om de wet, mocht die aangenomen worden, z.s.m. in het Staatsblad te krijgen, in ieder geval voor 19 december? Nogmaals, ik heb het over een inspanningsverplichting. Ik denk dat de minister eerlijk heeft geantwoord hoe hij erin staat en welke procedures gevolgd moeten worden.
De voorzitter:
Wilt u afronden?
De heer Pijlman (D66):
Ja. Daar zou ik graag nog een antwoord op willen.
Voorzitter. Er ligt hier een evenwichtig voorstel voor het bestuur van de waterschappen. Wij hopen dat de vertegenwoordigende democratie ook in de waterschappen wordt versterkt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is thans het woord aan mevrouw Klip-Martin van de fractie van de VVD.