Verslag van de vergadering van 21 februari 2023 (2022/2023 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.30 uur
De heer Dittrich i (D66):
Dank u wel, voorzitter. Hartelijk dank aan de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording. Wat ik van de eerste termijn van de staatssecretaris heb meegekregen, is toch wel het punt van de inlogmiddelen die wij hier in dit parlement voor de Nederlandse burgers en bedrijven regelen. Heel duidelijk is naar voren gekomen dat inlogmiddelen via andere Europese landen, die uiteraard aan bepaalde basisvereisten van de Europese regelgeving moeten voldoen, van andere, misschien wel mindere kwaliteit kunnen zijn dan wat wij hier voor de Nederlanders afspreken. De staatssecretaris zegt: waarom zouden Nederlanders een inlogmiddel uit het buitenland willen gebruiken dat minder waarborgen biedt dan de Nederlandse regelgeving? Dat begrijp ik, maar toch heb ik het gevoel dat dit een onderdeel is dat nog niet helemaal in dit debat is uitgekristalliseerd. Ik hoor de heer Ganzevoort vragen om een onafhankelijk juridisch advies om met name naar dat punt te kijken. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen, mits dat allemaal op korte termijn gebeurt. Het oorspronkelijke wetsvoorstel is in 2017 of 2018 ingediend en is uiteraard sterk verbeterd, ook door de novelle. Maar we moeten hier op enig moment wel een punt achter kunnen zetten.
Open source en de communities zijn ook uitgebreid aan de orde geweest. Ik begrijp dat er echt een inspanningsverplichting is van de overheid om te zorgen dat de communities hun werk doen, blijven doen, goed doen, kunnen blijven doen en goed kunnen blijven doen. Ik zou — en dat sluit aan bij wat de heer Van den Berg vraagt — willen toevoegen dat het iets meer houvast moet hebben, omdat het niet in de wetstekst verankerd is. In de nadere regelgeving zou daar iets meer duidelijkheid over moeten komen.
Tot slot. In mijn eerste termijn heb ik heel duidelijk gevraagd: hoe kan de Nederlandse burger weten welke inlogmiddelen betrouwbaar zijn, als er meer dan een inlogmiddel is, bijvoorbeeld het overheidsinlogmiddel maar ook particuliere en private inlogmiddelen? Allereerst natuurlijk omdat ze erkend zijn. Daar zitten allerlei waarborgen aan. Maar ik kan me toch voorstellen dat ze onderling van elkaar verschillen. Dan is voorlichting aan de Nederlandse burger erg belangrijk. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of zij ons meer duidelijkheid kan bieden over hoe we de Nederlandse burgers gerust kunnen stellen dat als zij in Nederland een inlogmiddel kiezen voor hun contact met de overheid, dat volledig betrouwbaar is.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dittrich. Dan is het woord aan de heer Talsma namens de ChristenUnie.