Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.46 uur
De heer Nicolaï i (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Twee puntjes. Een punt is een kwestie die een beetje is blijven liggen. Dat verbaast mij een beetje, want het gaat over iets wat, denk ik, deze minister toch wel heel belangrijk zou vinden, namelijk het projectbesluit. Dat zijn besluiten over complexe projecten van publiek belang. Denk aan mobiliteit, waterveiligheid, klimaatadaptatie en energietransitie. Het zijn grote projecten, waarbij je zelfs in omgevingsplannen kan inbreken, waarbij je zelfs in het projectplan een omgevingsvergunning kan opnemen. De heer Gierveld, die daar een boek en ook een twintigtal artikelen over geschreven heeft, heeft zijn positionpaper ingeleverd. Daarin zegt hij eigenlijk: het moge u duidelijk zijn dat de regeling van het projectbesluit onuitvoerbaar is. Hij is een deskundige die zich helemaal gespecialiseerd heeft op dat gebied.
Dat brengt me weer even terug bij mijn verhaal over het begin. De Raad van State zegt: ga eerst eens even analyseren waar de problemen liggen, ga geen nieuw recht scheppen waar dat helemaal niet nodig is, ga geen nieuwe instrumenten creëren die misschien niet nodig zijn. Dan lees ik hier: "Het projectbesluit is de opvolger van het besluit op grond van de Tracéwet, het projectplan op grond van de Waterwet en het inpassingsplan op grond van de Wet ruimtelijke ordening. De huidige wettelijke regelingen zijn eenvoudig, bevatten slechts enkele artikelen — goddank — werden vaak toegepast en kunnen zich verheugen op het door de bestuursrechter vrijwel altijd ongegrond verklaren van tegen die besluiten ingestelde beroepen. Alle reden, zo zou je zeggen, om geen wijzigingen door te voeren in deze winning teams."
Kijk, hier heb je zo'n zaak. Hier staat een deskundige die zegt: het oude recht is heel goed toepasbaar, er komt nu een Omgevingswet waarin dat wordt ingepast en het is blijkens de antwoorden van de minister gelukt om een complex projectbesluit in het DSO te laden. Maar de vraag is: is het ook gelukt om zulke projectbesluiten inhoudelijk te schrijven? Dan wijst de heer Gierveld erop dat alleen al het toepassingsprofiel, als je dat gaat schrijven, op dit moment 200 pagina's bevat. Is het nou een wijs besluit om dat projectbesluit op deze manier in de Omgevingswet te regelen? Als het onuitvoerbaar is, lopen we dan straks niet juist aan tegen onuitvoerbare zaken waarvan deze minister misschien zou zeggen: we moeten nu in het kader van die transitie, in het kader van de klimaatcrisis enzovoorts werken met projecten die we hebben en die overstijgend zijn? Graag daar nog een reactie op.
Voorzitter. Ik had mijn betoog afgesloten met een verhaal over de aansprakelijkheid van gemeenten, van besturen die door een niet helemaal goed werkend DSO niet tijdig over de aanvragen beslissen. Ik had het ook over vertragingen die worden opgelopen waarbij een projectontwikkelaar op een gegeven moment schade oploopt. Ik had gezegd en aan de minister gevraagd: kunt u toezeggen dat dat soort schade eigenlijk voor rekening van het Rijk zou moeten komen? Ik heb daarvoor een motie. Die wil ik graag indienen.
De voorzitter:
Door de leden Nicolaï, Janssen, Raven, Kluit en Otten wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat geen volledige zekerheid bestaat dat het DSO bij invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 aan alle eisen zal voldoen;
overwegende dat het Rijk verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van het DSO;
overwegende dat het als gevolg van onvolkomenheden in het DSO zal kunnen voorkomen dat het bestuursorgaan niet binnen de wettelijke beslistermijn zal kunnen beslissen of dat bij grotere projecten vertragingen kunnen ontstaan die tot schade leiden voor de initiatiefnemer;
overwegende dat lagere overheden die als gevolg van onvolkomenheden in het DSO met schadeclaims te maken krijgen of hoge financiële lasten zullen ervaren in verband met het niet tijdig beslissen op aanvragen, in zulke gevallen de dupe worden van het falen van het DSO;
verzoekt de regering om de financiële lasten of schadeverplichtingen van lagere overheden die het gevolg zijn van onvolkomenheden in het DSO voor rekening van het Rijk te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter FD (33118, 34986).
De heer Nicolaï (PvdD):
Ik ben klaar, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Hoelang wenst u een schorsing? Oké, dan schors ik tot 22.10 uur.