Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.21 uur
De heer Nicolaï i (PvdD):
Voorzitter. De minister heeft me op één punt overtuigd, namelijk dat de motie nog een kleine aanvulling behoeft. Ik neem aan dat de hele motie weer moet worden voorgelezen. Het verschil is dat in de laatste alinea wordt toegevoegd: "aan het Rijk toe te rekenen". Ik zal de motie even helemaal voorlezen.
De voorzitter:
De motie-Nicolaï c.s. (33118, 34986, letter FD) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat geen volledige zekerheid bestaat dat het DSO bij invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 aan alle eisen zal voldoen;
overwegende dat het Rijk verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van het DSO;
overwegende dat het als gevolg van onvolkomenheden in het DSO zal kunnen voorkomen dat het bestuursorgaan niet binnen de wettelijke beslistermijn zal kunnen beslissen of dat bij grotere projecten vertragingen kunnen ontstaan die tot schade leiden voor de initiatiefnemer;
overwegende dat lagere overheden die als gevolg van onvolkomenheden in het DSO met schadeclaims te maken krijgen of hoge financiële lasten zullen ervaren in verband met het niet tijdig beslissen op aanvragen, in zulke gevallen de dupe worden van het falen van het DSO;
verzoekt de regering om de financiële lasten of schadeverplichtingen van lagere overheden die het gevolg zijn van aan het Rijk toe te rekenen onvolkomenheden in het DSO voor rekening van het Rijk te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Nicolaï, Janssen, Kluit en Otten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter FE, was letter FD (33118, 34986).
De voorzitter:
Deze motie komt in de plaats van de motie FD, die daarmee geen deel meer uitmaakt van de beraadslagingen.
Dan geef ik het woord aan de minister.