Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.41 uur
De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):
Ja, lokalen steunen elkaar.
Voorzitter. Een goed, inhoudelijk debat vandaag en ook een uitgebreide schriftelijke voorbereiding, zoals ik in eerste termijn al zei. Wij zitten hier eigenlijk deze hele Kamerperiode al best kritisch in en ik denk dat dat goed is bij dit soort ingewikkelde wetgeving.
In de eerste termijn hebben wij een aantal vragen gesteld en een aantal toezeggingen gevraagd aan de minister. Wij zijn eigenlijk best wel goed bediend. Mijn vragen gingen over het worstcasescenario en dan met name ten aanzien van de ICT. Met welk systeem kunnen we dit nu vergelijken? De minister gaf aan dat het ook weer geen belastingsysteem is met miljoenen gebruikers, soms op momenten tegelijk. Het is meer iets in de geest van het brp of de BAG, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, met maximaal enkele duizenden inloggers. Dat geeft ook wel een beetje context. Het worstcasescenario dat na 1 januari alles vastloopt, lijkt toch echt niet reëel in deze fase.
Heel duidelijk was de minister over zijn ministeriële verantwoordelijkheid voor de brede serviceketen. Die heeft hij duidelijk erkend, natuurlijk met verwijzing naar de verschillende verantwoordelijkheden. Dat is goed. Daaraan gekoppeld vinden wij wel dat daar ook budgetzekerheid bij hoort voor die brede serviceketen, maar ook voor die meerjarige doorontwikkeling naar dat hoge ambitieniveau, naast de budgetverwerkingen voor het uitstel van de wet. Wij hebben de motie van mevrouw Kluit die daartoe oproept ook van harte ondertekend en zijn benieuwd naar de reactie.
Dan was ik ook tevreden met de reactie op de serviceafspraken over reactietermijnen. De minister gaat daar serieus mee aan de slag in overleg met de partners. Service Level Agreement-achtige afspraken vindt hij een serieuze optie. Mooi. We zijn benieuwd wat daar uitkomt.
Het laatste punt waar we naar hebben gevraagd, betreft de Raad van State en de randvoorwaarden. We waren nog niet helemaal tevreden met de beantwoording, maar we zijn blij dat er een brief komt. Onze vraag is of die er uiterlijk vrijdag kan zijn. De minister heeft er veel over verteld. Volgens mij is alle kennis aanwezig en zijn alle antwoorden gegeven. Dan kunnen we het nog even meenemen richting dinsdag, als we gaan stemmen. Dan hebben we nog wat tijd om dat te wegen.
Uiteindelijk komen we bij de weging. De vraag is of ten halve gekeerd inderdaad niet beter is dan ten hele gedwaald. Dat werd ook door anderen aangegeven. Wat ons betreft zijn we op basis van het debat en de voorbereidingen in de afgelopen periode dat punt inmiddels voorbij. Het voelt alsof we met de invoeringsdatum een rivier over zijn gaan zwemmen, onderweg een paar keer bleek dat de overkant toch wel ver weg is, maar we inmiddels op een punt zijn aangekomen dat je vlak bij de overkant bent. Het zou onverstandig zijn om nu te zeggen dat het te ver is en terug te zwemmen. Aan de overkant staan ook nog eens mensen je aan te moedigen. Provincies, gemeenten en waterschappen zeggen: joh, zwem nou door, want we willen duidelijkheid. Dat is toch een beetje het gevoel dat wij hebben.
De komende tijd is er nog wel veel werk aan de winkel. Testen, testen, testen; ik heb het de minister heel vaak horen zeggen. Ik dacht bijna: vervalt hij nog in zijn vorige rol met al dat getest? Maar er moet echt nog wel flink getest worden.
Uiteindelijk is de vraag natuurlijk hoe we de onzekerheden en de toegezegde verbeterpunten tot 1 januari nu wegen versus de roep uit de praktijk om een besluit te nemen en duidelijkheid te geven over een zekere invoerdatum met voldoende voorbereidingstijd, namelijk driekwart jaar als we vanaf nu rekenen. Dat is de weging. Ik ga mijn kritische fractie hier licht positief over adviseren. Volgende week maken we de weging. Ik zal in deze fase licht positief adviseren, niet met een vier zoals mevrouw Fiers voor Frans scoorde, maar wel met een zesje.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Linden. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.