Verslag van de vergadering van 28 maart 2023 (2022/2023 nr. 24)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.06 uur
De heer Dessing i (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag debatteren wij over de Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking. Er zijn vele invalshoeken van waaruit wij dit debat kunnen aanvliegen, maar wij kiezen vandaag voor een principiële kwestie die de oorspronkelijke reden van de inwerkingtreding, namelijk de toestroom van Oekraïense vluchtelingen, overstijgt. Meer en meer zien wij dat dit kabinet, de overheid, in de knel is komen te zitten: op het gebied van stikstof, klimaat, verdere Europese bemoeienis uit Brussel en zeker op het gebied van migratie. Om deze veelal zelfgecreëerde "problemen" op te lossen, worden steeds vaker dwang en een zak van door de Nederlanders zelf betaald belastinggeld als steevaste oplossing uit de hoge hoed getoverd. Hierdoor komt de Nederlandse bevolking ook steeds verder in het nauw. In dit geval gaat het vandaag over een wettelijke taak die burgemeesters opgelegd hebben gekregen uit Den Haag, om buiten het COA om opvangplekken te creëren die aan de door de minister gestelde vereisten voldoen. Terwijl ons stelsel juist is gemaakt om de decentrale overheden zelf beleidskeuzes te laten maken op basis van wat door hen goed wordt geacht voor hun omgeving, zien zij dat er nu inbreuk wordt gemaakt op hun autonomie. De SGP had het daarnet ook al even over de decentrale overheden. Het gaat al langer niet goed in Nederland als het om lokale autonomie gaat. Daarnaast is er in Nederland ook sprake van microfobie, de trend van alsmaar grotere gemeenten door fusie na fusie, de plannen voor de vorming van Tristate City met Nederland als één grote groene stad waar de SDG-doelen centraal staan en waarin grenzen niet meer bestaan. Het ademt toch niet veel lokale autonomie meer.
In een goed functionerende democratie wordt regionale besluitvorming serieus genomen en zijn de decentrale overheden er om bepaalde checks-and-balances te verrichten. Ook bij de invoering van de Omgevingswet is de opzet "decentraal, tenzij", terwijl de centrale overheid juist in meer en meer gevallen de regie naar zich toe trekt. Mensen voelen zich steeds minder gehoord en ontberen het vertrouwen om zaken onderling op te lossen met inbreng van onderop, zonder een betuttelende en sturende overheid. Wanneer houdt dit kabinet op met dwang en drang, met top-down managen, en keert het vertrouwen in de vindingrijkheid en de van origine ondernemende, zelfbeschikkende Nederlander terug?
Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):
Het betoog over zelfbeschikking en autonomie deel ik wel, maar ik moet toch de vraag stellen hoe meneer Dessing van FVD denkt over de autonomie en zelfbeschikking van Oekraïne.
De heer Dessing (FVD):
Volgens mij is die vraag hier niet aan de orde. Het gaat hier om de vraag of het instellen van noodrecht een proportioneel middel is voor de problemen met de opvang. Dat is volgens mij aan de orde. Dus de vraag die mevrouw Nanninga nu stelt, is niet aan de orde.
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Als dat niet aan de orde is, voorzitter, dan hoor ik dat graag van u. Ik stel hier nu de vraag, dus is hij is bij dezen aan de orde, tenzij hij buiten de orde wordt verklaard volgens ons Reglement van Orde. Dan zou de voorzitter dat corrigeren. Dus mijn vraag blijft staan. Ik vind het betoog over autonomie en zelfbeschikking een schitterend betoog, maar hoe staat Forum voor Democratie tegenover de autonomie en zelfbeschikking van de Oekraïense regering en het Oekraïense volk?
De voorzitter:
Kunt u nog toelichten wat de relatie is met het wetsvoorstel, mevrouw Nanninga? Dat is misschien wel handig.
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Dat wil ik best doen. We hebben het hier natuurlijk over noodwetgeving die van stal wordt gehaald voor het huisvesten van Oekraïners die op de vlucht zijn geraakt omdat elders op de wereld het recht op een zekere autonomie en zelfbeschikking met de voeten is getreden, en dan druk ik dat nog heel rustig uit.
De heer Dessing (FVD):
Laat ik daar op deze manier op reageren. Doordat er vluchtelingen uit Oekraïne komen — de PVV had het er ook al over dat de hele opvang van vluchtelingen sowieso al piept en kraakt — moeten wij dit noodrecht inzetten om die opvang überhaupt mogelijk te maken. Ik denk dat we naar de kern van het probleem terug zouden moeten keren en dat we als we dit probleem zouden moeten oplossen, ons af moeten vragen of we niet zouden moeten teruggaan naar de vraag hoe we de instroom van Oekraïners kunnen indammen. Dan is inzetten op vrede tussen Oekraïne en Rusland absoluut een meer fundamentele keuze dan het inzetten van noodrecht.
De voorzitter:
Nanninga, tot slot.
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Juist. Mag ik daaruit concluderen dat de heer Dessing het met mij eens is dat de illegale invasie van Rusland idealiter nooit had plaatsgevonden? Want dan zaten we nu niet in deze penarie.
De heer Dessing (FVD):
Nee, ik ga hier nu niet praten over wie de schuldige is of hoe de oorlog is ontstaan. Ik ga over het oplossen van de oorlog, omdat daarmee de toestroom van vluchtelingen uit Oekraïne zou kunnen worden voorkomen en daarmee de noodzaak voor het inzetten van noodrecht wat minder zou zijn. Dat is wat ik hierover opmerk.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Dessing (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Ook in het buitenland valt het op dat Nederland bepaald niet goed presteert als het om lokaal zelfbestuur gaat. Het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa is bezorgd over de staat van de lokale en regionale autonomie in Nederland. Dat blijkt uit het onlangs verschenen monitorrapport van het congres over de implementatie van het Europees Handvest voor Lokaal Zelfbestuur in ons land, terwijl Nederland ook zijn handtekening heeft gezet onder het Europees Handvest voor Lokaal Zelfbestuur. Hoe verhouden aan de ene kant het uit de weg gaan van de lokale autonomie door het inzetten van deze artikelen in de Wvb en aan de andere kant het waarborgen van het lokaal zelfbestuur zich tot elkaar?
Voorzitter. Dan heb ik nog een aantal praktische vragen aan de minister. Kan zij aangeven of Nederland een mechanisme kent waarmee decentrale overheden besluiten van het Rijk die de lokale autonomie schaden, kunnen aanvechten? In veel landen bestaat hiervoor een constitutioneel hof, maar Nederland kent dat niet. Tijdens het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa in november 2021 is hierover een amendement aangenomen. Heeft het kabinet hier inmiddels invulling aan gegeven en, zo ja, hoe?
Verder valt er in de antwoorden naar aanleiding van vragen van de PVV-fractie te lezen dat er inmiddels 6.700 derdelanders via Oekraïne naar Nederland zijn gekomen. Dit zijn vluchtelingen die uit een willekeurig land kunnen komen, in Oekraïne een tijdelijke of permanente verblijfsvergunning hebben gekregen en met de stroom Oekraïense vluchtelingen mee zijn gekomen naar Nederland. Deze personen vallen tot dusver onder de taakstelling van burgemeesters om Oekraïense vluchtelingen te vestigen. Te lezen is echter dat het grootste deel van deze derdelanders een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne had en dat deze vergunningen op 4 maart zijn vervallen. De vraag is nu in hoeverre derdelanders met een na 4 maart vervallen tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning ook nog onder de wettelijke taak van burgemeesters onder deze artikelen van de Wvb vallen. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Ik kom tot een afronding. Deze Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking is naar ons idee buiten proporties. Net als tijdens de covidpandemie wordt hier naar ons idee te snel en vooral te lang gegrepen naar noodmaatregelen. Ook de Raad van State is het met ons eens dat er met terughoudendheid moet worden omgegaan met noodrecht. Respecteer ook de autonomie van lokale overheden. Wentel falend landelijk beleid niet af op de decentrale overheden, die al zo veel voor hun kiezen krijgen. Luister naar hun signalen over de grenzen aan wat kan en laat disproportionele centrale aansturing niet onnodig lang voortduren. Wij zullen dan ook tegen deze voortduringswet stemmen.
Dank u wel.
Mevrouw Mei Li Vos i (PvdA):
Ik ben benieuwd of de heer Dessing dan wel voor een nieuwe wet zou stemmen die materieel hetzelfde zou regelen. Dit sluit een beetje aan bij de vragen die de heer Kox ook had.
De heer Dessing (FVD):
Nou, ik denk dat we daar tegen die tijd goed naar moeten kijken. Wat dat betreft is de internetconsultatie net bezig. Die wet hebben wij dus nog niet kunnen bestuderen. Ik ga die tegen die tijd rustig bekijken.
Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):
Het gaat mij vooral om de vraag of u wel voor de opvang bent van mensen die lijden onder oorlog en geweld. Als dat inderdaad misschien in een betere wet gegoten is, bent u er dan wel voor?
De heer Dessing (FVD):
Ik ben in principe niet tegen de opvang van mensen in nood, als het om een tijdelijk karakter gaat. Maar ik denk dat we wel goed structureel moeten nadenken wat de oorzaak ervan is en waarom het hele verhaal van de opvang van vluchtelingen piept en kraakt. Ik denk dat we eerlijk naar de diverse onderliggende oorzaken daarvan moeten kijken, maar ik ben niet principieel tegen het coûte que coûte niet opvangen van vluchtelingen.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Vos.
Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):
Dit vind ik een blijmakende boodschap, want de onderliggende oorzaak van dat piepen en kraken heeft toch wel te maken met het slechte beleid van de huidige regering, bijvoorbeeld het vooruitschuiven van opvang. Ik vind het dus fijn om te horen dat de fractie van Forum voor Democratie bereid is om te kijken naar de oorzaken van de opvangcrisis.
De heer Dessing (FVD):
Ja. Over de conclusies die mevrouw Vos trekt over de oorzaken van waarom het piept en kraakt, kunnen we uiteraard wel van mening verschillen. Laat dat genoteerd zijn. Daar had de PVV ook een aantal opmerkingen over. Ik denk dat die net zo valide zijn als andere opmerkingen over het piepen en kraken van het vluchtelingenstelsel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.