Plenair Stienen bij behandeling Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking



Verslag van de vergadering van 28 maart 2023 (2022/2023 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Stienen i (D66):

Dank, voorzitter. Ik wil namens de D66-fractie graag de minister en ook alle ambtenaren die hier heel hard aan hebben gewerkt, bedanken voor de beantwoording. Dank ook voor de toezegging om een beter inzicht te geven in hoe de verdeling nu eigenlijk is in de opvang in gemeenten van de groep Oekraïners, en ook hoe zich dat verhoudt tot de reguliere opvang. Want laten we wel wezen: onder het mom van autonomie wordt soms ook teruggetrokken als het gaat over een oproep tot solidariteit. Wij vinden als fractie dat het toch echt een gezamenlijke opgave is om de Oekraïners op een fatsoenlijke, menswaardige manier op te vangen, maar dat geldt voor mijn fractie ook voor andere groepen die op basis van het Vluchtelingenverdrag hier een toevlucht zoeken.

We vinden het ook goed om te horen dat er echt serieus werk wordt gemaakt om te leren van de goede kanten van de manier waarop de Oekraïners zijn opgevangen. Natuurlijk moeten we ook leren van de dingen die mis zijn gegaan. Maar zoals mijn collega Anne-Marijke Podt in haar initiatiefnota in de Tweede Kamer al heeft gezegd — die nota wordt volgens mij in juni behandeld — is meedoen vanaf dag één voor kansrijke asielzoekers … Ik vind dat eigenlijk hele nare woorden. Ik denk dat we er als land veel aan hebben als we dat op een andere manier doen.

Dan nog twee persoonlijke noten. Waar hebben we het over? Ik ben lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. Daar spreek ik bijna wekelijks met mijn collega's Yevheniya Kravchuk en Maria Mezentseva, jonge vrouwen, die in het geval van Yevheniya haar 9-jarig dochtertje voortdurend achterlaat als ze op reis gaat en in het geval van Maria, die uit Charkiv komt, al vele vrienden heeft verloren. Het komt dan heel dichtbij. We hebben het niet over cijfers. We hebben het over mensen. Als het over mensen gaat, dan denk ik ook: hoe kunnen we leren van onze eigen geschiedenis?

U hoort het aan mijn stem, voorzitter. In januari 1945 zijn er 70.000 Limburgers met een dwangbevel van de Duitse bezetter geëvacueerd door Duits grondgebied naar Drenthe, Groningen en Friesland. In een van die treinen zat een 5-jarig jongetje, Wim Stienen, mijn vader. Als hij niet was opgevangen door een gezin in Sneek, zes maanden lang, had ik hier dan gestaan? Dat gevoel van medemenselijkheid wil ik graag namens mijn fractie uitdragen, want het gaat hier over mensen op zoek naar een toevluchtsoord, tijdelijk, hopen we allemaal. Dat geldt niet alleen voor Oekraïners, maar dat geldt ook voor Syriërs, Afghanen, mensen die oorlog, geweld en mensenrechtenschendingen ontsnappen. Die verdienen wat mijn fractie betreft medemenselijkheid vanuit lotsverbondenheid.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Stienen. Dan is het woord aan de heer Van Dijk.