Verslag van de vergadering van 6 juni 2023 (2022/2023 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 10.54 uur
De heer Verkerk i (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil als eerste de minister heel hartelijk danken voor zijn antwoorden. Ik wil hem ook danken voor zijn toezeggingen. Ik kom daarop terug.
Dit is ook mijn laatste vergadering. Ik wil de collega's hartelijk danken voor de geweldige samenwerking en de heel spannende debatten die wij hebben gehad, ook zeker over heel fundamentele zaken. Denk aan debatten over grondrechten en de Grondwet. Ik wil ook de Griffie, de Voorzitter en de plaatsvervangend voorzitters heel hartelijk danken voor de geweldige opstellingen van uw kant.
Een van mijn kleinkinderen zit op de tribune. Hij heeft gisterenavond ook het debat gevolgd. Hij is lid van een debatclub. Ik vroeg: heb je nog iets gezien? Zijn opmerking was: nou, ik heb debattrucs gezien waarmee ik op school niet weg zou zijn gekomen. Ik zal er niet op ingaan of hij deze morgen nog iets over de minister heeft gezegd; dat laten we even zitten.
Voorzitter. Ik wil de minister hartelijk danken dat hij ten aanzien van de termen "flagrant" en "wezenlijk" expliciet heeft toegezegd de interpretatie van de Raad van State te volgen. Ik heb hem daar net nog op doorgevraagd in een interruptie. Ik ben blij dat hij zegt dat op beide gebieden terughoudend getoetst wordt. Hij zei ook dat als uit de terughoudende toetsing blijkt dat er sprake is van een wezenlijk vermoeden of een flagrante overtreding, er dan pas wat volgt, enzovoort, enzovoort. Ik wil dit graag noteren. Ik vind deze formulering namelijk heel belangrijk.
Ik wil doorgaan op wat collega Ganzevoort zei. Natuurlijk blijft er een spanning bestaan. Die spanning bestaat niet alleen op christelijke scholen, maar ook op humanistische scholen. Als een docent zegt dat een huwelijk ook openstaat voor personen van hetzelfde geslacht en er een kind op school zit dat thuis iets anders leert, dan moet het voor het kind veilig zijn. Mijn indruk is dus dat het goed is dat we die spanning hier ook benoemen. We hebben twee dingen. Aan de ene kant hebben we de vrijheid van onderwijs, natuurlijk wel binnen de wettelijke grenzen. Aan de andere kant hebben we de eis van veiligheid. Ik vind dat we die punten steeds weer heel scherp tegen elkaar moeten zeggen.
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Dit is een vorm van both-sidism van de heer Verkerk die volgens mij niet helemaal werkt. Als een docent op een school uitdraagt dat het huwelijk ook openstaat voor mensen van hetzelfde geslacht en een leerling thuis iets anders hoort, dan staat daar niet het bestaansrecht van die leerling ter discussie. Op een school waar uitgedragen wordt dat homoseksualiteit niet kan, staat het bestaansrecht van een homoseksuele leerling als persoon ter discussie. Dit is dus een vergelijking die niet opgaat, volgens mij. Ik ben het helemaal met de heer Verkerk eens dat het dilemma blijft bestaan, maar het is niet zoals hij het nu beschrijft, denk ik.
De heer Verkerk (ChristenUnie):
Even rekening houdend met de tijd: misschien heeft u gelijk dat het wel of niet opgaat. De essentie is echter dat er een spanning ontstaat. De opdracht voor de school is dat er altijd een veilige situatie moet zijn, ook als de school bepaalde opvattingen heeft die misschien niet overeenkomen met puntje, puntje, puntje.
Voorzitter. Als ik terugkijk op het debat, dan is de symbolische waarde van deze wet wat onze fractie betreft heel groot. Die waarde is: denk erom, er zijn grenzen. Er zijn situaties — die zijn hier ook genoemd — waarin het mogelijk is dat de minister moet ingrijpen. Als die heel dicht bij de overtreding van de wet zit, dan kan de gerechtelijke procedure soms wel maanden, jaren of veel langer duren. We hebben ook gezien dat in de uitvoering van de wet de handhaving een stuk lastiger is, omdat dat altijd in de weg staat van de terughoudendheid. Maar als het in de weg staat — de minister heeft dat toegezegd — dan zal de uitvoering niet makkelijk zijn, maar zijn er wat ons betreft wel heldere grenzen.
Voorzitter. Ik wil nog één punt naar voren halen, omdat het zo mooi is. Als Abraham Kuyper spreekt over de vrijheid van de verbanden, gebruikt hij op een gegeven ogenblik de woorden "geheiligde denkkracht als weerstandskracht". Dat betekent dat het heel diep zit. Dat merkte ik ook bij de heer Ganzevoort, die mij net interrumpeerde: dat zit heel diep. Juist omdat het zo diep zit, vind ik ook dat we dit soort debatten hier moeten voeren.
Voorzitter. Ik zal de discussie en de toezegging van de minister voorleggen aan de fractie. Wij zullen met elkaar beslissen hoe wij met deze wet omgaan.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw De Blécourt. Zij spreekt namens de fractie van de VVD.