Plenair Van Ballekom bij behandeling Implementatie Europese klimaatwet



Verslag van de vergadering van 27 juni 2023 (2022/2023 nr. 39)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Ballekom i (VVD):

Voorzitter. Voorallereerst wil ik namens de VVD mijn collega's mevrouw Visseren, mevrouw Aerdts en mevrouw Perin van harte feliciteren met hun maidenspeeches. Dat geldt natuurlijk ook voor de heren Panman en Baumgarten. Afgaande op de inhoud van die speeches worden het vier interessante jaren aan het Voorhout. Eigenlijk is dit ook mijn maidenspeech, want ik heb nog nooit het woord mogen voeren over klimaat. Maar er is één groot verschil: ik mag wel geïnterrumpeerd worden en na afloop zijn er geen bloemen. Het leven is hard, maar toch zou ik namens de VVD nog enkele opmerkingen willen plaatsen.

Mijn fractie heeft niet deelgenomen aan de schriftelijke voorbereiding van dit debat. Dat is niet uit desinteresse of omdat we het een onbelangrijk onderwerp vinden, integendeel. We hebben om twee redenen niet deelgenomen aan de schriftelijke voorbereiding. In de eerste plaats omdat het in onze beleving voor de hand ligt dat bepalingen die opgenomen zijn in een Europese verordening, tot stand gekomen met goedkeuring van de Nederlandse regering, moeten worden verankerd in de Nederlandse Klimaatwet. Het is feitelijk de technische uitvoering van een Europeesrechtelijke verplichting.

Voorzitter. Nu weet ik wel dat EU-verordeningen rechtstreekse werking hebben en rechtstreekse rechtskracht, dus ook wanneer we de wet niet zouden hebben gewijzigd, dient hetgeen bepaald wordt in de verordening te worden nageleefd. In die zin heeft de SGP-fractie terecht een vraag gesteld over de toegevoegde waarde van de wet, maar mijn collega Schalk zal het met mij eens zijn dat het een beetje slordig staat als er sprake is van discrepantie. Kortom, het is goed dat de wet wordt aangepast. Dat is consistent en duidelijk. Het is ook goed dat we dit doen om daarmee het goede voorbeeld te geven aan de andere 26 lidstaten. Het is moeilijk om naleving elders te bekritiseren of van commentaar te voorzien als er in dezen nationaal sprake zou zijn van enige ambiguïteit.

Voorzitter. In de tweede plaats hebben wij ons niet geroerd omdat de wet niet ingaat op de wijze waarop de doelstellingen moeten worden gehaald. In onze visie is dat nog belangrijker, want de doelstellingen worden echt niet gehaald door de Europese Commissie, noch door de Nederlandse regering en ook niet door de mensen die schreeuwen of zich zinloos ergens aan vastplakken. Nee, de doelstellingen moeten worden gerealiseerd door burgers en bedrijven. In onze ogen moet dat beleid niet bestaan uit belasten en verbieden, maar uit stimuleren en faciliteren. Zoals gisteren ook in NRC Handelsblad is vastgesteld, zijn de bedrijven in Brabant niet bij machte om aan verduurzaming te doen, omdat de grid daar niet toereikend is. Dat is iets wat onze ambities kan frustreren. Kortom, de VVD kijkt er met bijzonder veel belangstelling naar uit en zal dit ook nauwgezet volgen omdat het verantwoord uitvoerbaar dient te zijn. In onze visie moeten de doelstellingen gehaald worden zonder onnodige bureaucratische rompslomp en zonder onverantwoorde aantasting van het Nederlandse investeringsklimaat, omdat vele maatregelen naar verwachting een substantieel beslag leggen op het budget én het geld wel moet worden verdiend om al die mooie en noodzakelijke plannen te kunnen realiseren. Dus kortom, de verduurzaming van onze economie moet hand in hand gaan met economische groei. Dat kan, als er vol ingezet wordt op technologische vernieuwing en innovatieve oplossingen voor bepaalde problemen.

In dit verband, met permissie, een zijdelingse opmerking. De VVD-fractie is zeer verheugd dat met het oog op het bereiken van de doelstellingen tussen 2030 en 2050 er in sommige akkoorden die onlangs zijn gesloten op provinciaal niveau, nadrukkelijk wordt ingezet op het bouwen van SMR-centrales. Dat zijn in serie gebouwde kerncentrales met de capaciteit van 300 tot 500 megawatt met een beperkt ruimtebeslag, die relatief goedkoop en veilig zijn en de hoogste energie-intensiteit hebben. Ze produceren koolstofvrije energie en zijn moduleerbaar. Ze zijn een ideale aanvulling op niet-reguleerbare hernieuwbare energieopwekking. Bovendien kan hiermee niet alleen elektriciteit worden geproduceerd maar ook warmte en waterstof. Ze worden gebouwd in China, Canada en het Verenigd Koninkrijk. Dus laten we alles op alles zetten om die goede voorbeelden te volgen. Met de te bouwen kerncentrales in Borssele met een capaciteit van ongeveer 1.500 megawatt per stuk brengen we tevens onze waterstofambities dichterbij. Dat is niet alleen in het belang van het klimaat en de klimaatagenda, maar bevordert en verbreedt ook onze energiebasis, waardoor we tegelijkertijd minder afhankelijk worden van landen die niet direct tot onze vriendenclub behoren.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

U wilde er een importeren uit China, hoorde ik zojuist. Maar mijn kernvraag is natuurlijk: waar staat al zo'n SMR?

De heer Van Ballekom (VVD):

Die worden op het ogenblik gebouwd.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Waar? Want ik lees overal dat ongeveer 80 modellen in ontwikkeling zijn, dus "in ontwikkeling", en dat er nog niet één echt draait, laat staan commercieel te kopen is. En Nederland heeft die kennis überhaupt niet. Dus ziet u dit als een uitsteloptie, in de zin van: dan doen we lekker niks want er komt een mooie toekomst? Dat vind ik erger dan doelstellingen nastreven die je niet zou kunnen halen. Of zegt u: dit is reële politiek en dat gaan we doen?

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik denk dat dit reële politiek is. Tussen 2030 en 2050 moet dat realiseerbaar zijn. Die SMR-centrales worden op het ogenblik al gebouwd in China. De techniek is zo ver gevorderd dat de verwachting is dat ze in 2030 operationeel kunnen zijn. Dus ik denk dat we alles op alles moeten zetten om dat goede voorbeeld te volgen, want ik denk dat het een goede bijdrage kan zijn voor de klimaatneutraliteit op de lange termijn.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Ik lees overal dat ze op z'n vroegst in 2035, misschien, gereed zijn. Dan moet er vervolgens nog een hele procedure plaatsvinden, want je kunt pas een vergunning aanvragen als je weet wat voor techniek je gaat toepassen. Dus voor 2040 zou al heroïsch zijn, en waarschijnlijk wordt het 2050, als het al kan. Stel dat het kan, vindt u dan dat we overige maatregelen moeten nemen of dat we de doelstellingen dan maar opzij moeten zetten?

De heer Van Ballekom (VVD):

We moeten alles op alles zetten om die doelstellingen te halen. Daar heb ik ook in mijn bijdrage de nadruk op gelegd. Wij zullen de maatregelen die de regering zal voorstellen om die doelstellingen te halen, zeer kritisch volgen. Dat staat niet in deze wet. Vandaar ook dat wij niet aan die schriftelijke voorbereiding hebben meegedaan; niet omdat het klimaat onbelangrijk is, maar omdat de invulling veel belangrijker is dan deze feitelijk technische omzetting.

De heer Panman i (BBB):

Meneer Van Ballekom, het is jammer dat u de schriftelijke voorbereiding hebt gemist, want volgens mij heeft de minister in de beantwoording aangegeven dat het gaat om Europese afspraken voor een Europees gemiddeld resultaat. Dus gemiddeld in 2050 CO2-neutraliteit en geen een-op-eendoorvertaling naar landen. Ik ben heel benieuwd waar u het vandaan haalt dat dit slechts een technische exercitie zou zijn en dat er geen ruimte zou zijn voor een afwijking.

De heer Van Ballekom (VVD):

Meneer Panman, als u even geduld hebt … De vragen die ik nog aan de minister wil stellen, gaan juist hierover.

De heer Panman (BBB):

Ik ben blij dat we op één lijn zitten met de VVD.

De heer Van Ballekom (VVD):

Al lezend toch nog een enkele vraag aan de minister, wellicht ook uit onwetendheid. In de schriftelijke voorbereiding antwoordt de minister dat de 55% reductieverplichting een streefdoel is voor 2030. Hierbij mag worden vastgesteld dat wij meer doen dan strikt genomen van ons wordt verwacht. Het zou mooi zijn als het gehaald wordt, maar het Planbureau voor de Leefomgeving heeft aangegeven dat de grenzen van de haalbaarheid in zicht zijn. Dat heeft de heer Baumgarten ook in zijn maidenspeech verwerkt. Dit is eveneens bevestigd door de Europese Rekenkamer. Dan moeten we alert zijn, minister, want we mogen geen ingebakken desillusies verkopen. Dat helpt het klimaat niet en evenmin de onder druk staande politieke geloofwaardigheid van het overheidsbeleid. Gaarne een reflectie hierop.

Maar nu terugkomend op de vraag wat er juridisch exact gebeurt wanneer ondanks alle inspanningen de doelstelling van 55% niet wordt gehaald in de Europese Unie of in Nederland. Zoals gezegd spreekt de minister in de beantwoording van "streefdoelen". Dit zou inhouden dat het hier gaat om een inspanningsverplichting. De doelstelling moet op Europees niveau gehaald worden. Wat gebeurt er wanneer de overige landen deze doelstellingen niet halen? Zou dat impliciet of expliciet kunnen betekenen dat de percentages in Nederland verhoogd moeten worden? De beantwoording van de schriftelijke vragen is bijzonder gecompliceerd en in mijn beleving niet eenduidig uitlegbaar, maar daar kan de minister als expert vast een antwoord op geven op zo'n manier dat ook deze leek het begrijpt.

Voorzitter. Ik kijk uit naar de gevraagde reflectie en de beantwoording van de vragen. Ik dank u voor de spreektijd.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Ballekom. De heer Schalk.

De heer Van Ballekom (VVD):

Ah, meneer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb nog een vraag aan de heer Van Ballekom, namelijk over de rechtstreekse werking van de Europese regelgeving. De heer Van Ballekom gebruikte de formulering dat het streefdoelen zijn: 55% is een streefdoel. Hij gaf ook aan dat we inmiddels weten dat we nog niet precies weten of het zo meteen misschien wel 50% of 60% moet zijn voor Nederland. Eén: is het dan wel verstandig om nu een percentage in de wet te zetten? Twee: vindt de heer Van Ballekom dat we, zodra we weten dat het minder zou kunnen zijn of dat het meer zou moeten zijn, hier opnieuw een wet zouden moeten hebben om dat aan te passen? Met andere woorden, is het niet te vroeg om met een percentage en een jaartal te komen?

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik vind dit een technische omzetting van een verplichting die we al zijn aangegaan, maar ik heb de minister ook specifiek gevraagd wat dit juridisch exact betekent. Enerzijds wordt er gesproken van "streefdoelen". Dan is het een inspanningsverplichting. Dat is iets heel anders dan een juridisch afdwingbare verplichting. Vandaar die vraag aan de minister.

De heer Schalk (SGP):

Dat vind ik een hele goede aanvulling van de heer Van Ballekom, maar als we dat vinden en als we zo meteen zouden horen dat het inderdaad streefdoelen zijn en dergelijke, betekent dat dat we extra alert moeten zijn op wat we in de wet zetten. Dan leggen we immers iets wettelijk vast waar we enorm tegen aan kunnen lopen. Of heeft de VVD-fractie het idee dat die 55% haalbaar is?

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik denk dat dat haalbaar is als we inspanningen plegen, erg innovatief bezig zijn en ook inzetten op technologische vernieuwing, maar ik ben niet de enige, collega Schalk, die de nadruk met name heeft gelegd op de haalbaarheid van onze ambities. Daar moeten we heel erg zorgvuldig mee omgaan, want als we nu al op voorhand weten dat het moeilijk of niet haalbaar is, moeten we ons twee keer achter de oren krabben. De geloofwaardigheid van de Nederlandse politiek staat immers toch al onder druk.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Ballekom. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

De beantwoording door de minister zal later vanmiddag plaatsvinden. Ik geef thans de collega's de gelegenheid om diegenen die een maidenspeech hebben gehouden te feliciteren met hun maidenspeech. Ik verzoek u zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties. Voordat ik overga tot het feliciteren, verzoek ik u nog even op uw plaats te blijven, want ik wil graag kort nog iets toelichten. Traditiegetrouw worden bij een redenaarsdebuut bloemen overhandigd. Niet ieder lid voelt zich echter comfortabel bij een bos bloemen, omdat voor hen de impact ervan op het klimaat zwaar weegt. Dat respecteren we natuurlijk. Voor die collega's is er vanaf nu de mogelijkheid om een duurzame plant te krijgen. Het verheugt mij daarom zeer dat ik vandaag de eerste Eerste Kamerplant mag overhandigen aan collega Visseren-Hamakers.

Ik schors de vergadering tot 13.30 uur voor de lunchpauze.