Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.56 uur
De heer Griffioen i (BBB):
Voorzitter, dank. Ministers, staatssecretaris, collega's, leden van de Griffie en andere toehoorders hier in de zaal van de Eerste Kamer of online, goedemiddag. Dank dat u erbij bent. Het is me een genoegen om hier nu mijn maidenspeech te mogen houden, nota bene in het bijzijn van drie ministers en de staatssecretaris. Dat is wel heel veel eer. Mijn maidenspeech gaat met name over de Voorjaarsnota, maar ik hoop desondanks dat die voor de anderen toch voldoende interessant is om te beluisteren.
De val van het kabinet luidt een periode van politieke onzekerheid in. De Tweede Kamer kan in de komende periode onderwerpen en wetsvoorstellen controversieel verklaren. Voor wat betreft de Voorjaarsnota 2023 is het gelukkig eenvoudig. Wel of geen demissionair kabinet, de overheid geeft elke dag geld uit en bijna alle inwoners van Nederland betalen elke dag belasting. Daar is weinig controversieels aan te verklaren. En dus gaan wij over tot de orde van de dag.
Voorzitter. Laat ik beginnen met me kort te introduceren. Mijn ouders hadden een kleine boerderij in Abcoude met twintig koeien, maar ook schapen, varkens, kippen, een werkpaard en een moestuin. Zo'n kleine boerderij was geen eenvoudige opgave. Ondanks het harde werken bleek het economisch geen haalbare zaak, waardoor mijn ouders toen ik 11 was besloten te stoppen met hun boerderij. Mijn ouders zijn daarna een recreatiebedrijf begonnen. Elk dubbeltje dat er werd verdiend, werd de eerste jaren in dat bedrijf gestoken. Er waren wel toekomstige vergezichten, maar als er geen geld was, werd er niet gekocht, dus geen leningen bij de bank en niet leven op de pof. Het bedrijf is de afgelopen decennia gestaag gegroeid. En ook al zwaait nu de derde generatie de scepter in dit mooie familiebedrijf, de waardes zijn nog steeds hetzelfde: een economisch gezond bedrijf met een financieel gezonde basis. Structureel meer geld uitgeven dan er binnenkomt, hoort daar niet bij. Dat is een simpel en eenvoudig basisprincipe dat heel veel burgers van dit land ook toepassen.
Voorzitter. Nu sta ik hier in deze Kamer namens de fractie van BBB, een partij waar ik mijn plattelandsachtergrond en mijn latere zakelijke leven als registeraccountant in Amsterdam kan combineren, een partij die staat voor de verbinding tussen stad en platteland, maar vooral een partij die staat voor een nuchtere kijk op de maatschappij, met beide benen op de grond. Wij zijn een partij van niet naast je schoenen lopen, zoals ik ook van mijn ouders heb geleerd.
Voorzitter. Ik ga nu naar de voorjaarsbegroting van 2023. In de Voorjaarsnota staan hele mooie vergezichten, waarin het kabinet op basis van zeven geformuleerde prioriteiten een begroting heeft opgesteld met mooie woorden, zoals duurzaamheid, welvaart voor de huidige en toekomstige generaties en een mooie maatschappij, waarin alle inwoners naar vermogen kunnen meedoen. Dat is inderdaad een heel mooi vergezicht. Echter, als je niet aan wensdenken doet, maar in plaats daarvan gewoon om je heen kijkt, dan zie je dat mensen niet alleen problemen willen oplossen ten behoeve van overmorgen, maar dat er ook een grote behoefte is aan het oplossen van problemen in het nu, zoals toeslagen, aardbevingsschade in Groningen en asielzoekers. Deze problemen, met grote financiële gevolgen voor de begroting van het kabinet, zijn nog niet opgelost. Kijk naar de kosten van de toeslagenaffaire. In de brief van 23 juni 2023 van de staatssecretaris over de nadere uitwerking van de maatregelen voor versnelde duidelijkheid aan ouders is aangegeven dat de totale kosten ruim 7 miljard euro zijn. Benadrukt wordt dat deze kosten een schatting zijn; de aanvullende kosten zijn nog niet begroot.
Voorzitter. Daar komt helaas de oorlog in Oekraïne bij, met als gevolg een grote instroom van mensen uit Oekraïne, hoge brandstofprijzen, hoge energieprijzen en financiële compensatie voor burgers. Dat zijn vaak generieke regelingen, soms té generiek. Zo kan het vóórkomen dat iemand met een zomerhuis in Groningen, niet in het bevingsgebied, en waar dus geen bevingsschade is geweest, toch twee keer €5.000 krijgt. Ook kan het vóórkomen dat iemand een energietoeslag krijgt, terwijl diegene €100.000 op de bank heeft staan. Dat is misschien wel iets te generiek. Misschien had die compensatie wat meer structureel richting de mensen moeten gaan die er echt recht op zouden hebben. Een student heeft ook maar een beperkte compensatie, maar krijgt wel een hoge rekening van zijn huurbaas. Het ware beter geweest als de Staat meer maatwerk zou hebben kunnen bieden, met name aan de mensen die compensatie écht nodig hebben.
Helaas is er nog meer slecht nieuws: toenemende armoede in Nederland, de forse inflatie, oplopende rente, het door centrale banken verhogen van de beleidsrentes. Dat legt druk op de uitgaven, zoals genoemd in de Voorjaarsnota 2023, en heeft forse financiële gevolgen. Maar we zijn er nog niet. Er zal meer geld moeten worden gezocht voor het ondersteunen van het toenemende aantal mensen in Nederland dat in armoede leeft. De blijvende betaalbaarheid van de zorg is een groot aandachtspunt. Zo zijn er meer financiële pijnpunten.
Dan kijk ik naar de Voorjaarsnota, die een structureel tekort kent, nu en in komende jaren. Dan stel ik mijzelf de vraag of ik kijk naar een mogelijk nieuw probleem. In de Voorjaarsnota 2023 wordt aangegeven dat het kabinet zich ervan bewust is dat er op basis van het coalitieakkoord scherp aan de wind wordt gevaren. Dat vraagt om een ervaren stuurvrouw of stuurman die niet té scherp aan de wind vaart, omdat er dan echt iets mis kan gaan. Dat risico wordt steeds groter naarmate de wind toeneemt. Te veel wind in combinatie met een scherpe koers kan leiden tot schipbreuk.
Zover zal het wel niet komen. Nederland is een van de rijkste landen van de wereld, met een open economie en veel weerstandsvermogen. Nederland heeft een reputatie hoog te houden. Het begrotingsbeleid van Nederland is steeds robuust geweest. Er zijn ministers van Financiën geweest die Nederland op begrotingsgebied internationaal tot een voorbeeld hebben doen uitgroeien. Denk bijvoorbeeld aan de zalmnorm, een strikte scheiding tussen inkomsten en uitgaven en budgettaire discipline voor de uitgaven. Een andere minister was voor Griekenland een strenge schoolmeester en las de zuidelijke landen in Europa op niet mis te verstane wijze de les. Maar dat is geschiedenis. In de Voorjaarsnota 2023 wordt het EMU-saldo tot en met 2025 geraamd op -3% van het bbp. Dat negatieve saldo loopt in de jaren na 2025 geleidelijk op. De EMU-schuld in 2023 is ongeveer 29% van het bbp. Dat loopt op tot 56% in 2028. En ja, dat mag van Europa, want dat zit onder de EU-norm, die ligt op -3%. Maar we zijn een van de rijkste landen, met een ambitieus kabinet dat in het coalitieakkoord de ambitie heeft om strenger te zijn dan de wet door van 2035 te versnellen naar 2030 wat betreft de tussentijdse doelstellingen voor klimaat. Dat kabinet kan toch ook de ambitie voor de begroting weer strenger maken, dus geen geld lenen en weer sturen op een sluitende begroting?
Het kabinet kiest ervoor om het EMU-saldo op termijn significant te laten oplopen, van 501 miljard euro in 2023 tot 685 miljard euro in 2028. De toekomstige generaties zullen de aflossing en rente op deze toenemende schuld moeten opbrengen. Het gaat om een jonge generatie die nu flink veel extra kosten heeft door hoge prijzen, hoge hypotheken et cetera, schaarste op de woningmarkt, studieschulden en toenemende vergrijzing. BBB vraagt zich af of een dergelijke forse financiële hypotheek, waarbij de Staat langdurig gaat lenen, niet contrair is aan de intentie van het kabinet om brede welvaart te stimuleren. Dit tegen de achtergrond dat het kabinet een duurzaam, welvarend land voor huidige en toekomstige generaties wil creëren, waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen. Kan de minister haar weging delen om structureel te lenen en het EU-saldo fors te laten oplopen, ondanks de toenemende lasten voor de toekomstige generaties?
Het incidenteel budgettair beslag voor het aanvullend compensatiepakket voor Groningen komt ten laste van het EMU-saldo. Dit betreft 4 miljard euro tot en met 2028. Dit bedrag is in de meerjarenbegroting gedekt. Daarenboven wordt vanaf 2025 gedurende 30 jaar 250 miljoen euro per jaar ter compensatie aan Groningen gegeven voor de generatielange betrokkenheid. Het is terecht en goed om dit besluit van het kabinet in de wet vast te gaan leggen. De Staat heeft aan het winnen van gas in Groningen 363 miljard euro verdiend, winst gemaakt. Die 363 miljard euro is uitgegeven. Er is niet gereserveerd, zoals Noorwegen al sinds jaar en dag doet met de winst uit de olie- en gaswinning. Kan de minister zich indenken dat het gezien de enorme winst uit de gasbaten misschien wel de eer van het kabinet te na zou moeten zijn om de kosten van deze schadevergoeding 30 jaar lang te lenen in plaats van deze structureel budgettair te dekken? Kan de minister uitleggen waarom het kabinet kiest voor een sterk expansief begrotingsbeleid in een economische omgeving waarin sprake is van oververhitting? Drijft het kabinet hiermee niet zelf de inflatoire druk op en zet het kabinet hiermee zelf niet nog meer druk op de arbeidsmarkt? Wat zijn de overwegingen van de minister om contrair aan monetair beleid te begroten?
Gezien de oorlog in Oekraïne wordt de volgende vraag belangrijker. De Voorjaarsnota 2023 bevat niet de 2% van de uitgaven die reeds tien jaar lang is toegezegd aan de NATO. Acht de minister het denkbaar dat deze extra lasten gezien de oorlog in Oekraïne en de veiligheidssituatie van Europa in de komende jaren budgettair gedekt zullen moeten worden?
Voorzitter. In de Voorjaarsnota staat dat het kabinet scherp aan de wind vaart. Het kabinet heeft te maken met internationaal ingrijpende gebeurtenissen, een hoger dan verwachte instroom van Oekraïners — het zijn er nu ongeveer 90.000, maar over twee jaar mogelijk 140.000 — en een hogere asielinstroom. De regering wil opwarming van de aarde tegengaan met een heel klein percentage. Dat kost 28 miljard. Het aantal financieel kwetsbare huishoudens loopt fors op onder de aanname dat er geen aanvullend beleid wordt gevoerd. Breed wordt gedragen dat het helemaal niet zo kan zijn dat een rijk land als Nederland het aantal mensen in armoede laat oplopen tot meer dan 1 miljoen mensen in 2024. In de politiek kunnen we het over heel veel onderwerpen niet eens zijn, maar niet over de dreigende oplopende armoede. Hiervoor zal snel extra geld moeten worden vrijgemaakt. De enige manier om scherp aan de wind te varen, is stabiel koersen op structurele en budgettaire dekking. Maar dan moet het schip ook getrimd worden. Dat doet het kabinet door aan allerlei lijnen op het schip te trekken, zoals het verwerken van kasschuiven op departementale begrotingen om tot een juist kasritme te komen bij omvangrijke onderuitputtingen die werken als in-uitstellingen op aanvullende posten. Bij onvoldoende onderuitputting wordt het uitgavenplafond overschreden en verslechtert het EMU-saldo. Begrijpt u het nog? Is dit code geel, code oranje of code rood, zoals bij de storm Poly van vorige week?
Het is zaak om het staatsschip niet te veel te laten hellen, dus we moeten terug naar een stabiele koers. De Raad van State en de Studiegroep Begrotingsruimte hebben aanbevelingen gedaan ter verbetering van het nationale begrotingsproces. Het resultaat hiervan is dat het kabinet in 2022 voor het eerst een meerjarige voorjaarsnota heeft opgesteld. Een compliment daarvoor aan het kabinet!
Onderschrijft het kabinet het belang van brede welvaart voor iedere burger, waarvoor het belangrijk is om geen hogere schulden op de schouders te leggen van toekomstige generaties? Het kabinet zet in toenemende mate via wetgeving in op algemene fondsen: wel 100 miljard aan fondsen ofwel begrotingen buiten parlementair toezicht! Daarmee wordt door het kabinet impliciet een begrotingsdoelstelling gerealiseerd. Hiermee lijken deze middelen zich aan het begrotingstoezicht te onttrekken. Kan de minister uitleggen hoe een dergelijk financieel beleid leidt tot een verantwoorde, toekomstbestendige en duurzame invulling van de rol van de minister en de verplichting tot goed rentmeesterschap? Kan de minister duiden waarom de financiële instrumenten via welke de Staat zich garant heeft gesteld voor internationale garantieregelingen en leningen, niet budgettair zijn verantwoord? Er zijn geen voorzieningen opgenomen. Hoe beoordeelt de minister deze garantieverplichtingen? Hoe gaat de minister er budgettair mee om in geval hieruit mogelijk tegenvallers voortkomen?
De minister heeft op 28 april 2023 de Voorjaarsnota naar de Tweede Kamer gestuurd. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 12 mei 2023 de beoordeling van de Voorjaarsnota naar de Tweede Kamer gestuurd. De samenvatting en de conclusie van de Raad van State is dat de Nederlandse begroting op basis van zowel het Stabiliteitsprogramma als de Voorjaarsnota niet voldoet aan de vereisten van de Europese begrotingsregels, het Stabiliteits- en Groeipact voor 2022, voor 2023 en voor 2024. Mijn vraag aan de minister is: acht de minister het ongewenst om deze kwalificatie te verkrijgen? Zo ja, in welk jaar wenst de minister dit probleem te hebben opgelost? Zo nee, welke motivering heeft de minister dan om structureel niet te willen voldoen aan vereisten van de Europese begrotingsregels? De expansieve begroting staat op gespannen voet met de budgettaire en landspecifieke aanbevelingen voor 2023. Met een begrotingstekort van 3% — ik citeer de Raad van State — "stuurt het kabinet bovendien dicht langs de vangrail, waardoor geen ruimte is voor het opvangen van eventuele tegenvallers en voor het voeren van trendmatig begrotingsbeleid bij een conjuncturele neergang. Tot en met 2031 is het begrotingstekort naar verwachting rond de 3% bbp, waardoor een volgend kabinet — bij gelijkblijvende economische uitgangspunten — eerst moet ombuigen of de lasten moet verhogen, voordat eventueel aanvullend beleid kan worden gevoerd."
Voorzitter. In hoeverre is scherp aan de wind varen of dicht langs de vangrail sturen verantwoord? Het uitgavenplafond wordt fors overschreden. De scheiding tussen inkomsten en uitgaven wordt niet altijd goed gerespecteerd. Het aanvullende klimaatpakket is nog niet verwerkt in de Voorjaarsnota. De aanvullende kosten van 250 miljoen euro voor Groningen gedurende 30 jaar zijn nog niet budgettair gedekt. Er moet ook snel een materieel bedrag aan extra financiële middelen worden gevonden om de toenemende armoede tegen te gaan.
Gelukkig loopt het goed af. De vangrails worden niet geraakt. Dat is goed, maar de BBB-fractie van deze Kamer zou gaarne hebben gezien dat de minister de door de Raad van State gedane observaties wat steviger vertaald zou hebben in toezeggingen, die dan gedeeltelijk en voor zover mogelijk hun weerslag krijgen in de Miljoenennota. De BBB-fractie van deze Kamer dringt er bij de minister dan ook op aan om zo snel mogelijk te sturen op een sluitende Miljoenennota met een structureel evenwicht in uitgaven en ontvangsten.
Maar er zijn onzekerheden — dat is van alle tijden. De Nederlandse overheidsfinanciën zijn zeer gevoelig voor economische omslag. Het kan dus snel en diep gaan, volgens de Raad van State. Er is onzekerheid over de ontwikkeling van de energieprijzen. Ze lijken over hun piek heen, maar blijven naar verwachting langjarig op een hoog niveau. De kerninflatie blijft stijgen. Er is sprake van rentestijgingen. Onder andere is de rente op overheidsobligaties gestegen. Het CPB verwacht dat de rente-uitgaven geleidelijk zullen oplopen, tot 18 miljard in 2031. Er zijn onzekerheden rondom stikstof. Woninginvesteringen dalen vanwege hogere bouwkosten, gestegen hypotheekrentes en de vertraging van vergunning door stikstofbeperkingen.
Terwijl de koopkracht van lagere inkomens wat stijgt, besteedt deze groep een groter deel van de inkomsten aan bijvoorbeeld energie. Het aantal personen in armoede stijgt in 2024 tot 5,8% van de bevolking, en het aantal kinderen in armoede tot 7,1%. Het CPB raamt een aanzienlijke onderuitputting op de begrote overheidsuitgaven, omdat de overheid moeite heeft de middelen te spenderen vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Die uitgaven zullen later alsnog moeten worden gedaan. Bestedingen door de overheid en in de zorgsector groeien naar verwachting tot 2031 harder dan het bbp. Ook De Nederlandsche Bank stelt dat een hoog tekort het risico met zich brengt dat Nederland in slechte economische omstandigheden geen ruimte meer heeft om de pijn te verzachten. Daarom is het van belang dat de Staat stuurt op een sluitende begroting, door altijd een budgettaire dekking te hebben voor de uitgaven, en door een begrotingsbeleid te gaan ontwikkelen met ruimte en reserveringen voor toekomstige financiële tegenvallers.
Voorzitter, ik rond af. De fractie van BBB in deze Kamer zou gaarne zien dat de minister op Prinsjesdag in de Miljoenennota opvolging geeft aan de adviezen van de Raad van State. Als dat niet mogelijk is, kan de minister toezeggen om dan gemotiveerd aan te geven waarom de adviezen van de Raad van State niet kunnen worden opgevolgd?
Voorzitter. Het demissionaire kabinet staat nog voor veel uitdagingen. Het kunnen opstellen van een sluitende meerjarenbegroting van de Staat zou volgens de fractie van de BBB in deze Kamer een van die uitdagingen kunnen zijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Griffioen. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe iets van uw achtergrond te schetsen.
U studeerde bedrijfseconomie en accountancy aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het logo van die universiteit is overigens een griffioen, maar dat zal toeval zijn.
De heer Griffioen (BBB):
Voorzitter, dat is geen toeval. Het schijnt zo te zijn dat een van mijn voorouders daar een boerderij had en die grond heeft verkocht aan de VU. Dus toen ik daar studeerde, werd het logo ineens veranderd. Toen dacht ik: hé, waardoor komt dit? Maar dit is dus het verhaal.
De voorzitter:
Nou, dat staat dan nu in de Handelingen en is onderdeel van de wetsgeschiedenis!
U werkt als zelfstandig registeraccountant bij AG Accountancy en als accountant bij Aan-Zet Administratie in Amsterdam, waarvan u ook een van de oprichters bent. Ik zet wel even uw microfoon uit.
Sinds 30 mei van dit jaar bent u voor de partij BBB duo-commissielid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, en sinds 13 juni Eerste Kamerlid. Dat zijn echter niet uw eerste politieke functies. Tot april 2022 was u actief als voorzitter van de lokale partij ZEE, Zandvoort Echt Een.
In het radioprogramma Haarlem Vandaag vertelde u over uw kandidatuur voor de Eerste Kamer namens de BBB. U zei dat niemand zich zomaar kandidaat stelt en dat je heel goed moet weten waarom je dat doet. U zei verder dat u onder de indruk was van de kwaliteit en kennis van uw collega's op de kandidatenlijst. Dat geldt voor de kwaliteit en kennis van al onze collega's, voeg ik daaraan toe.
De voornaamste taak van de Eerste Kamer, het beoordelen van wetten, noemde u een serieuze taak, die je niet kunt doen als je niet goed beslagen ten ijs komt, omdat het gevolgen heeft voor het hele land.
U eindigde het gesprek met: "Waar wij, de BBB-leden, voor staan, is om het de komende vier jaar heel goed te doen. Met heel dicht bij de uitgangspunten van ons partijprogramma en onze waarden en normen blijven. Dan kunnen we heel ver komen. We gaan aan de slag en proberen het goed te doen."
U bent vandaag in dit plenaire debat in ieder geval goed begonnen. Nogmaals van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech. Dank u wel.
Voor de goede orde meld ik de Kamer dat de gebruikelijke felicitaties zullen plaatsvinden na de eerste termijn van de Kamer, waarin drie maidenspeeches worden uitgesproken, zodat de collega's in één keer in de gelegenheid zijn alle drie de desbetreffende leden te feliciteren. Mevrouw Aerdts spreekt als laatste in eerste termijn, dus dan weet u ongeveer wanneer het felicitatiemoment gaat naderen.
Dan geef ik het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de SP.