Plenair Kluit bij Interpellatie-Kluit Geactualiseerd Integraal Financieel Beeld Stelselherziening Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Welkom aan de minister. Het verzoek voor dit interpellatiedebat is heel breed gesteund in deze Kamer, van BBB tot SP en Partij voor de Dieren. Het laat heel duidelijk zien dat de zorgen over de financiën bij decentrale overheden heel groot zijn. Ik spreek vandaag overigens ook namens JA21 en OPNL. De kern is dat wij heel graag onomwonden horen dat de financiële dekking voor het uitstel, het beheer en onderhoud en de doorontwikkeling van de Omgevingswet op tijd en meerjarig beschikbaar komt, waarmee wij uiterlijk in de begroting van 2024 en verder bedoelen.

Deze wens kan de minister niet verrassen, want aandacht voor die financiële implementatie is consequent onderdeel geweest van de behandeling van de Omgevingswet. Er is in deze Kamer ook hele grote overeenstemming over dat de Omgevingswet goed geïnstrumenteerd moet worden. Er zijn daarover vele inbrengen geweest van het CDA, D66, de PVV en de PvdA. Ik noem ze allemaal maar even. Deze partijen hebben allemaal gevraagd om goede financiële onderbouwing van de plannen. En het kabinet heeft in de loop der tijd dan ook heel vaak toegezegd dat die er zou komen. Dit is bijvoorbeeld aan mijzelf toegezegd in januari 2020, maar ook aan de heer Rietkerk is een toezegging gedaan over de financiële consequenties voor het DSO. Dit is in 2021 herhaald in een toezegging over het regelen van de financiële afspraken tussen decentrale overheden en het Rijk en dat dit vóór de uitvoering geregeld wordt op de begroting van BiZa. Bij het KB is een toezegging aan de heer Van der Linden en mevrouw Kluit gedaan over het Integraal Beeld Financiën. Het zou voor de zomer gereed en duidelijk gedekt zijn. Dat was weer een toezegging aan de heer Rietkerk. Ik vond het toen nog noodzakelijk om het in een motie vast te leggen. Ook die sprak hetzelfde uit en is heel breed aangenomen. De datum komt dichterbij. Het is tot op de dag van vandaag niet duidelijk hoe die structurele kosten van de Omgevingswet gedekt moeten worden. De minister verwees in zijn brief naar oktober. Dat is te laat, want dat is na de begrotingsbehandeling 2024. Wij zoeken dus vandaag naar de toezegging dat het rond komt in het najaar. Maar voor het zover is, heb ik een aantal vragen.

In het nieuwe Integraal Financieel Beeld wordt een verhoging voorzien van de transitiekosten ter waarde van 1,1 miljard euro. Voor de periode 2024-2029 gaat het over bijna 0,5 miljard euro. Welk bedrag staat hiervan nog open en welk bedrag gaat het kabinet hiervan op de begroting opnemen? Graag helderheid daarover.

Vervolgens wordt in het Integraal Financieel Beeld een ontwikkeling van de structurele kosten geschetst. Of die ontwikkeling positief of negatief is, is sterk afhankelijk van zowel het realiseren van het DSO op niveau 3 als maximale sturing op financiële efficiency. Dat laatste kunnen we al niet zo goed, maar het eerste kunnen we natuurlijk nog wel realiseren. De vraag aan de minister is dus of hij het ambitieniveau 3 financieel steunt. Voelt hij zich daar verantwoordelijk voor en staat dat straks op de begroting? En gaat hij, ten tweede, ook de gemeentes en andere overheden steunen wanneer de kosten boven eerder geraamde bedragen uitkomen? Wordt dat dan ook vastgelegd?

Ik begrijp ook dat erover gesproken wordt of het in het budget van het Gemeentefonds geregeld moet worden of in het Omgevingswetbudget. Ik denk dat het belangrijk is om helderheid te geven over hoe dit nou geregeld wordt, en dat het wat deze Kamer betreft onderdeel is van de invoering van de Omgevingswet. Dat dit over vele jaren wellicht structureel wordt van het gemeentewerk snapt iedereen, maar om zicht te hebben op de kosten en de ontwikkeling daarvan is het belangrijk om het apart te houden en ook apart te begroten.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Mag ik nog één vraag stellen?

De voorzitter:

Nou, u bent al een tijdje over uw spreektijd heen.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Nou, veertien seconden, dus …

De voorzitter:

Dat luistert vrij nauw bij een interpellatiedebat, maar rondt u af.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. De laatste vraag. Gaan de CA-middelen, dus de middelen uit het coalitieakkoord voor gemeenten, nog in 2024 richting de gemeentes, of niet? Er wordt een motie overwogen, maar ik hoop echt oprecht dat we het met toezeggingen afkunnen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Dan kijk ik naar de minister. U wenst twee minuten schorsing? Dan schors ik tot 17.07 uur.