Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.22 uur
De heer Van Ballekom i (VVD):
Voorzitter. Ik weet niet of u in de beantwoording in de eerste termijn van de minister hebt opgemerkt dat ik kennelijk erelid ben van de Inspectie der Rijksfinanciën. Dat was mij niet bekend, maar ik neem dat graag op me. Ik kijk uit naar de ceremonie!
De opmerking die de heer Van Rooijen heeft gemaakt over het Stabiliteits- en Groeipact, zou ik niet hebben durven maken. Maar de opmerking is gemaakt. Wellicht zal de minister daarop reageren.
De minister heeft gezegd dat het kabinet in de Voorjaarsnota doelbewust gekozen heeft voor het beleid dat daarin is neergelegd. Ik stel het misschien wat scherp, dus ik hoop niet dat de minister mij dat kwalijk neemt, maar het kabinet heeft er dus doelbewust voor gekozen om de verbetering van het tekort met 0,5%, zoals afgesproken, niet te honoreren. Het kabinet heeft er doelbewust voor gekozen om de landenspecifieke aanbevelingen niet op te volgen. En het kabinet heeft er doelbewust voor gekozen om de Wet houdbare overheidsfinanciën niet te implementeren. Ik heb daar nog geen antwoord op gehad in de beantwoording van de minister. Dat antwoord is ook niet gegeven in de Tweede Kamer. Als ik mij hierin vergis, wat ik hoop, dan zal ik mijn fractie daarover informeren.
Een laatste opmerking, voorzitter. De minister zegt: ik hoop dat wij het Stabiliteits- en Groeipact kunnen hervormen, want het werkt niet. Het Stabiliteits- en Groeipact werkt wel, minister, maar het wordt niet nageleefd. De Commissie heeft daar nooit naar gehandeld. Mijn goede vriend Jean-Claude Juncker heeft weleens geantwoord op de vraag: waarom handelt de Commissie niet bij het tekort van Frankrijk? Waarom komt de Commissie niet met voorstellen? Het antwoord daarop was: omdat het Frankrijk is. Dan leg je feitelijk een bom onder het hele pact.
Het gaat mij om het volgende, en ik hoop dat de minister daar nog op kan ingaan. Het ligt niet aan de regels, maar aan de wijze waarop die gehandhaafd worden. Dat is een verantwoordelijkheid van de Commissie, maar ook van de Raad en van het Europees Parlement. Maar als we over schuldreductie spreken, dan hoop ik dat in het nieuwe Stabiliteits- en Groeipact — daar komen we nog over te spreken, minister — de hogeschuldenlanden een substantieel groter aandeel moeten hebben in de reductie dan de lageschuldenlanden. Dat moet toch wel gesubstantieerd worden, want dat is namelijk een onevenwichtigheid. Zoals ik in mijn eerste termijn heb gezegd, kunnen wij niet nog een keertje een Griekse toestand voor onze kiezen krijgen, want dat is een hele vervelende zaak. Het is net goed gegaan met Griekenland, maar ik weet niet of dat met andere landen ook zo zou gaan.
Dat waren mijn opmerkingen, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Ballekom. Dan is het woord aan de heer Martens namens GroenLinks-PvdA.