Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.31 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Mijn fractie feliciteert mevrouw Bakker-Klein, mevrouw Van Toorenburg en de heer Holterhues met hun gisteren en vanochtend gehouden maidenspeeches. We hopen op een goede samenwerking met hen. Ik feliciteer ook collega Griffioen, die zojuist heeft gesproken. Heel graag zie ik uit naar een goede samenwerking. En ik feliciteer alvast collega Bovens en collega Martens, die ook hun maidenspeech zullen houden.
"50PLUS heeft respect voor het besluit van premier Rutte om niet terug te keren als lijsttrekker en de politiek op enig moment te verlaten. Ons land is premier Rutte veel dank verschuldigd als leider van vier kabinetten sinds 2010, in soms moeilijke tijden. Het is een verstandig besluit; het is tijd voor verandering. 50PLUS wenst Mark Rutte het beste voor de toekomst." Dat was gisteren onze verklaring naar de leden van 50PLUS en onze kiezers. Om met Boudewijn de Groot uit 1973 te zingen en te spreken: hoe sterk was de eenzame fietser?
Doordat het kabinet het onderling dermate oneens was met elkaar dat men de stekker eruit heeft getrokken, hebben wij vandaag hier een merkwaardig debat. Afspraken naar aanleiding van de Voorjaarsnota kunnen we niet meer maken, want die tellen niet. Kritiek op de Voorjaarsnota kunnen we uiten, maar tegen wie en wat schieten we ermee op? Daarom kies ik ervoor een aantal kanttekeningen te maken bij het beleid van dit kabinet, en soms ook bij het regeringsbeleid van de jaren ervoor.
Het hoofdpunt van kritiek van de kant van 50PLUS is de almaar onbedwingbaarder wordende neiging om tot in de haarvaten sturend aanwezig te willen zijn. Kijk eens naar alle regelingen en subregelingen die het woud van toeslagen, kortingen en heffingen langzamerhand tot een ondoordringbaar oerwoud maken. Kijk eens naar alle uitvoeringsproblemen waar we de laatste jaren mee te maken kregen, maar die het enthousiasme voor nog meer fijnafstemming nog steeds voor geen stuiver afremmen.
Ook vandaag staat er weer zoiets op de agenda: de inkomensondersteuning IO-AOW. Omdat de regering wil bijsturen naar de jeugd, via een hoger kindgebonden budget, moet de simpele koppeling tussen AOW en minimumloon weer met allerlei uitzonderingen en toevoegingen worden belast. De jeugd gaat meer krijgen en de ouderen kunnen de boom in; die hebben genoeg, zegt minister Schouten. Daar is heel wat op af te dingen, want alleen AOW is zeker geen vetpot. En waar de jeugd het eigen lot nog kan verbeteren door hard werken en diploma's, kunnen ouderen dat niet meer. Zij hebben immers geen verdiencapaciteit. Ik kan me hier namens mijn achterban enorm over opwinden, maar dat heeft tegenover een demissionair kabinet en demissionaire ministers geen zin. Daarom concentreer ik me op het dieperliggende probleem.
Ook hier wordt weer gewerkt met het scheppen van uitzonderingen op een ooit doordachte algemene regeling. De koppeling tussen het minimumloon en de AOW heeft een geschiedenis vanuit het kabinet-Den Uyl; die koppeling is er niet zomaar gekomen. Het kabinet-Van Agt/Wiegel heeft dat toen in wet vastgelegd. Het is een ijkpunt in ons sociale systeem. Daar moet je niet op basis van steeds weer andere actualiteiten aan gaan frutselen; dit jaar bijvoorbeeld gaan de gepensioneerden, de AOW'ers er misschien iets meer op vooruit. Elk precedent is er een, en voordat je het weet heb je die koppeling feitelijk losgelaten en daarmee afgeschaft. Daarom zeg ik vandaag tegen de collega's: dat bent u toch hopelijk met mij eens? Daarom nodig ik hen uit om dat via steun voor een motie van mij over de koppeling van de AOW aan het minimumloon, vandaag later op de dag in te dienen, duidelijk te maken.
De vraag is heel principieel: is het de taak van de regering om zo diep in die regelingen in te grijpen? Vindt het kabinet dat een regering alles moet proberen op te lossen en inkomens tot op cijfers achter de komma moet corrigeren en bijsturen? Naar de opvatting van mijn fractie is dat niet de taak van een regering en bovendien veroorzaakt en stapelt zij zo telkens haar eigen problemen, voedt ze verwachtingen en oogst ze breed wantrouwen. Tel uit je winst.
Voorzitter. Het beleid van de regering moet globaler en het moet zo mogelijk steeds berusten op draagvlak bij de mensen en bij het bedrijfsleven. Vervolgens is het aan de mensen en aan het bedrijfsleven om met de voorwaarden die de overheid aanreikt, een samenleving te bouwen waar het goed toeven is, met een bloeiende en kansrijke economie en met een sociaal weefsel dat saamhorigheid stimuleert en dat sociale problemen aankan en oplost.
Voorzitter. Onze sociale verzorgingsstaat was een product van drie partijen: de overheid, de werkgevers en de vakbonden. Door het met elkaar te doen, nam ook elk van die partners verantwoordelijkheid voor de uitkomst. Het gaf Nederland een sterk sociaal stelsel, bestendige sociale rust en stabiliteit. Het geleidelijk alles overhevelen naar alleen de overheid heeft het regeringsbeleid overladen, heeft de maatschappelijke organisaties hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ontnomen en heeft de samenleving onrustiger en wantrouwender gemaakt door al die voortdurende beleidsaanpassingen. Dat is geen winst, dat is verlies.
Volgende vraag: wie bepaalt dan eigenlijk de agenda van de regering? Ja, de coalitie, zal men zeggen. Maar nee, de coalities van de laatste jaren hebben zich vooral laten sturen door urgenties die elders aan tafels werden geagendeerd en waar kritiekloos achteraan wordt gelopen: klimaat, pfas, stikstof, CO2, energie, Groningen en er zijn er nog meer; allemaal zaken die tien, twintig jaar geleden ook al bestonden, maar die ineens hoog urgent en topprioriteit werden.
Voorzitter. Ik ben nog in de oorlog geboren en heb dus de hele periode van wederopbouw, nieuwe welvaart en de verzorgingsstaat meegemaakt. In mijn jeugd was de lucht vuiler, zaten de rivieren vol fosfaten en andere troep, was het vervuilender en was het gebruik van insecticiden in de landbouw ongeremd. Sindsdien is er al ontiegelijk veel gebeurd. De lucht is al veel schoner en in de rivieren leven weer vissen. Werkelijk, als je dat vergelijkt met vroeger — "vroeger" is nog niet zo lang geleden — dan zie je overal vooruitgang. Bij het maken hiervan schoot mij te binnen dat toen ik in 1967 op Financiën kwam, op IFZ, Internationale Zaken — daar werkten vijf medewerkers, geloof ik; het zijn er nu meer dan 100 — ik elke morgen een stofdoek uit de bureaula moest halen om mijn bureau schoon te maken. Dat gold ook voor mijn collega's. In het oude ministerie van Financiën mocht namelijk nooit nieuwbouw plaatsvinden; de minister van Financiën mocht nooit aan zijn eigen gebouw werken, zeiden de collega's. Toen moest ik dus met een stofdoek het kolenstof van mijn bureau vegen, want elke morgen om 6.00 uur ging de kolenboer langs alle burelen, waarvan akte. Maar we creëerden met elkaar de sfeer van volledig falen tot nu toe, van een crisis die onmiddellijk om de meest drastische maatregelen vroeg, ook ten koste van de economie, en we gingen met z'n allen achter een Zweeds schoolmeisje aan lopen en alle mensen ouder dan 40 jaar beschuldigen van volledig falen.
Voorzitter. Dit is een optelsom van geschiedvervalsing, van een hype, van crisiscreatie, met als uitkomst hysterie. Maar het gaf de overheid wel alle sleutels om haar bemoeizucht nog intenser te maken. In plaats van dat er een weloverwogen en rustige dialoog met de samenleving werd gestart over "hoe erg?" en "wie doet wat?", kwamen uit Den Haag al snel plannen en projecties die de hele samenleving zouden hebben ontregeld als ze meteen allemaal zouden zijn uitgevoerd. Er kwam regelgeving op basis van abstracte modellen, niet op basis van maatschappelijk inzicht. Er kwamen allerlei toeslagen, lastenverhogingen, herschikkingen, verboden, inkrimpingen en forse ingrepen in economische sectoren. Covid gaf daar nog een impuls bovenop. Over de toeslagen zei ik in 2003, bij de invoering, tegen Joop Wijn: doe het niet en doe het de Belastingdienst niet aan. Het gebeurde toch. Werkgevers probeerden aan klimaattafels om zo veel mogelijk orders te krijgen. In plaats van ondernemerschap zag je een toenemende neiging om subsidies te halen. De schatkist stond immers toch wijd open. De werkgevers harkten de nieuwe Pensioenwet binnen, net als de oude senaat. Daarom kunnen straks de premies omlaag, omwille van de koopkracht. Dat maakt de pensioenpot minder gevuld en dat betalen de ouderen, en vooral de werknemers straks, met een lager pensioen. Mark my words.
Bij veel gewone mensen groeide toch al de bezorgdheid over hoe dat straks allemaal betaald zou moeten gaan worden. Bovendien waren er andere zorgen, over immigratie, ingrijpende cultuurveranderingen en polarisatie, dus, kortom, over een hardere maatschappij. Je zou de BoerBurgerBeweging de noodrem kunnen noemen waaraan de samenleving heeft getrokken. Kunnen de leden van dit demissionaire kabinet in dit huis van nadenken in dit debat eens een poging doen om met ons in discussie te gaan over hoe de onrustige en opgejaagde samenleving weer wat tot kalmte kan komen en weer vertrouwen gaat krijgen in haar bestuur? Is dit debat niet een mooi moment om een aftrap te doen met het oog op de ambities van een nieuwe regering straks? U bent nu bij uitstek ervaringsdeskundige geworden.
Er komen nog problemen genoeg op ons af. Dan verlang je naar de sfeer van Willem de Zwijger, de Vader des Vaderlands, die als lijfspreuk "saevis tranquillus in undis" voerde: rustig te midden van een woelige zee. Zou een kabinet niet veel meer rust moeten brengen dan de onrust verder aan te blazen? Is het niet veel meer voor de hand liggend om het systeem van ons bestel intact te laten, zoals automatische in de wet vastgelegde koppelingen? Is het niet veel beter om de politiek niet onmiddellijk verantwoordelijk te laten zijn voor alles? De samenleving kan ook heel goed problemen zelf aan. Graag hoor ik reacties op deze bespiegelingen, in ieder geval van de regering.
Onze bezorgdheid geldt in de gehele samenleving. Maar als woordvoerder van 50PLUS breek ik een extra lans voor de ouderen in ons land. Je hoort er zelden over, ook gisteren niet in de Tweede Kamer, op Wilders na, denk ik. Zij moeten op geen enkele manier sluitpost worden van de economie of de rijksbegroting. Anders zijn en blijven zij het kind van de rekening. Hun AOW moet veilig en zeker zijn, vastgekoppeld aan de ontwikkeling van onze welvaart. Hun pensioenen mogen niet in gevaar komen door de nieuwe Pensioenwet, die echt een deel van het solidaire fundament onder een waardevast en welvaartsvast pensioen heeft aangetast. Ouderen hebben een bijdrage geleverd aan de maatschappij en verdienen een goed verzekerde rust na gedane arbeid. In dit verband is het vrij zorgelijk dat het ibo met een rapport is gekomen onder de titel "Een zeker bestaan. Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum". Maar nu komt ie weer: niet voor 3 miljoen AOW'ers en 1 miljoen arme AOW'ers die geen pensioen hebben. Het is onbegrijpelijk.
De 50PLUS-fractie vindt dat in het regeerakkoord een heroverweging van de in deze Kamer op de valreep aangenomen Pensioenwet moet worden opgenomen die leidt tot een vereenvoudiging en betere uitvoerbaarheid. De beste stap is de bestaande rechten en aanspraken van 10 miljoen deelnemers te respecteren en dus niet te gaan invaren. De wet is zo ingewikkeld en niet uitvoerbaar dat voor de invoering minstens vijf jaar nodig blijkt. Het CDA dacht aan 2030. Dat is tijd genoeg voor de sociale partners en pensioenfondsen om geen onomkeerbare besluiten te nemen.
Voorzitter. Minister Schouten heeft in de brief van 31 januari 2023, onder nummer 36200 en 36208, onder de letters AU, aangegeven de moties van 50PLUS niet uit te voeren. In de motie-Van Rooijen c.s. (36200, AK), die mede ondertekend is door de fracties van GroenLinks en de Partij van de Arbeid, werd de regering verzocht de verlaging van de Inkomensondersteuning AOW, de zogenaamde IO-AOW, van €28 naar €5 terug te draaien en die uitkering derhalve weer te verhogen tot op het oude niveau op 1 juli 2023. In de motie-Van Rooijen (36202, letter Q) werd de regering verzocht de afschaffing van de IO-AOW per 1 januari 2025 alsnog ongedaan te maken en met een nieuw wetsvoorstel te komen om de IO-AOW weer in te voeren uiterlijk 1 januari 2025. Mijn fractie is uitermate teleurgesteld over het negatieve besluit van de minister en de motivering ervan om de moties niet uit te voeren en vraagt de minister terug te komen op haar besluit en de moties alsnog uit te voeren. Mijn fractie overweegt anders twee moties in tweede termijn.
Voorzitter. De Voorjaarsnota 2023 heeft sinds vorig jaar een meerjarig karakter. Mijn fractie is verheugd over deze ontwikkeling. Ik beperk mij nu tot de inkomstenkant, de belastingkant. Het denken bij de staatssecretaris en bij zijn ambtenaren staat niet stil, het denken bij 50PLUS evenmin. Mijn fractie heeft grote waardering voor deze kundige staatssecretaris. U komt uit de Eerste Kamer en weet als geen ander hoe ellendig het voelt: je kunt hier geen kant op, want de senaat kan niet amenderen en heeft vaak met koppelverkoop te maken. Omdat u het weet, vraag ik u of u hierover uw mening wilt geven. Voelt u het ook zo dat het zo eigenlijk niet goed kan? Tijdens het debat over het Belastingplan 2023 heeft de 50PLUS-fractie een motie ingediend om dit proces verder te versterken en met enkele maanden te vervroegen. De motie werd helaas niet aangenomen. Ik kom daar nu op terug.
De staatssecretaris valt te prijzen voor de brief van 8 mei aan de Tweede Kamer over de zogenaamde fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van 21 pagina's en een bijlage met de voorlopige inhoud van het pakket van een aantal aparte wetsvoorstellen en het wetsvoorstel Belastingplan 2024 met, let wel, 47 voorstellen. Het is opvallend dat de Tweede Kamer in het debat over de Voorjaarsnota weinig tot geen aandacht heeft besteed aan deze agenda. Des te meer reden om in de senaat die aandacht wel te geven. We krijgen beter en eerder inzicht in wat ons te wachten staat, maar dat inzicht gaat nu nog niet gepaard met concrete fiscale voorstellen die de Kamer apart en eerder kan behandelen, los van het gewone belastingpakket en Belastingplan, dat wij in december koortsachtig moeten behandelen. Wij vroegen eerder schriftelijk of dat wel kan voor de Miljoenennota 2025. Onze vraag blijft: kunnen zo veel mogelijk eigenstandige fiscale voorstellen van meer structurele aard en eventuele voorstellen op grond van de Europese regelgeving in het vroege voorjaar worden ingediend, terwijl de fiscale voorstellen over de koopkracht in september worden ingediend of aangevuld? Kan de staatssecretaris ons toezeggen dat hij zijn uiterste best doet om dat voor de Miljoenennota 2025 zo veel als mogelijk tot stand te brengen? Een inspanningsverplichting voor deze bewindsman, die er in het vroege voorjaar van 2024 zeer waarschijnlijk ook nog zit. In het kader van deze fiscale agenda heeft mijn fractie enkele vrij principiële vragen, eigenlijk zes fiscale schoten voor de boeg.
Eén. Een wetsvoorstel over het toekomstig belastingstelsel op basis van werkelijk rendement is in de maak. Het streven is om in het derde kwartaal een internetconsultatie te openen. Dat is dus heel snel. Het gaat over het belasten van de vermogensaanwas. De 50PLUS-fractie had en houdt grote bezwaren tegen die vermogensaanwasbelasting. Het is weliswaar simpel voor de Belastingdienst, maar een ramp voor de burger die belast gaat worden over papieren waardestijgingen. Dat zijn geen werkelijke rendementen, immers niet gerealiseerd. Waardestijgingen mogen pas belast worden, als beleggers deze realiseren en kunnen betalen. Bovendien zijn de budgettaire opbrengsten zeer onzeker om twee redenen. Een ruime verliescompensatie en inflatiecorrectie zijn noodzakelijk. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Twee. De staatssecretaris neigt naar het overbrengen van de waardestijging van vastgoed van box 3 naar box 1 om de impasse te doorbreken die ontstaan is door het kerstarrest van de Hoge Raad. Het belasten van waardeontwikkeling van vakantiewoningen, beleggingspanden en grond is niet gemakkelijk, aldus de staatssecretaris. Mijn fractie ziet dit op zich als een goede eerste stap om alle inkomsten — let wel: inkomsten — weer terug te brengen naar box 1. Wat vindt de staatssecretaris van onze gedachte om terug te gaan naar het oude synthetische inkomstenbelastingstelsel met een gematigd progressief tarief dat het werkelijke totale inkomen belast, maar dan ook alleen de inkomsten en niet papieren waardestijgingen? Is hij bereid om het voor en tegen in een nota op een rij te zetten en deze te betrekken bij de internetconsultatie? Graag een reactie.
In box 2 zit 500 miljard opgepot uitgesteld inkomen. 50PLUS was en is voorstander van defiscalisering van de eigen woning: het eigenwoningforfait van tafel. Is de staatssecretaris bereid om een notitie op te stellen met de voors en tegens en die de Kamer toe te zenden, bij voorkeur bij de internetconsultatie? Een lange overgangstermijn is noodzakelijk voor de hypotheekrente.
Het successierecht ontbreekt in de agenda. Is de staatssecretaris bereid om een studie te verrichten naar het voor en tegen van afschaffing van het schenkingsrecht en het successierecht? Deze belasting brengt structureel relatief weinig op, het is een grote vereenvoudiging en zij is in een aantal landen afgeschaft. Let wel: Zweden, Portugal en Oostenrijk zijn ons voorgegaan.
Dit jaar volgt een evaluatie van de heffingskortingen. Daarover kort de volgende vragen. Kan de afschaffing van de omstreden inkomensafhankelijkheid van kortingen overwogen worden, die tot extra extreme marginale druk heeft geleid en het verwerven van extra inkomen sterk belemmert?
De voorzitter:
Dat is het einde van uw spreektijd.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik ben bijna aan het einde van mijn betoog, voorzitter. Kan het instrument van de arbeidskorting tegen het licht gehouden worden? Het kost nu al 35 miljard en het gaat naar 50 miljard, de fiscale discriminatie tussen werkenden en niet-meer-werkenden, werkenden die overigens al bijna geen AOW-premie meer betalen door die arbeidskorting.
Voorzitter. Ja, dan nog een. Mijn fractie wil dat de discriminerende bosbelasting wordt afgeschaft, de verkapte eerste fiscalisering van de AOW die een grote verkiezingsnederlaag van de Partij van de Arbeid inleidde. Door die bosbelasting krijgen ouderen, AOW'ers, steeds minder inflatiecorrectie en schieten ze dus veel sneller naar de volgende schijf, zeker bij hoge inflatie.
Overigens is de 50PLUS-fractie van mening dat er een aanvullend koopkrachtpakket moet komen omdat tijdelijke maatregelen in 2024 vervallen, zoals de €1.300 toeslag voor de minima, waaronder ook 1 miljoen AOW'ers zonder pensioen, een van de drie AOW'ers.
Ik ben benieuwd naar de antwoorden en hopelijk beschouwingen van de bewindslieden. Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Van Ballekom namens de VVD.