Plenair Lagas bij voortzetting behandeling Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum



Verslag van de vergadering van 3 oktober 2023 (2023/2024 nr. 02)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Lagas i (BBB):

Voorzitter, dank u wel. Het lastige van als laatste aan de beurt zijn, is dat je inmiddels je hele speech vol hebt gekladderd met allerlei opmerkingen die ook wel interessant zijn.

Voorzitter, dank u voor het woord. Vooral natuurlijk dank aan de initiatiefnemers die hier zijn. Hartelijk welkom aan de minister, die straks met ons, neem ik aan, het debat aangaat. Ook noem ik mijn collega's die vandaag hun maidenspeech hebben gehouden. Onze partij bestaat overigens pas vier jaar. Dat schreef ik eventjes in de kantlijn. Ik kan nog niet in uw schaduw staan, meneer Schalk, met 100 jaar, maar gelukkig hebben wij wel een heel groot mandaat gekregen van de kiezers. Daar zit 'm het verschil misschien in.

"Twintig jaar lang preekte ik tegen studenten van Princeton dat het referendum en het volksinitiatief nonsens waren. Sindsdien heb ik mij erin verdiept en nu wil ik mijn excuses aanbieden aan deze studenten. Directe democratie is de waakhond van de democratie." Was getekend: Woodrow Wilson, de 28ste Amerikaanse president. Deze uitspraak heb ik eens op mij laten inwerken. Er staat nogal wat. Wilson komt, in die tijd, terug op zijn mening, en biedt als president zijn excuses aan. Nu ben ik de laatste tijd een beetje allergisch geworden voor politieke excuses, maar geplaatst in die tijd is het zeker opvallend.

Het is een eer om hier als volksvertegenwoordiger te staan, als senator, hier met u allen, en te debatteren over een initiatiefvoorstel dat heel veel mensen raakt, een aanpassing van de Grondwet in verband met de mogelijke invoering van een bindend correctief referendum. Dat is inderdaad met u, u allen, 75 oprecht gemotiveerde senatoren die uit volle overtuiging ja hebben gezegd tegen dit verantwoordelijke werk. Zo heb ik u allen inmiddels mogen leren kennen: betrokken, gemotiveerd en plezierig in de samenwerking. Ik ben mij er steeds meer bewust van geworden dat wij, met elkaar, het laatste filter zijn voordat nieuwe wet- en regelgeving in werking treedt. Dat zijn wij allemaal, en iedere zetel telt daarbij, en iedere stem.

Daarom moeten wij ons steeds de volgende zaken blijven afvragen. Hebben wij met elkaar, samen met de Tweede Kamer, genoeg wijsheid in pacht? Hebben wij alle neveneffecten van wetgeving goed in beeld? Hebben wij voldoende oog voor wat het met minderheden doet? Hebben wij steeds onze oren te luisteren gelegd, bijvoorbeeld bij de mensen, de bedrijven en de maatschappelijke organisaties die door onze wetten en regels geraakt gaan worden? Hebben wij in beeld wat amendementen met oorspronkelijke wetsvoorstellen hebben gedaan? Hebben wij kritisch genoeg naar het effect van deze amendementen gekeken? En hebben wij tijd genoeg kunnen vinden om al die relatieve onderliggende stukken te lezen?

Als BBB zijn wij gezegend met een grote fractie, maar ik vraag mij regelmatig af: hoe doen kleine fracties dit toch? Moeten we binnenkort niet eens een keer kijken naar de hoeveelheid ondersteuning van de Eerste Kamerfracties?

Had ik dit werk voldoende in beeld toen ik kandidaat werd? Deels, kan ik u zeggen. Het is erg veel en erg belangrijk werk, waarbij wij continu onze rol ten opzichte van de Tweede Kamer in het oog moeten houden. Na het wegstemmen van de Wet werken waar je wilt was ik echt onaangenaam verrast door een bericht van een staatsrechtgeleerde die de Eerste Kamer het volgende verweet: "Indirect gekozen Eerste Kamer begint steeds meer initiatiefvoorstellen van direct gekozen Tweede Kamer te verwerpen, circa 10%. De EK verwerpt hoogst zelden regeringsvoorstellen, 0,5%." Hij meldt verder: "Een slechte zaak, te grote broek senaat." Ik kan dit slechts plaatsen als onderbouwing van zijn voorstel om de Eerste en Tweede Kamer te gaan samenvoegen. Zolang dit niet het geval is, voeren wij gewoon de voor ons bij wet geregelde taken uit. Dat moet een staatsrechtgeleerde toch als muziek in de oren klinken! Alle wetsvoorstellen moeten voordat ze wet kunnen worden door de Eerste Kamer worden goedgekeurd en de kerntaak van de Eerste Kamer is de kwaliteit van wetgeving te toetsen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Waarom sta ik hier anders? Wij mogen nooit het klapvee zijn van de Tweede Kamer.

Ja, ik sta hier, samen met u. Dat had ik begin 2022 nooit kunnen denken: met pensioen gegaan, mijn bedrijf afgebouwd en een extra toezichthoudende functie geaccepteerd. Ik was in 2020 toch gestopt met de politiek na zoveel jaren, met de boodschap: zo, nu is de nieuwe generatie aan de beurt? Toch heb ik weloverwogen ja gezegd toen mij rond juni 2022 werd gevraagd om kandidaat te worden voor de fractie van de BBB in de Eerste Kamer. Niet omdat ik de wijsheid in pacht heb. Niet omdat ik als pensionado wél tijd heb. Niet om het allemaal maar eens even te gaan regelen. En vooral niet omdat ik de Eerste Kamer niet meer zinvol zou vinden. Maar vanuit oprechte passie voor de democratie en natuurlijk mijn ervaring in de politiek. Het bleek ook al snel na 2020 dat het meisje uit de politiek was gestapt, maar het was overduidelijk dat de politiek nog vastgenageld zat in het meisje. Nou ja, meisje.

Overigens, zonder mijn fantastische team en zonder alle input van u, collega's van andere partijen, die misschien anders denken maar die mij steeds weer blijven uitdagen om breder te kijken en te luisteren, kan ik dit werk niet doen. Mijn overtuiging zit vooral in de wil om het belang van de stille maar o zo vaak deskundige meerderheid te mogen vertegenwoordigen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat wij als volksvertegenwoordigers, net als een vertegenwoordiger die producten en diensten verkoopt, altijd in contact moeten blijven met hen waarvoor we het allemaal doen. Velen van u doen dit naast een drukke baan of andere verplichtingen. Petje af, diep respect voor allen die dit al vele jaren doen.

Waar komt mijn politieke passie eigenlijk vandaan? Vaak denk ik terug aan die puber die liever bij haar ooms zat op verjaardagsfeestjes, omdat daar over politiek werd gesproken. De puber die tegen haar moeder in opstand kwam, omdat op haar vraag "waarom dan" altijd het antwoord kwam "omdat ik het zeg". De puber die niet begreep hoe het eigenlijk werkt: hoe kan zo'n kleine groep mensen voor zo veel mensen beslissen? Niet verrassend dus dat deze puber al van jongs af aan actief werd in de politiek, de lokale politiek. Lokale politiek, de politiek die eigenlijk het dichtst bij de mensen staat en daarmee dicht bij de bron van veel kennis en ervaring.

Eerst was ik raadslid in Nieuwleusen, een klein dorp dat na de fusie bij de gemeente Dalfsen ging horen. Toen wij verhuisden naar het mooie buurtschap Vinkenbuurt van de gemeente Ommen, kwam ik ook daar weer in de gemeenteraad. Van 2006 tot 2014 mocht ik daar wethouder zijn. Als wethouder kwam ik in aanraking met het belang van participatie. Het woord was volgens mij toen niet eens bekend in overheidsland. Ik begon meteen met een aanpassing van de gebruikelijke overleggen. Bijvoorbeeld het overleg met LTO, RECRON, winkeliersverenigingen, ondernemersverenigingen et cetera deed ik als wethouder altijd op locatie, bij een bedrijf.

Wat heb ik al die jaren genoten van die lokale politiek en hoe trots was ik om in 2012 als wethouder van Ommen de eerste omgevingsvisie van Nederland te mogen laten vaststellen zonder zienswijzen. De nieuwe Omgevingswet stond toen nog goed in de steigers. We startten het project destijds heel symbolisch in de kelder van het gemeentehuis: bouwen aan een visie van onderop. Maandenlang gingen we luisteren en ophalen bij bedrijven, inwoners, belangenbehartigers op alle terreinen, sportverenigingen, onderwijs, gehandicaptenorganisaties, verenigingen voor plaatselijk belang et cetera. We gingen met partijen om tafel die tegengestelde belangen hadden. Ze mochten hun belangen aan elkaar toelichten en we daagden ze uit om minstens één belang van de ander te steunen. Wonderwel vonden ze elkaar en kregen ze begrip voor elkaar. Uiteindelijk kon iedereen in Ommen anoniem stemmen over de verschillende voorstellen die uit al die overleggen naar voren waren gekomen. Ik zei het al: het werd aangenomen en er kwamen geen zienswijzen.

Veel tijd is er geïnvesteerd aan de voorkant. Dat gaf veel positieve energie. Juridische procedures achteraf geven altijd negatieve energie. Daarnaast alle lof voor de gemeenteraad, die respect had voor al die inbreng en niet het debat nog eens dunnetjes over ging doen. De visie werd slechts op een paar plekken bijgestuurd. Het wederzijds vertrouwen was leidend geweest in het proces en wierp zijn vruchten af. Veel projecten die ogenschijnlijk onmogelijk waren, werden met draagvlak in de omgeving vlot getrokken. Veel aanpassingen van bestemmingsplannen gingen ook zonder zienswijze door. Hoe dan, zult u zich afvragen. Ik ben na vandaag beschikbaar om meer uitleg te geven voor de geïnteresseerden. Ik heb al veel inbreng gehoord over participatieprocessen, dus ik zal het misschien wel erg druk gaan krijgen. Ik hoop dat de minister mij ook weet te vinden.

De oorspronkelijke opzet van de Omgevingswet was echt goed. Het idee is spaak gelopen door het door bureaucratie gedomineerde proces, nadat het in 2017 om onverklaarbare redenen is overgedragen aan een ander ministerie. De titel voor een boek dat ik hierover zou willen schrijven heb ik dan ook al: Hoe een goed plan is verprutst. Tot zover het kopje frustratie in deze bijdrage.

Mijn politiek handelen was steeds gestoeld op besluitvorming op basis van participatie en vertrouwen. Hebben we een correctief referendum eigenlijk nog wel nodig om het vertrouwen te herstellen? Is dit initiatiefvoorstel nu hét moment om te laten zien dat wij het vertrouwen weer willen teruggeven aan onze kiezers? Shakespeare schreef: "De eigen slechtheid leert de gedachten van anderen te wantrouwen." Het is er eentje om over na te denken, maar het is een sterke. Laat ik u meenemen in een aantal overwegingen. Het is al vaker gezegd vandaag: het vertrouwen in de politiek is verdwenen. Het is aan ons allen, Eerste en Tweede Kamer, om dit te herstellen, maar natuurlijk ook aan de provinciale politiek, de gemeentes en de waterschappen. Dat werd net al even genoemd. Wij als BBB staan voor een overheid die dienstbaar moet zijn. De overheid moet er voor haar burgers zijn en niet andersom. Daarvoor zou wat ons betreft een bindend correctief referendum op zowel landelijk als provinciaal als lokaal niveau een instrument kunnen zijn. Dat kan daarmee een belangrijk middel zijn om dat vertrouwen een handvat te geven. Overigens staat dat ook in ons verkiezingsprogramma; u heeft dat misschien allang opgezocht.

Het instrument bindend correctief referendum kan wat ons betreft dan ook een noodrem of een rem zijn op besluitvorming nadat een wet in de Tweede Kamer is aangenomen, en daarmee een instrument om het draagvlak voor de betreffende wetgeving onder de bevolking op peil te krijgen en/of te houden. Het referendum kan op die manier bijdragen aan het grote gedragen en democratische karakter van het wetgevingsproces. Is het allemaal wel zo eenvoudig? We hebben daar veel over gehoord vandaag. Zitten er geen haken en ogen aan? Nee, het is helemaal niet eenvoudig en er zitten zeker haken en ogen aan. We kennen genoeg voorbeelden die steeds als mislukking worden aangehaald. Het brexitreferendum werd vanochtend ook al even genoemd. Dat ligt iedereen nog vers in het geheugen. Maar bang zijn is een slechte raadgever, zowel bang zijn voor polarisatie — ik hoorde dat langskomen vanochtend — als bang zijn voor een negatief effect. De heer Meijer van de VVD gaf in zijn inbreng aan dat het mogelijk een negatief effect heeft. Maar het kan net zo goed een positief effect hebben.

Mijn credo is dan ook al jaren: als ik niet kan uitleggen waarom het niet kan, dan moet het kunnen. De realiteit is echter altijd complexer dan het meest optimistische beeld doet vermoeden. Het is gewoon waar dat referenda de potentie hebben om mensen te betrekken bij belangrijke onderwerpen en het publieke bewustzijn te vergroten. Ze kunnen een nuttig instrument zijn om de mening van de bevolking te peilen over specifieke kwesties. Maar het is ook belangrijk om rekening te houden met mensen die zich gedistantieerd hebben van het politieke proces en die het vertrouwen in de democratie hebben verloren. Het is onrealistisch om te verwachten dat referenda onmiddellijk het vertrouwen van deze groep zullen herstellen en hen actief zullen betrekken bij het politieke leven. Het zal tijd en inspanning vergen om het vertrouwen van juist deze mensen terug te winnen en hen weer te laten deelnemen aan het proces. Ze moeten in ieder geval merken dat hun inbreng is opgemerkt.

Bij trainingen hierover gebruik ik vaak het voorbeeld van een kavel en een nieuw te bouwen huis. Velen van u zijn weleens geconfronteerd met de situatie waarin bekenden een kavel hebben gekocht en de tekening van het te bouwen huis laten zien. Het zal geen onbekend fenomeen dat je na het bezoek in de auto of op de fiets tegen elkaar zegt: mooi huis, máár … Hoe anders is het wanneer deze bekenden zouden zeggen: "We hebben een kavel kunnen kopen. Willen jullie eens meedenken hoe ons huis zou kunnen worden? Hebben jullie goede tips?" Als je daarna het ontwerp ziet en je dingen herkent die je hebt ingebracht, zal de reactie vaak zijn: "Mooi huis. Goed dat je onze tip hebt overgenomen." Mensen worden graag gehoord.

Interessant is trouwens het onderzoek van Charlotte Wagenaar en Frank Hendriks van het REDRESS-project over democratische innovaties. Zij onderzochten bijvoorbeeld de optie om op lokaal niveau het burgerberaad te koppelen aan een referendum. Dit idee ontstond vanuit het gegeven dat een merendeel van de gemeenten al een referendumverordening kent. Ik raad u van harte aan om u te verdiepen in dit project. Het REDRESS-consortium bestaat uit vier verschillende universiteiten en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daar komt mooi samen wat ik vandaag al gehoord heb: die participatie, dat burgerberaad en het referendum.

Vanzelfsprekend roept het voorstel dat wij vandaag bespreken enkele serieuze discussiepunten op. Het huidige voorstel lijkt misschien meer op een beperkt instrument dan een ruime uiting van de democratie. Wij sluiten ons graag aan bij alle kritische vragen die vandaag gesteld zijn over dit voorstel. Het vraagt nogal wat van de initiatiefnemers om tot een goede uitvoeringswet te komen. Er zijn inmiddels ook belangrijke onderwerpen uitgesloten. Ze zijn vandaag al voldoende genoemd; ik zal ze niet herhalen. Er worden inderdaad grenzen gesteld aan onderwerpen die vatbaar zijn voor een correctief referendum. Burgers zouden in een democratie op het eerste gezicht het recht moeten hebben om zich uit te spreken over een breed scala aan kwesties, met inbegrip van de zaken die nu uitgesloten zijn. Deze kwesties raken immers vaak ook direct het leven en de rechten van de burgers. Het onthouden van inspraak kan hier ervaren worden als een duidelijke beperking van democratische rechten. Kijkend naar alle wet- en regelgeving die in de Tweede Kamer wordt behandeld, blijft er immers ook nog heel wat wet- en regelgeving over die geschikt is voor de inzet van een bindend correctief referendum, vooral — dat herhaal ik dan maar even — wanneer de daaraan voorafgaande noodzakelijke participatieprocessen via burgerberaden of hoe dan ook niet een succes zijn geworden. Dan nog kan een bindend correctief referendum een interessant instrument zijn.

Naast een al dan niet beperkt referendum zou de overheid er goed aan doen om serieus na te denken over hoe zij die democratische participatie op meerdere terreinen makkelijker kan vergroten — ik zei dat zonet al — en over hoe zij niet alleen een referendum maar ook inspraak en participatie in de ontwikkelfase van wet- en regelgeving kan toelaten op belangrijke beleidsgebieden. Het huidige voorstel is deels een antwoord op de roep om een moderne democratie te worden, met inspraak en participatie. Ik hoop dat de minister dit ook oppakt.

De fractie van de BBB is in principe positief over het inzetten van een correctief referendum. De uiteindelijke keuze van de fractie wordt mede ingegeven door alles wat wij gehoord hebben vandaag. Wij vinden het erg belangrijk om alle inbreng die u hier als fracties aan ons heeft gegeven, mee te nemen in de afweging van onze definitieve keuze. Wij willen de initiatiefnemers en de minister ook heel graag meegeven om bij hun beantwoording goed te kijken naar alle vragen die hier gesteld zijn over de ingewikkelde materie, onder andere rondom de drempel.

Er is heel veel kritiek geweest op de tweedeling: eerst dit gedeelte en dan pas de uitvoeringswet. Maar misschien mag ik u mee terug nemen naar de beeldspraak die ik zostraks met u deelde. Wij zien deze wet eerder als de kavel, en de uitvoeringswet als de tekening van het huis. Met alle inbreng vanuit de verschillende fracties zouden we kunnen komen tot een prachtige tekening, maar laten we dit voorstel dan zien als de kavel waarop we dat huis kunnen gaan bouwen. Ik vond overigens de tip van meneer Kox over de input van de VNG ook erg interessant.

Eens even kijken of ik nog iets mis van wat ik erbij heb geschreven. Volgens mij heb ik het allemaal wel gehad.

Voorzitter. Ik begon mijn bijdrage met een uitspraak van een Amerikaanse president over het referendum, en ik eindig daar ook graag mee. Theodore Roosevelt: "Ik geloof in het volksinitiatief en in het referendum, die niet moeten worden gebruikt om het representatieve stelsel te vernietigen maar om het te corrigeren wanneer het niet meer representatief is." Ook een nadenker.

Ik dank u allen voor uw aandacht. Ik dank ook mijn familie, die heel lang heeft moeten wachten. Ik denk dat de ouders van onze kleindochter van zes dagen oud inmiddels slapen.

(Applaus)

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Lagas. Blijft u nog even staan, als u wenst, dan kan ik u van harte gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

U volgde een opleiding tot laborant en werkte als hoofd van het poliklinisch laboratorium in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle. Vervolgens haalde u het mo-Duits aan de Fryske Akademy en werd u docent aan het Deltion College in Zwolle. U gaf de vakken Duits, maatschappijleer en beveiliging. Ruim vijftien jaar was u verbonden aan de school, later ook als bestuurder van de opleiding internationale handel.

Tussendoor volgde u een opleiding tot legal mediator aan de Universiteit van Amsterdam en sinds 2008 bent u eigenaar van Brinkhof Bemiddeling & Advies. Daarmee komt het aantal mediators dat vandaag in dit debat debuteert op drie.

In 1990 werd u namens de VVD lid van de gemeenteraad van Nieuwleusen en in 1998 van die van Ommen. In 2006 werd u in die gemeente wethouder van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. U was bijna 30 jaar actief in de lokale politiek.

In 2021 maakte u de overstap naar de BoerBurgerBeweging. In een interview in Trouw, in aanloop naar de verkiezingen van mei dit jaar, zei u dat u niet van plan was fel oppositie te voeren. U focust zich op de inhoud en op de samenwerking. Ik citeer: "Als er goed kabinetsbeleid langskomt, zullen we dat gewoon steunen. We moeten bewijzen dat we geen anti-partij zijn."

Als lijsttrekker van een nieuwe partij in de Eerste Kamer heeft de BBB ook veel tijd gestoken in de voorbereiding van alle kandidaten op het werk van de Eerste Kamer en aan de opbouw van de partij in het algemeen. Zo vertelde u bij WNL Op Zondag dat men per provincie iedere drie weken bijeenkwam. U leerde over de politieke processen, maar leerde ook debatteren én speechen als Obama. U begrijpt, onze verwachtingen zijn zeer hoog gespannen!

Vóór de Provinciale Statenverkiezingen hoopte u op tien zetels in de Eerste Kamer. Dat het er uiteindelijk zestien zouden worden, had u niet zien aankomen. In hetzelfde interview zei u, en ik citeer opnieuw: "Wow, wat een groot gezin." Ik zou op mijn beurt willen zeggen: "Welkom bij de Eerste Kamerfamilie."

Nogmaals van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech.

Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

Dan schors ik de beraadslaging en geef ik thans de collega's de gelegenheid de leden Roovers, Van Bijsterveld, Hartog, Van den Oetelaar en Lagas te feliciteren met hun maidenspeech, maar niet dan nadat ik hen als eerste feliciteer. Dan verzoek ik de leden zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties.