Plenair Walenkamp bij behandeling Invoeren investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product



Verslag van de vergadering van 24 oktober 2023 (2023/2024 nr. 04)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Walenkamp i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Goedemorgen, mevrouw de staatssecretaris. Vandaag spreken we over een wet die op het eerste gezicht voor sommige mensen een op de duizend lijkt, maar de BBB vindt dit wel degelijk een hele belangrijke wet. De wet investeringen in culturele producties gaat immers over een betere bescherming van onze cultuur in allerlei facetten. Dat gaat ons als BBB ter harte.

Dit wetsvoorstel wijzigt de Mediawet 2008 en heeft als doel om de kwaliteit en het aanbod van het Nederlands audiovisueel product te versterken door investeringen daarin te verplichten. De definitie waar ook de Raad van State om vroeg, is ons daarin nog niet helemaal duidelijk. Dat is mijn eerste vraag. De investeringsverplichting vormt een reactie op de toenemende druk op het Nederlandse culturele product vanwege de veranderingen in het medialandschap en de sterke toename aan aanbod dat wordt gedistribueerd en vertoond door met name internationale spelers. Dit heeft duidelijk een groot maatschappelijk belang. Deze wet versterkt dat.

Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen jaren ligt versterking van onze nationale culturen en ook streektalen dan ook zeer in de rede. Zo gaf ook de Raad van State aan. Op meerdere onderdelen en om meerdere redenen hadden wij liever een andere, betere wet gezien, onder andere met een hogere percentage bescherming van de Nederlandse producties, en niet alleen bescherming van het Nederlands en het Fries, maar ook van de andere streektalen, en zeker de streektalen die wettelijke bescherming verdienen volgens de Europese verdragen. Daarbij denken we vooral aan het Nedersaksisch en het Limburgs. Die culturen in de regio's staan zwaar onder druk. Die mensen voelen zich achtergesteld. Daar maken wij ons grote zorgen over. Deelt de staatssecretaris onze zorg? Tweede vraag.

De BBB vindt het een goede zaak dat er een wettelijke investeringsverplichting komt. Er is nu immers nog helemaal niets. 5%. De vergelijkbare verplichting in Italië is zelfs 20%. Wat vindt u van dat verschil? Vindt u dat werkbaar? Vindt u dat beter? De Nederlandse en Friese taal worden via dit wetsvoorstel beschermd. Wij hopen van harte dat u wil toezeggen dat er in de toekomst meer bescherming zal komen voor de andere streektalen, zoals ik al zei, het Nedersaksisch, het Gronings, het Drents, het Sallands en ook het Urkers, het West-Fries. Die vallen daar ook onder. Ziet de staatssecretaris dat ook zo? Wat gaat zij daarmee doen?

Dit is ook belangrijk voor cultuur buiten de grote steden en de Randstad, voor cultuur op het platteland en in onze regio's. Zoals het wetsvoorstel nu voorligt, kan mijn fractie er dan ook helaas nog niet mee instemmen. De BBB vindt namelijk dat er veel meer aandacht en concrete steun moet komen voor de eigen cultuur van gewone mensen dichtbij. Die moeten we beschermen. Cultuur verbindt mensen, cultuur inspireert mensen. Op meerdere onderdelen hadden wij daarom een betere wet gewild, maar goed, vandaar dat wij om toezeggingen vragen.

Volgende vraag: is dit wetsvoorstel in lijn met reeds geldende wetgeving? Worden verdragen nageleefd? We hebben daar zo onze vragen over. De Europese verdragen ter bescherming van bijvoorbeeld het Nedersaksisch en het Limburgs zijn hierin niet meegenomen. "Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sieze kin, is gjin oprjochte Fries". Boter, brood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan, is geen echte Fries, nietwaar. Waarom zeg ik dit nou? Het is belangrijk voor die mensen, in dit geval in Friesland, om hun eigen taal te kunnen spreken. Het niet alleen belangrijk voor de Friezen, maar ook voor mensen met andere culturen en streektalen. We hopen dat u deze opmerking deelt. Het is niet alleen maar humoristisch bedoeld. Volgens BBB verdienen dus ook andere streektalen een beschermde status en financiële steun, niet alleen die ik net noemde: het Nedersaksisch in een paar facetten en het Limburgs. Zij vallen sinds enkele jaren onder een beschermde status als gevolg van het Europese Handvest voor regionale talen of talen van minderheden, onder andere artikel 16, dat in november 2019 is opgesteld.

Voorzitter. Sta me toe dit te illustreren aan de hand van een paar bijzondere uitdrukkingen, bijvoorbeeld in het Limburgs. Een Maastrichtenaar kan zeggen "de kreije vallen oet de loch": de kraaien vallen uit de lucht. Dat moet je wel weten. Het is echt een teken voor iemand uit in dit geval Zuid-Limburg dat hij dat ook gewoon kan zeggen. Mensen vinden het belangrijk om hun eigen taal en cultuur te kunnen uiten en wij vinden het belangrijk dat de investeringsproducties ook hiervoor een beschermde status bieden. Als een man op Urk zegt "ik ga naar de Ommelebommelestien", dan weet waarschijnlijk weinig volk wat hier bedoeld wordt. "Ik ga naar de Ommelebommelestien" betekent dat een vrouw, zijn vrouw, een kind gaat baren en dat hij haar daarbij gaat helpen. Heel modern, hoe prachtig. Urks is het prachtigste, meest mooie monumentale dat we in Flevoland hebben, onze nieuwe provincie. We hopen dat u dit deelt. Wat gaat u doen aan deze constateringen?

De conclusies onder 2 moeten zijn dat meer kennis van en ervaring met onze verschillende talen, literatuur en cultuur in heel Nederland waardevol en zeer wenselijk is en dat promotie en bescherming van deze streektalen meer financiële steun en ook wettelijke bescherming zou moeten genieten. We hopen dat u dit deelt. Deelt de staatssecretaris onze visie en, zo ja, waar blijkt dit dan uit? Zijn er dingen onbekend? Zijn er dingen die u meer wilt promoten, bijvoorbeeld voor de mbo-studenten die niet weten wat voor mogelijkheden er zijn? Ik spreek regelmatig hbo- en mbo-studenten en andere praktisch opgeleiden, mensen in opleiding tot cameraman/vrouw, journalist en redacteur, en die voelen zich vaak de mindere, vaak achtergesteld. Die willen graag iets doen voor hun eigen regio. Die willen graag iets doen voor hun streektaal. U zou hun daarmee een groot plezier doen en ook de gewone man, de gewone vrouw in de eigen regio. We hopen dat u daar kansen wilt bieden, dat u daar meerwaarde in ziet. Ziet u dat ook zo?

Het Nederlands en het Fries worden dus nu wel beschermd. Heel goed, maar wij hopen dus dat u dat voor die andere streektalen — ik verval in herhaling — ook wil doen. Een investeringsverplichting werkt volgens ons positiever voor de samenleving en de markt dan quota en heffingen. Ziet u dat ook zo of vindt u deze beschermende maatregelen juist zo belangrijk dat u de marktwerking wilt blokkeren? Hoe ziet u die verhouding? Dat lijkt me een dilemma. Is de regering ervan op de hoogte dat dat ook speelt in het maatschappelijk veld en in de markt?

Een van de aanbevelingen in het rapport — we hebben het eerder genoemd, onderdeel 7.1.g — was dat het versterken van het gebruiken van het Limburgs in de media zeer wenselijk is. Daar stond ook dat het versterken van het gebruik van het Nedersaksisch in de media zeer wenselijk is. Nog meer reden om dit serieus te nemen. Dan vinden we het toch typisch dat dat blijkbaar in eerdere aanleg, in eerdere vragen niet is meegenomen. Waarom niet? Is de regering bereid om dit alsnog serieus te nemen? Is de regering alsnog bereid om die streektalen — en dan niet alleen de streektalen die ik heb genoemd, maar ook de andere — te helpen?

Onbekend maakt onbemind. Diverse actieve mensen in de regio hebben nauwelijks gehoord van bijvoorbeeld het Filmfonds en CineSud, in Limburg, terwijl dat toch mooi zou zijn. Wordt daar wel goed gebruik van gemaakt? Wij hebben onze vraagtekens. Kunt u aangeven wat er dan mist in die promotie, wat er dan mist in die voorzieningen?

Meneer de voorzitter, volgens mij heb ik mij dan kort en krachtig in de vragen geuit. Ik hoop dat de staatssecretaris toezeggingen wil doen en dan hopen we in tweede termijn te kunnen instemmen. Dank u wel, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Walenkamp. Dan is het woord aan mevrouw Veldhoen namens GroenLinks-PvdA.