Plenair Aerdts bij behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Aerdts i (D66):

Voorzitter, dank u wel. Afgelopen vrijdag waren meer dan 50 jongeren van 17 verschillende politieke en niet-politieke jongerenorganisaties te gast in onze Kamer. Onze Voorzitter, de Waarnemend Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties Jan van de Venis en een aantal van mijn collega-Kamerleden waren hierbij aanwezig. We verwezen eigenlijk allemaal naar de Kinderen van de Staat, die over onze schouder meekijken en ons aansporen om toekomstbestendige wetgeving te maken. We spraken ruim twee uur met elkaar. Een van de belangrijkste oproepen die ze aan ons deden, was: denk vooruit. Ze zeiden: denk na over de consequenties die de wetten die jullie in dit huis aannemen voor ons hebben, en niet alleen over 1 of 2 jaar, maar ook over 10, 20 of 50 jaar; denk niet alleen na over bestaanszekerheid, maar ook over onze voortbestaanszekerheid, die hand in hand moet gaan met de maatregelen die betrekking hebben op de bestaanszekerheid nu.

Mijn fractie is dan ook blij dat, hoewel we vandaag natuurlijk een beleidsarme begroting bespreken, het kabinet de keuze heeft gemaakt om de meest kwetsbare groepen extra te beschermen en kinderarmoede niet te laten oplopen, ook niet in Caribisch Nederland. We zijn blij met de specifieke maatregelen die hieraan bijdragen, zoals het verhogen van de arbeidskorting, de huurtoeslag, kinderbudgetten en dergelijke. Die zijn er specifiek op gericht dat armoede wordt voorkomen en dat werkenden tot een modaal inkomen meer geld overhouden.

Voor een duurzame en welvarende toekomst voor ons allemaal is het van belang om nu te investeren in innovatie en onderzoek. We zouden toe moeten werken naar de Lissabondoelstelling om 3% van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Die doelstelling halen we niet door geld dat bedoeld is voor oplossingen voor de lange termijn in te zetten voor douceurtjes op de korte termijn. Die doelstelling halen we wel door bedrijven betere toegang te geven tot financiering om de transitie naar een nieuwe economie mogelijk te maken. Dit kabinet kan daar nu al voorbereidingen voor treffen. Kan de minister toezeggen om voor het einde van het jaar de motie-Slootweg/Bontenbal uit te voeren?

Investeringen moeten samengaan met — het werd al eerder genoemd vandaag — normeren en beprijzen. De regering maakt met wetten en beleid duidelijk wat de norm is, beloont goed gedrag en verhoogt de kosten van slecht gedrag. Daarom moeten fossiele subsidies worden afgebouwd. Denk bijvoorbeeld aan innovatie en schone technieken. Mijn fractie wacht dan ook met spanning de scenario's voor het afbouwen van die subsidies af — dat is de motie-Boucke/Kröger — die voor kerst worden verwacht. We verwachten dat het kabinet daarin ook de te verwachten gedragseffecten meeneemt. In de beantwoording van onze vragen over de gedragseffecten van de afbouw van fossiele subsidies geeft de minister aan dat deze sterk afhankelijk zijn van de wijze van afbouw en de handelingsperspectieven op verduurzaming of verplaatsing, maar ook dat preciezere cijfers nog niet beschikbaar zijn. In zijn laatste onderzoek, "Goede zaken. Naar een grotere maatschappelijke bijdrage van ondernemingen" — er werd al eerder aan gerefereerd vandaag — schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat er in zowel de theoretische als de empirische literatuur geen eenduidige conclusies te trekken zijn over weglekeffecten — het gaat hier specifiek om beprijzing — maar dat wel blijkt dat er genoemde aantrekeffecten aan te wijzen zijn. Kan de minister een onderzoek toezeggen naar theoretisch en empirisch bewijs van de te verwachten weglek- en aantrekeffecten van de afschaffing van fossiele subsidies?

Het werd al eerder genoemd: onder economen is er eigenlijk altijd discussie over de 3%- en de 60%-norm voor de Europese begrotingsregels. Mijn fractie vindt het belangrijk dat we oog houden voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, zodat toekomstige generaties dezelfde kansen krijgen als wij nu, of meer. Daarom willen we investeren in voorstellen die de economie structureel versterken en de overheidsfinanciën op lange termijn verbeteren. In de komende jaren vinden we een begrotingstekort acceptabel als we daarmee investeren in de toekomst van Nederland. Het niet doen van noodzakelijke uitgaven aan de energie- en klimaattransitie zou namelijk ook een schuld doorschuiven naar de volgende generaties. Het voorstel dat de minister met haar Spaanse collega heeft gedaan, biedt lidstaten ruimte voor noodzakelijke en landenspecifieke investeringen en behoudt de normen voor tekortreductie, zodat wij de toekomstige generatie niet met een onhoudbare schuld achterlaten.

Voorzitter. Ik gaf al aan dat we blij zijn dat we deze beleidsarme begroting hier toch uitgebreid bespreken — mijn collegae hebben daar al aan gerefereerd — want het budgetrecht van de Eerste Kamer is een groot goed. Vandaar ook het kritische punt dat al eerder gemaakt is, namelijk dat het jammer is dat wij hier in hele korte tijd naar kijken. Gisteravond ontvingen wij de laatste overzichten. Ik sluit me dan ook graag aan bij de opmerkingen van collega's Crone en Bovens. We maken ons namelijk wel zorgen over die mogelijke gedragseffecten. De heer Bovens vroeg net al om een overzicht, ook voor het bespreken van het Belastingplan. Heel graag, maar neem daarbij ook alstublieft de gedragseffecten van de door de Kamer gedane aanpassingen mee. Juist omdat de Tweede Kamer de begroting zo ingrijpend veranderd heeft — het begrotingstekort loopt op tot 3,1% — hadden we daar graag meer tijd voor gehad. Collega's gaven het al aan: kijk naar de regeling voor arbeidsmigranten en naar inkoop eigen aandelen en neem daarbij alstublieft ook de te verwachten gedragseffecten en gedragsgevolgen mee. Daarom zouden we de staatssecretaris graag vragen welke fiscale maatregelen nog kunnen worden ingevoerd voor 1 januari, welke per 1 juli en welke mogelijk later. Dit komt bij de bespreking van het Belastingplan dan aan de orde. Juist omdat die behandeling ongeveer drie weken voor de inwerkingtreding van een deel van de maatregelen plaatsvindt, krijgen we graag zo snel mogelijk een overzicht.

Voorzitter. Mijn fractie is blij dat in deze begroting uitgebreid wordt gesproken over het begrip "brede welvaart", maar het baart ons nog wel zorgen dat de regering brede welvaart nog steeds niet het uitgangspunt laat zijn voor de keuzes die gemaakt worden bij het opstellen van de begroting. Mijn collega van de BBB refereerde daar ook al aan. Bij het bespreken van het begrip "brede welvaart" in de begroting lijkt het nu vooral te gaan over het hier en nu. Wij missen het elders en later. In de beantwoording van onze vraag over het formuleren van indicatoren voor brede welvaart refereert de minister aan het financieel jaarverslag van het Rijk over 2022, aan de factsheet van het Centraal Planbureau. Zeer interessant en belangrijk, maar wederom voornamelijk een terugblik. Al sinds 2018 vraagt deze Kamer om brede welvaart te integreren in de Miljoenennota, juist ook om een vooruitblik op later op te nemen. Vorig jaar zegde de minister toe deze Kamer te informeren over de voortgang van het integreren van de brede welvaart in de begroting. Deze informatie hebben wij nog niet ontvangen.

Verder geeft de minister in de beantwoording van mijn vraag aan dat het eigenlijk niet mogelijk is en ook nergens in de wereld gebeurt om de kwantitatieve effecten van de begroting op de brede welvaart te meten. Vorig jaar gaf zij gelukkig zelf tijdens het debat al aan dat "nergens in de wereld" waarschijnlijk te grote woorden zijn en dat het vast wel ergens gebeurt. We spraken toen over voorbeelden uit andere landen als het ging om het plannen van de begroting op basis van de Sustainable Development Goals. Juist omdat wij in Nederland zulke uitstekende planbureaus kennen, ziet mijn fractie hier voor Nederland een voortrekkersrol weggelegd.

Als laatste punt bij dit onderwerp staat mijn fractie nog graag stil bij de impact van ons beleid op de rest van de wereld: het elders. De heer Crone refereerde er ook al even aan. Wij zijn er voorstander van dat in de effecten van ons beleid op de brede welvaart, en dus in deze Miljoenennota, ook de rest van de wereld wordt meegenomen, oftewel: wat is onze voetafdruk in de wereld? Inmiddels staat Nederland op plek 161 van de 166 landen in de SDG Spillover Index. Deze index geeft aan hoe het beleid en de uitvoering ervan door landen een positief of negatief effect heeft op het vermogen van andere landen om de duurzame ontwikkelingsdoelen te behalen. Nederland scoort al jaren als een van de slechtste landen, met name door stikstof, CO2-uitstoot, het exporteren van plastic afval en de fiscaal vaak nog zeer gunstige regels voor bepaalde bedrijven.

Voorzitter. In aansluiting op dit punt over de brede welvaart het volgende. Mijn fractie is teleurgesteld dat de brief die de minister vorig jaar tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen aan mijn voorganger Joris Backer heeft toegezegd over gender budgeting, er nog steeds niet is. Gender budgeting wordt weliswaar één keer in het Financieel Jaarverslag van het Rijk in 2022 genoemd, maar dat is geen invulling van de toezegging van vorig jaar. Daarin werd een brief toegezegd waarin zou worden aangegeven hoe het kabinet voortgang maakt met zowel de invulling van brede welvaart in de begroting in het algemeen, als gender budgeting in het bijzonder. Het woord "gender" komt niet één keer voor in de 125 pagina's van de Miljoenennota, ook niet in het kader van de brede welvaart. Mijn fractie kan dan ook niet anders concluderen dan dat er geen stappen zijn gezet om de begroting gendersensitiever te maken. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, ik rond af. Ik begon mijn betoog vandaag met de belangrijke bijeenkomst met jongeren die wij hier hadden. Daarmee stipte ik het belang van representatie aan. Dit waren mijn eerste Algemene Financiële Beschouwingen en het zijn de laatste van deze minister. Het viel mij op dat ik vandaag in de Kamer de enige vrouw ben die spreekt. Gelukkig is het kabinet wat dat betreft beter vertegenwoordigd. Ik spreek dan ook de hoop uit dat we hier volgende keer met wat meer vrouwen het debat zullen voeren, maar ik begrijp dat dat gelukkig bij de bespreking van het Belastingplan al het geval is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Aerdts. U heeft nog 5 minuten en 40 seconden over voor uw tweede termijn. Ik geef nu het woord aan de heer Van Strien van de PVV.