Plenair Van Rooijen bij voortzetting behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 31 oktober 2023 (2023/2024 nr. 05)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter, dank voor de soepele verlenging. Voor u staat een teleurgestelde senator met fiscale ervaring. Ik licht dit toe. Na de oliecrisis in 1973 met hoge inflatie in de jaren daarna, ver boven de 10%, heeft het kabinet-Den Uyl de wettelijke inflatiecorrectie geheel met de wettelijke 80% toegepast. Dat gebeurde drie keer in het Belastingplan dat ik indiende: in 1975, 1976, en 1977. Het ging om heel veel geld, groot geld, 2 miljard gulden per jaar. Op de totale begroting was dat toen, vergeleken met nu, veel meer. Maar dat ging van "au" in het kabinet. Er was groot verzet tegen mijn voorstel in de ministerraad. Dat kwam van het hele linkse smaldeel van tien ministers, en ook mijn eigen partij, de KVP, steunde mij nauwelijks. De premier heeft toen het voorstel gedaan om de ministerraad te schorsen. Dat is drie keer eind augustus gebeurd in die jaren. De premier en ik trokken ons terug voor onderling beraad, en na lang onderling beraad en schorsingen in de ministerraden stelde minister-president Den Uyl voor het voorstel van de staatssecretaris te volgen, tot verbijstering van de ministerraad en ook mijn eigen bewindslieden.

Voorzitter. Zo geschiedde. Driemaal een schorsing en driemaal werd de inflatiecorrectie toegepast, tegen de klippen op. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: waarom heeft hij dit voorbeeld uit de jaren '75, '76 en '77 niet gevolgd? Het tot driemaal toe toepassen van de nieuwe wet op de inflatiecorrectie van oud-collega Grapperhaus uit '72 was voor mij níét de koninklijke route — wél toepassen uiteraard wel. Ik kom daar bij het Belastingplan uitvoerig op terug.

Ik dank de voorzitter nog voor de soepelheid.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Van der Goot namens OPNL.