Verslag van de vergadering van 12 december 2023 (2023/2024 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.20 uur
Mevrouw Bakker-Klein i (CDA):
Voorzitter, ik realiseer me dat ik een enorm beroep doe op de belastbaarheid van u allen. En ik heb ook nog de verkeerde motie meegenomen, zie ik nu. Maar goed, ik begin alvast.
Dank voor de beantwoording van onze vragen door beide ministers en door de staatssecretaris. Ik dank de minister voor Armoedebeleid voor haar openheid over de dilemma's die zich voordoen in ons huidige systeem, onder andere waar het gaat om armoedebestrijding in relatie tot de marginale druk. Hoewel het voor Nederland goed zou zijn om snel een missionair kabinet te hebben, zijn wij van mening dat het ook goed voor Nederland is dat deze drie bewindspersonen meer doen dan alleen op de handen zitten en op de winkel passen. Daarmee willen wij u echt complimenteren.
Voorzitter. Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen zijn we uitgebreid ingegaan op onze visie ten opzichte van bestaanszekerheid. Dat zeg ik ook nog maar eens tegen de heer Van Apeldoorn. In onze bijdrage hebben we toen ook gesproken over de bijdrage voor armoede en de in de Miljoenennota aangekondigde kabinetsmaatregelen. We hebben ons in dit debat beperkt tot de bespreking van belastingmaatregelen. Toch raken beide onderwerpen elkaar wel. Het eerste rapport van de Commissie sociaal minimum laat zien dat mensen met een laag inkomen uit werk of uitkering bij ongewijzigd beleid in de komende jaren tot honderden euro's per maand tekortkomen. In een realistisch scenario komen alleenstaanden en paren zonder kinderen bijna €100 tot €200 per maand tekort. Dat geldt ook voor AOW'ers zonder pensioen. Een paar met een of meerdere kinderen kan te maken krijgen met een tekort van circa €200 tot €500 per maand. Bij eenoudergezinnen met een of meerdere kinderen is het beeld wisselend. Eenoudergezinnen met één kind hebben geen tekorten, maar tekorten ontstaan en lopen op naarmate het aantal kinderen toeneemt.
Voorzitter. Voor de CDA-fractie is het onbestaanbaar dat mensen in ons land onder de armoedegrens leven. De oplossing daarvoor is niet eenvoudig en gaat ook verder dan alleen fiscale oplossingen. Maar de voorgestelde fiscale oplossingen zijn wel nodig. De CDA-fractie dankt de staatssecretaris in dit verband voor zijn heldere en openhartige betoog over de keuzes die zijn gemaakt, onder andere met betrekking tot de inflatiecorrectie en de verantwoordelijkheid die hij daarin heeft genomen. De inflatiecorrectie is niet afgeschaft. De staatssecretaris maande ook terecht dat we voorzichtig moeten zijn met het aanpassen daarvan. Dat principe is voor het CDA van belang. Maar in dit geval steunen we de gekozen eenmalige aanpassing, om daarna iets te kunnen doen voor mensen onder de armoedegrens. Ik heb daar nog wel een vraag over: hoe gaat het kabinet voorkomen dat dit middel dat dus in principe niet gewenst is, voor een volgend belastingplan opnieuw als dekkingsmiddel wordt ingezet?
Dan de bankenbelasting. De staatssecretaris geeft in de beantwoording van onze vragen over het effect van het verhogen van de bankenbelasting aan dat het CPB inderdaad heeft vastgesteld dat deze maatregel doorwerkt in de rentetarieven voor spaarders en dat er een negatief effect is op de kredietverlening aan het mkb. De maatregel kan bovendien een negatief effect hebben op de vestigingskeuze.
Wij hebben een motie voorbereid met steun van in ieder geval VVD en BBB, waarin we de regering verzoeken om binnen zes maanden met beleidsopties te komen om de bankenbelasting aan te passen. De staatssecretaris geeft nu aan dat hierover naar alle waarschijnlijkheid nog deze maand een advies van de ECB volgt. Wij willen dat advies afwachten en zullen om die reden de motie nu nog niet indienen. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer het advies en de reactie daarop van de regering naar verwachting in onze Kamer zullen worden geagendeerd?
Voorzitter. Ten slotte de giftenaftrek. Vanzelfsprekend vinden wij het goed dat de staatssecretaris zegt dat hij met de goededoelensector aan tafel wil zitten. Dank daarvoor. Maar daarmee raakt de staatssecretaris niet aan ons onderliggend principiële punt dat we met op wantrouwen gebaseerde fiscale maatregelen geen misbruikproblemen oplossen. Helaas hebben we daar in het verleden te veel voorbeelden van gezien. Daarom dienen we nu toch onze motie in. Ik zal de motie voorlezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende:
-
-dat goede doelen in belangrijke mate en op verschillende manieren een bijdrage leveren aan de samenleving;
-
-dat het stimuleren van geven aan goede doelen een van de rijksbrede speerpunten is;
-
-dat een uitwerking van dat speerpunt de giftenaftrek is, waarvan het doel is het doen van — al dan niet periodieke — giften te stimuleren;
-
-dat de bij het Belastingplan voor 2023 voorgestelde aftopping, ondanks het nadere onderzoek naar de effecten daarvan naar aanleiding van de motie-Essers c.s., voor particuliere gevers nog steeds niet ongedaan gemaakt is;
-
-dat de argumentatie daarvoor is dat moet worden voorkomen dat vanwege die aftrek het belastbaar inkomen van de gever grotendeels, en in een aantal situaties zelfs tot nul, wordt teruggebracht;
overwegende:
-
-dat wantrouwen in burgers in het algemeen geen goed uitgangspunt is als het gaat om fiscale ingrepen in de filantropie;
-
-dat het aantal belastingplichtigen dat door de huidige begrenzing van aftrek van periodieke giften naar verwachting wordt geraakt zeer beperkt is, terwijl de nadelige gevolgen ervan voor de goededoelensector onevenredig groot zijn;
-
-dat het gevreesde ongewenste gedrag door grote particuliere gevers niet alleen door de overheid als ongewenst wordt gezien, maar ook voor de sector zelf imagoschade oplevert, waardoor er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid om ongewenst gedrag te voorkomen;
verzoekt de regering om in samenspraak met de goededoelensector te zoeken naar alternatieve maatregelen, bijvoorbeeld leidend tot een betere handhaving van de huidige anbi-regels casu quo proportionele aanscherping van die regels om het gevreesde ongewenste gedrag te voorkomen, waardoor de begrenzing van aftrek van periodieke giften van particulieren boven de €250.000 niet langer noodzakelijk is en de nadelige gevolgen voor de goededoelensector worden weggenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bakker-Klein, Baumgarten, Geerdink, Heijnen, Holterhues, Moonen en Schalk.
Zij krijgt letter AE (36418).
Dat klinkt alsof er ook voldoende ondersteuning in deze zaal is voor deze motie. Had u nog een tweede motie?
Mevrouw Bakker-Klein (CDA):
Nee, die dienen we nu dus niet in.
De voorzitter:
Dan dank ik u voor uw termijn. Dat betekent dat we aan het einde van de tweede termijn van de zijde van de Kamer zijn gekomen. Ik dank u voor uw gedisciplineerde opstelling. Dat heeft wat tijd gescheeld. Ik schors nu voor de dinerpauze.
Sorry, de laatste motie was motie 36418, letter AE.