Plenair Geerdink bij voortzetting behandeling Pakket Belastingplan 2024



Verslag van de vergadering van 12 december 2023 (2023/2024 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.59 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Geerdink i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Namens de VVD dank ik de bewindslieden hartelijk voor de uitgebreide beantwoording in eerste termijn. Daarnaast wil ik stilstaan bij de bewonderenswaardige inzet van de ambtenaren van de ministeries van Financiën, EZK en SZW, die er wederom in geslaagd zijn om in het hoge tempo van de afgelopen weken de inbreng van de Eerste Kamer te verwerken. Met uiteindelijk 17 wetsvoorstellen was dat dit jaar een bijna onmogelijke prestatie. Dank en hulde daarvoor.

Ik heb drie punten en ik heb drie moties. Ik begin met de punten. Ik begin bij het wetsvoorstel over de fiscale beleggingsinstelling (fbi). Wij begrijpen dat er een staatssteunrisico gelopen wordt omdat er onderscheid gemaakt wordt tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde fbi's. In eerste termijn hebben we daar onvoldoende bij stilgestaan. In dat kader verzoek ik de staatssecretaris om ons daarover per brief te informeren, zodat we dat kunnen betrekken bij onze beoordeling volgende week. Mijn verzoek is of hij dat zou kunnen toezeggen. Dat is mijn eerste punt.

Mijn tweede punt gaat over een verzoek dat de BBB-fractie heeft gedaan in relatie tot de Wet minimumbelasting 2024. Zij verzocht om een externe opinie over dit wetsvoorstel. Ook daarover vraag ik de staatssecretaris om ons daar voor de stemmingen van volgende week mee te verblijden. Dat is mijn tweede punt.

Het derde punt betreft iets wat voor mij nieuw was: de Tweede Kamercommissie die gaat over het nieuwe belastingstelsel. Misschien is hierover al iets duidelijk, maar ik weet het in ieder geval niet. Ik vroeg mij af hoe wij als Eerste Kamer worden betrokken bij die commissie over dat nieuwe belastingstelsel. Dat waren mijn drie punten.

Mijn drie moties ga ik voorlezen nadat ik heb opgemerkt dat wij heel gelukkig zijn met een aantal toezeggingen die we hebben gekregen van de bewindslieden. Wij zien uit naar een uitwerking van deze toezeggingen op korte termijn. Zoals ik heb gezegd in de eerste termijn van de behandeling van dit Belastingplan zullen we volgende week de knoop doorhakken en zullen we laten weten welke wetsvoorstellen we zullen steunen. Daarop vooruitlopend dienen we de volgende drie moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het onduidelijk is wat de economische effecten zijn van de voorgenomen maatregel om de inkoop van eigen aandelen per 2025 te belasten;

overwegende dat de mogelijkheid om zonder verschuldigde dividendbelasting eigen aandelen in te kunnen kopen een belangrijk strategisch instrument voor beursfondsen is, en dat omringende landen een dergelijke faciliteit kennen of geen dividendbelasting kennen;

overwegende dat de budgettaire opbrengsten onzeker zijn, en effecten op de overheidsfinanciën zelfs negatief kunnen zijn als een of meer bedrijven besluiten Nederland te verlaten, en dat daarmee de dekking voor de verhoging van het minimumloon onzeker is;

verzoekt de regering om in het Belastingplan 2025 met een alternatief dekkingsvoorstel voor het hogere minimumloon te komen, en de inkoopfaciliteit eigen aandelen te behouden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Geerdink, Heijnen, Van Rooijen, Baumgarten en Schalk.

Zij krijgt letter Y (36418).

U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Geerdink (VVD):

Ik wilde zeggen "dan ga ik de heer Van Strien verblijden", want we hebben een motie gezamenlijk met D66, maar ja, hij is er nu niet, wat dan heel jammer is.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bij amendement in de Tweede Kamer (36418, nr. 63) voorgestelde aanpassing van de 30%-regeling opbrengsten oplevert;

constaterende dat het voornoemde amendement oproept om deze in te zetten voor de studenten die gestudeerd hebben zonder basisbeurs;

constaterende dat het kabinet aangeeft dat het niet mogelijk is deze studenten op korte termijn te bereiken;

constaterende dat de maatregel vanaf 2025 negatief uitwerkt voor kennismigranten die naar Nederland komen;

overwegende dat de maatregel negatief uitpakt voor het open karakter van de economie in Nederland, terwijl het toekomstige verdienvermogen van Nederland hiervan afhankelijk is;

overwegende dat de maatregelen sectoren raken die afhankelijk zijn van kennismigranten, waaronder bedrijven in de techsector en het hoger onderwijs;

verzoekt de regering om de voorgenomen evaluatie van de 30%-regeling naar voren te halen, en op basis van deze evaluatie met een alternatief voorstel in het Belastingplan 2025 te komen die minder schadelijk uitpakt voor de economie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Geerdink, Moonen, Heijnen, Van Rooijen, Baumgarten en Bakker-Klein.

Zij krijgt letter Z (36418).

Mevrouw Geerdink (VVD):

Dan de laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel de effectieve belastingdruk op ondernemerswinsten in Nederland volgens de OESO tax database een van de hoogste is in de EU;

overwegende dat een te hoge belastingdruk op winst een rem zet op noodzakelijke investeringen en innovaties die nodig zijn voor de grote transities in onze samenleving en economie;

overwegende dat de invoering van een wereldwijde minimumbelasting in andere landen leidt tot nieuwe fiscale instrumenten om investeringen en innovatie aan te trekken;

overwegende dat de wereldwijde minimumbelasting van de OESO voorziet in mogelijkheden om investeringen en innovatie aan te trekken;

overwegende dat het niet benutten van deze mogelijkheden ertoe zal leiden dat de relatieve aantrekkelijkheid van Nederland voor investeringen en innovatie verder verslechtert;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de gevolgen van de invoering van de minimumbelasting voor het fiscale investerings- en innovatie-instrumentarium, en voorts met welke maatregelen Nederland uit de Europese achterhoede kan komen, en de Kamer daarover in het eerste kwartaal van 2024 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Geerdink, Heijnen, Van Rooijen, Baumgarten en Schalk.

Zij krijgt letter AA (36418).

Mevrouw Geerdink (VVD):

Daarnaast steunen wij de moties die door collega-fracties worden ingediend op de andere pijnpunten die wij hebben verwoord in de eerste termijn. Het belangrijkst zijn voorspelbaarheid en betrouwbaarheid. We hebben de staatssecretaris dit letterlijk horen zeggen en dat onderschrijven wij. Mede daarom kijken wij uit naar de reactie van de staatssecretaris in de tweede termijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Geerdink. Meneer Baumgarten ziet af van zijn tweede termijn. Dankzij het razendsnelle werk van collega Schalk, die zojuist nog een commissievergadering voorgezeten heeft, kan ik hem nu het woord geven voor zijn tweede termijn.