Plenair Dessing bij behandeling Tijdelijke wet Klimaatfonds en Begroting Economische Zaken en Klimaat 2024



Verslag van de vergadering van 19 december 2023 (2023/2024 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.57 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dessing i (FVD):

Voorzitter, dank u wel. Voor ons ligt de Tijdelijke wet Klimaatfonds, een wet die tot doel heeft om middelen te reserveren voor maatregelen die bijdragen aan het behalen van de reductiedoelstellingen uit de Klimaatwet. De vraag die wij moeten beantwoorden, is hoe rechtmatig, uitvoerbaar en handhaafbaar deze Tijdelijke wet Klimaatfonds is oftewel of deze wet in overeenstemming is met reeds geldende wetgeving, of zij de uitvoerende macht voldoende handvatten geeft om de gestelde doelen na te streven en of zij voldoende controlemiddelen biedt om op doelmatigheid van de uitgaven te handhaven.

Om met die doelmatigheid te beginnen. De minister zelf heeft wat ons betreft afdoende duidelijk gemaakt dat deze wet gedoemd is het in artikel 2 geformuleerde oogmerk niet te realiseren. In dat artikel wordt namelijk gesteld: "Het fonds heeft als doel het faciliteren van maatregelen om de mondiale stijging van temperatuur en de verandering van het klimaat te beperken door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen (…)". Deze minister heeft namelijk zelf gezegd dat het netto-effect van de ingezette financiële middelen ter waarde van 28 miljard euro een beperking van de opwarming van de aarde zal opleveren — ja, daar komt ie weer — 0,000036 graden Celsius. Hij gaf daarmee uiting aan een wetenschappelijke consensus bij monde van het IPCC.

Voorzitter. Eigenlijk kan ik mijn betoog hier stoppen, maar ik doe het toch niet. Dat is niet eens een druppel op een gloeiende mondiale plaat te noemen, maar een puur onmeetbaar effect. We gaan dus 28 miljard euro uitgeven aan ruis, aan niets. €2.000 per Nederlander. De mondiale temperatuur trekt zich namelijk helemaal niets aan van CO2-reductie. Evenmin kunnen wij door het verminderen van de CO2-uitstoot de totale hoeveelheid CO2 in de atmosfeer beïnvloeden. Tussen 1990 en 2021 is de uitstoot met een kwart gedaald en toch geeft het CO2-gehalte in de atmosfeer wereldwijd een constante lichte stijging aan in de afgelopen tientallen jaren. Klimaatmaatregelen hebben dus geen enkel effect gehad op de vermindering van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, laat staan enig effect op de mondiale temperatuur. Ook is er door de doemscenario's geen enkele uitgekomen.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

We zijn zo ongeveer de achttiende of negentiende economie van de hele wereld, zo'n klein landje. De achttiende of negentiende economie. Stel dat alle landen die achter ons zitten — dat zijn er dus pakweg 180 — zeggen: wij zijn ook maar 0,0000. Dan doen we allemaal niks. Het klinkt weinig, maar dan wordt het heel veel. En het gaat om 1%, graad, die we terug moeten. Ten opzichte van de geprognosticeerde groei moeten we van 2 naar 1 of van 2,5 naar 1,5 volgens de ramingen. Dus van die 1% moeten we allemaal een piepklein beetje doen. Een tweede punt is dat we ook nog de pech hebben of, nee, dat wij gelukkig niet alle producten die we in China laten maken met kolenstroom op onze credits hebben. Dat is hun CO2-rekening. Wij profiteren wel van de zonnepanelen die wij importeren. Zij betalen de CO2-credits op de rekening en wij hebben het voordeel. Dus als wij niks doen, zeggen die landen "bekijken jullie het maar" en dan gaat het klimaat ten onder. Wilt u dat het klimaat ten onder gaat, is mijn dus mijn vraag.

De heer Dessing (FVD):

Natuurlijk wil ik niet dat het klimaat ten onder gaat, maar dat is niet de vraag. Mijn tijd loopt trouwens door, even voor de annalen, zeg maar. Het antwoord is eigenlijk heel simpel. Voor Nederland is het dat kleine, onmeetbare getal. Als je dat extrapoleert naar het wereldwijde getal, dan is door datzelfde IPCC gezegd dat we als we al die maatregelen wereldwijd doen tot 2100, slechts met 0,04 graad reduceren. Ook dat is bijna niet meetbaar. Het klimaat trekt zich helemaal niets aan van CO2-reductie. Dat is mijn betoog.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Nee, het punt was dat u net doet alsof Nederland geen rol speelt in dit debat. Wij spelen een grote rol, want wij behoren tot de grootste historische veroorzakers van het probleem. We zijn een rijk land en heel veel landen achter ons hebben nog minder emissies dan wij. We kunnen toch niet tegen al die landen zeggen: lossen jullie het probleem maar op, wij doen het lekker niet?

De heer Dessing (FVD):

Het gaat erom dat wij hier praten over een fonds dat tot doel heeft om de stijging van temperatuur en de verandering van het klimaat te beperken door middel van financiële middelen. Dat is waarover we hier praten. Ik betoog dat dat geen enkel effect heeft op het reduceren van de temperatuur. Dat is de basis. Daar mogen we niet meer over praten, want we hebben een Klimaatwet en een Klimaatakkoord, maar dat is de basis. Ik kom er straks in mijn betoog op terug wat wij zouden moeten doen en wat de consequentie daarvan is.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Crone.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Ik vind het jammer dat ik als ik een vraag stel, een antwoord krijg op een heel ander thema. We moeten dat met z'n allen doen, met 200 landen. Als een land zoals Nederland, een van de grootste landen van de wereld qua emissies, dat niet doet, waar blijven we dan? U ontloopt uw eigen verantwoordelijkheid en het klimaat betaalt de schade. Ik had gehoopt met verstand van getalletjes uw begrip te krijgen, maar dat is er niet.

De heer Dessing (FVD):

Ik had gehoopt dat de heer Crone met verstand van de getalletjes die ik hier noem, ook eens een keer zou kunnen nadenken over het feit dat misschien alles wat we doen geen enkel effect heeft. Dat is de basis voor mijn betoog, waar ik het over wil hebben.

Ik ga door met mijn betoog, voorzitter. Kortom, we kunnen stoppen met dit instrument van CO2-reductie, want we kunnen met dit instrument van CO2-reductie simpelweg niet aan de thermostaatknop van de mondiale temperatuur draaien. Dit is jaren geleden al bevestigd door wetenschapper professor Jaap de Lange tijdens een expertmeeting over de Klimaatwet in de Tweede Kamer. Dit is een onweerlegbaar feit, wat de consensuswetenschappers van het IPCC daar ook tegenover stellen, want modellen zijn slechts voorspellingen, die zelden tot nooit uitkomen.

Tegelijkertijd is er consensus onder wetenschappers dat alle maatregelen volstrekt onvoldoende zullen zijn om de veronderstelde effecten van de dus niet beïnvloedbare klimaatverandering op onze leefomgeving tegen te gaan. Bij die effecten dient dan gedacht te worden aan reductie van mogelijke zeespiegelstijging, die in werkelijkheid een jaarlijks gelijkblijvende stijging van 2 millimeter is, en aan verschijnselen als veronderstelde extreme neerslag afgewisseld door perioden van extreme droogte. We dienen er dus volgens diezelfde wetenschappelijke consensus bij voorbaat van uit te gaan dat de 35 miljard euro die het Klimaatfonds ter beschikking stelt, het beoogde doel om doemscenario's over de veronderstelde desastreuze effecten van klimaatverandering tegen te gaan, niet zal realiseren.

Voorzitter. Inderdaad stel ik hiermee de effectiviteit en de noodzaak van het niet-bindende Klimaatakkoord en de Klimaatwet zelf, met de hiervoor genoemde feiten, ter discussie, en daarmee automatisch ook de noodzaak tot het instellen van het Klimaatfonds, zoals beoogd in deze tijdelijke wet. Het verder bespreken van de uitwerking van de diverse punten in deze wet heeft dan ook eigenlijk weinig zin.

Daarom toch de volgende vragen aan de minister. Welk evaluatiemoment is er gepland om de doelmatigheid en de effectiviteit van de Klimaatwet en het Klimaatakkoord te evalueren? Als er geen evaluatie plaatsvindt, terwijl er volgens de minister en volgens de feiten geen enkel meetbaar effect is op het reduceren van de temperatuur door middel van CO2-uitstoot, waarom gaan we hier dan nog mee door? Alleen maar omdat dit nu eenmaal Europees is afgesproken? Is de minister het met onze fractie eens dat de instelling van een Klimaatfonds hiermee een zinloze verspilling is van kostbaar belastinggeld?

Voorzitter. Het is daarnaast interessant om de advisering van de Raad van State over deze wet te bekijken. Die zegt namelijk dat het doel van 55% emissiereductie waarschijnlijk niet gehaald zal worden — andere fracties noemden dat ook al — tenzij we meer maatregelen nemen dan nu gepland. En dat terwijl Nederland al zucht onder de huidige maatregelen, die onze economie om zeep helpen en onze maatschappij inmiddels ernstig beperken. De knelpunten die de Raad van State noemde, zijn veelzeggend. Er is een ontoereikende netwerkcapaciteit, waarvoor 8 miljard euro per jaar nodig is. Er is onvoldoende uitvoerend personeel om alle warmtepompen, windmolens en zonneparken te realiseren. Er zijn onvoldoende grondstoffen en, eerder ook gezegd, de beoogde maatregelen zijn plannen, maar worden onvoldoende concreet.

Los daarvan valt er inhoudelijk nog wel meer over deze wet te zeggen. Als je dan toch 35 miljard euro ter beschikking stelt voor verduurzaming, los van het feit dat dit geen enkele invloed heeft op het klimaat, waarom wordt er dan niet direct meer zekerheid ingebouwd over de effectiviteit van de besteding ervan? Nu wordt het beheer van de beschikbare gelden overgelaten aan een uitvoeringsregeling, waarin naar bevind van zaken voorwaarden worden gesteld aan de beschikbaarheid en besteding van subsidies voor bepaalde projecten. Het had onze voorkeur gehad om doelen als energie-efficiency en doelmatigheid van investeringen specifieker in de wet te noemen. Dit zou de ministeries die belast zijn met de besteding van de middelen uit het Klimaatfonds, de benodigde kaders en handvatten bieden om toe te zien op de effectiviteit van de ingezette middelen. Daarmee wordt voorkomen dat de wijze waarop de wet straks wordt uitgevoerd afhankelijk wordt van de politieke wind die er op een bepaald moment waait. Dat gezegd hebbende is het de vraag of de wet, gezien de veranderde politieke verhoudingen, nog actueel is. Ik hou er namelijk sterk rekening mee dat er in het volgende kabinet mogelijk geheel geen plek voor een minister voor Klimaat wordt ingeruimd. Sorry daarvoor.

De instelling van een Klimaatfonds voor een veronderstelde klimaatproblematiek is wat onze fractie betreft achterhaald en onnodig. Wij zijn van mening dat deze 35 miljard geen enkel verschil gaat maken in de strijd tegen klimaatverandering. Nu al zien we dat het normeren en beprijzen van de uitstoot van zogenaamde broeikasgassen tot oplopende energieprijzen leidt, met toenemende energiearmoede tot gevolg. Dat vertaalt zich mede in een beweging onder de kiezers. Zij tekenen protest aan tegen slecht beleid. En de kiezer heeft altijd gelijk. Een overgroot deel van de kiezers wil geen Klimaatfonds. Kiezers willen een betaalbare energierekening. Daar kunnen wij het alleen maar hartgrondig mee eens zijn.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dessing. We gaan nu luisteren naar de bijdrage van de heer Van Strien namens de fractie van de PVV.