Verslag van de vergadering van 6 februari 2024 (2023/2024 nr. 19)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 15.20 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):
Dank u, voorzitter. Ten eerste welkom aan de leden van PINK!, de jongerenorganisatie van de Partij voor de Dieren. Fijn dat jullie er zijn.
Voorzitter. Vandaag bespreken wij de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers. Het kabinet stelt voor dat huishoudens en andere kleinverbruikers van elektriciteit minder, en op den duur niets, betaald krijgen als zij met behulp van zonnepanelen meer energie opwekken dan dat zij zelf gebruiken. Zij leveren dan dus energie terug aan het net. Argumenten van het kabinet voor de afbouw van de regeling zijn het risico op netcongestie en de lagere inkomsten voor de overheid. Je zou kunnen zeggen dat het kabinet de regeling bijna te succesvol vindt. Dat is interessant. Het kabinet wil een doelmatige regeling afbouwen, die bedoeld is om met een financiële prikkel bepaald gedrag of bepaalde activiteiten te stimuleren. De regeling heeft haar werk gedaan en is verouderd, is de redenering. Wat zou het mooi zijn als het kabinet deze redenering op alle dossiers zou toepassen. Bijvoorbeeld op de fossiele subsidies van zo'n 40 tot 46 miljard euro per jaar. Deze subsidies hebben hun originele doel allang bereikt: het stimuleren van goedkope productie en het ondersteunen van bedrijven. Sterker nog, ze veroorzaken klimaatverandering en staan versnelling van de energietransitie in de weg. Waarom bouwt de minister deze subsidies niet af? Dat is goed voor de schatkist en goed voor de samenleving. De Partij voor de Dieren zou zulke voorstellen van harte ondersteunen. Sterker nog, wij pleiten hier al jaren voor.
Het grote verschil tussen fossiele subsidies en de salderingsregeling is dat de salderingsregeling geen grootschalige negatieve maatschappelijke gevolgen kent. Alleen een risico op netcongestie en gemiste overheidsinkomsten. En toch wil het kabinet deze regeling afbouwen en fossiele subsidies vooralsnog niet. Wat is de logica achter dit beleid? Waarom gebruikt de minister de opbrengsten van het afbouwen van fossiele subsidies niet om de salderingsregeling in stand te kunnen houden? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. De minister spreekt van overstimulering door de salderingsregeling. Door de regeling zouden er te veel zonnepanelen op daken worden geplaatst, waardoor er volgens de minister netcongestie dreigt. Afgelopen najaar zijn er tussen verschillende overheidsinstanties afspraken gemaakt over de zogenaamde voorkeursvolgorde zon. Daarbij heeft het plaatsen van zonnepanelen op daken en gevels de voorkeur boven andere locaties, zoals onbenutte terreinen in bebouwd en landelijk gebied, of landbouw- en natuurgebieden. Voor zonneparken op landbouwgrond en in natuurgebieden geldt hierbij het nee-tenzijprincipe. De Partij voor de Dieren is blij met deze afspraken, maar vraagt zich af hoe die zich verhouden tot de afbouw van de salderingsregeling.
Zonnepanelen op daken hebben de voorkeur, maar de succesvolle regeling om ze te stimuleren, wordt afgebouwd. Ik heb hierover de volgende vragen aan de minister. Komen hiermee de klimaat- en energiedoelstellingen niet in gevaar? Met andere woorden, wordt de energietransitie er niet door vertraagd? En is de minister het eens met de Partij voor de Dieren dat er in principe op elk geschikt dak zonnepanelen zouden moeten worden geplaatst? Hoe kan er dan sprake zijn van overstimulering, zolang dit nog niet het geval is? Is er dan niet ook sprake van overstimulering bij fossiele subsidies? Komt de afbouw van de salderingsregeling niet simpelweg te vroeg? Er zijn nog heel veel onbenutte daken zonder zonnepanelen; en we gaan steeds meer elektriciteit gebruiken.
Voorzitter. Het verbaast me eigenlijk dat minister Jetten gas terugneemt in de energietransitie, terwijl er een kink in de kabel komt. Ik ben eerlijk gezegd van deze minister gewend dat hij er een tandje bovenop doet als de transitie tegenzit. Hij werkt wel aan netcongestie, door de zogenoemde Actieagenda netcongestie laagspanningsnetten die, zo schat ik in, op de midden- en langere termijn oplossingen zullen bieden. Maar welke oplossingen ziet de minister op de kortere termijn? Welk laaghangend fruit ziet de minister om netcongestie te voorkomen?
Het is allang bekend dat gedrag van burgers en organisaties niet alleen wordt bepaald door financiële prikkels, maar dat er een combinatie van maatregelen nodig is om gewoontes te veranderen, zoals het verschaffen van informatie, technische oplossingen en het laten ervaren van het nieuwe gedrag. Het nieuwe gedrag moet normaal worden. Nieuwe gewoontes moeten kunnen ontstaan en zich ontwikkelen. Zo stimuleren sommige netbeheerders al het gebruik van elektriciteit als de zon schijnt. Ook kan er meer bekendheid worden gegeven aan bestaande ondersteuningsregelingen voor milieuvriendelijke thuisaccu's, of kunnen dit soort technische oplossingen voor netcongestie nog verder worden ondersteund.
Kan in plaats van het afschaffen van de salderingsregeling niet meer worden ingezet op dit soort maatregelen? Zodoende wordt én de aanschaf van zonnepanelen gestimuleerd én wordt er gewerkt aan het tegengaan van netcongestie. Het tempo van de energietransitie moet omhoog, niet omlaag. Ik overweeg op dit punt een motie.
Voorzitter. Een probleem dat vaak in een debat over de salderingsregeling wordt genoemd, is het feit dat verschillende energiemaatschappijen op verschillende manieren de kosten voor de salderingsregeling via contracten proberen terug te verdienen. Sommige verrekenen de kosten door aan alle klanten, ook degenen zonder zonnepanelen, en andere alleen aan zonnepaneeleigenaren. Sommige hanteren zelfs een boete voor het terugleveren aan het net, of weigeren zelfs zonnepaneeleigenaren als nieuwe klant. Er is een soort wilde westen ontstaan in energieland, en de consument wordt hier de dupe van. De contracten zijn bijna niet meer te vergelijken, zoals de collega's eerder ook al zeiden. Welke mogelijkheden ziet de minister om deze wildgroei aan verschillende energiecontracten aan te pakken?
Voorzitter. Dat brengt me op het punt van de energierechtvaardigheid. Burgers met een krappe beurs worden veelal benadeeld in de energietransitie. Zij kunnen vaak geen zonnepanelen betalen, of hebben een huurwoning en zijn dus afhankelijk van een huurbaas om mee te kunnen profiteren van een lagere energierekening door zonnepanelen. Ook krijgen zij vaak via sommige energieleveranciers dus wél een hogere energierekening, door mee te betalen aan de zonnepanelen van anderen. Dat is niet rechtvaardig. Het Warmtefonds biedt, zoals collega Van Ballekom al zei, voor huiseigenaren met een laag inkomen en een laag middeninkomen al toegankelijke leningen voor onder andere de aanschaf van zonnepanelen. Maar de minister kiest ervoor om het beschikbaar stellen van 100 miljoen euro uit het Klimaatfonds voor zonnepanelen op huurwoningen afhankelijk te maken van de afbouw van de salderingsregeling. En zo dreigen huurders weer te worden benadeeld in de energietransitie. Waarom kiest de minister ervoor om deze twee onderwerpen, de afbouw van de salderingsregeling en het stimuleren van zonnepanelen op huurwoningen, te koppelen? En is 100 miljoen euro niet te weinig voor het stimuleren van zonnepanelen op huurwoningen? Is er niet meer geld vrij te maken door fossiele subsidies af te schaffen, waarmee het mes aan twee kanten zou snijden?
De heer Schalk i (SGP):
Ik ga even terug naar een minuutje geleden ongeveer, toen mevrouw Visser het had over de mensen met een smalle beurs. Terecht gaf ze aan: eigenlijk betalen die het gelag. Als de salderingsregeling in stand blijft, zullen zij blijvend het gelag betalen, want het Warmtefonds helpt mensen met weinig geld niet. Ook tegen 0% kunnen zij immers niet lenen. Met andere woorden, moet je niet zeggen dat het afbouwen van de salderingsregel eigenlijk vervangen zou moeten worden door iets anders, waardoor je ervoor zorgt dat mensen aan de onderkant van de samenleving geholpen worden om ook de voordelen van zonnepanelen te krijgen?
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Dank aan de heer Schalk voor deze vraag. Volgens mij zijn we dit hele debat eigenlijk op een postzegel aan het voeren. We zijn aan het proberen te bezuinigen. We zijn het hele debat over één regeling aan het voeren, terwijl ik ervoor pleit om de hele energietransitie in ogenschouw te nemen terwijl we deze wet bespreken. Er is veel meer mogelijk en er is veel meer nodig in de energietransitie dan alleen het behouden van deze salderingsregeling. De energietransitie heeft dus en-en-en nodig, en niet of-of. Met de afbouw van de fossiele subsidies is er veel meer geld beschikbaar om ook mensen met een kleine beurs te helpen om mee te doen in de energietransitie, en dus ook te investeren in zonnepanelen. Ik ben het dus oneens met de heer Schalk dat het een of-ofdiscussie is. Het is een en-endiscussie.
De heer Schalk (SGP):
Ik ben volgens mij de of-ofdiscussie niet gestart. Het gaat mij om het volgende. Op het moment dat we een regeling in stand houden die er, hoe je het ook wendt of keert, voor zorgt dat er gelden gaan naar degenen die in staat zijn om zonnepanelen te betalen, dan kost dat geld bij degenen die daar niet toe in staat zijn.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Nee, volgens mij zijn we het daarover oneens. Als we deze regeling blijven hanteren, blijft het ook voor mensen met een smalle beurs aantrekkelijker om in zonnepanelen te investeren. We moeten ze wel helpen om die investering te kunnen doen. Daarmee is het en-en en niet, zoals de heer Schalk voorziet, of-of.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Schalk.
De heer Schalk (SGP):
Tot slot, voorzitter. Na al die jaren zijn juist die mensen waarover ik het heb, namelijk de mensen met een smalle beurs, blijkbaar niet verleid om zonnepanelen te gaan kopen. Ze kunnen het niet. Ze willen het misschien wel. Mijn vraag is hoe mevrouw Visseren denkt dat we hen nu wel aan de zonnepanelen zouden kunnen helpen, zelfs als de salderingsregeling zou blijven bestaan.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
We zouden ze zeker niet helpen door het afbouwen van de salderingsregeling. Daarmee wordt investeren in zonnepanelen juist minder aantrekkelijk. Je ziet dat mensen met een smallere beurs inderdaad vaak nog niet hebben kunnen meedoen aan en meeprofiteren van de salderingsregeling. Dan moeten we die toch niet afbouwen op het moment dat zij aan de beurt zijn? Dan helpen we ze zeker niet.
De heer Holterhues i (ChristenUnie):
Mijn opmerking sluit eigenlijk aan bij de opmerking van de heer Schalk. Van Schalk? Nee, Schalk. Ik begrijp dat mevrouw Visseren het breder wil trekken, maar we behandelen nu dít wetsvoorstel. Ik doe even een stapje terug. Dit wetsvoorstel is ontworpen in 2004, in een tijd waarin de terugverdientijd voor zonnepanelen 35 jaar was. Of het nou tien, elf of zeven jaar is, het is gewoon stukken minder, terwijl zonnepanelen veel langer meegaan. Ik vind het dan echt wel terecht dat een overheid zegt: "Er was een regeling, die haar dienst bewezen heeft. Nu gaan we daarmee stoppen, want die is niet meer noodzakelijk." Je hebt die regeling niet meer nodig. Bovendien levert de afbouw als het goed is 2,8 miljard op. Dat horen we dadelijk van de minister. Daar kun je andere leuke dingen mee doen. Kan mevrouw Visseren daarop reageren?
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ja, dat doe ik graag. Ik weet niet of de heer Holterhues onlangs nog heeft rondgekeken, maar er zijn in Nederland nog heel veel daken zonder zonnepanelen. De regeling is dus nog keihard nodig om de ambitie van de energietransitie te realiseren. Inderdaad: de kosten van zonnepanelen zijn gedaald. Dat is echter irrelevant voor de discussie over de vraag of we meer zonnepanelen op daken nodig hebben. Die regeling is dus nog steeds nodig, ondanks het feit dat de terugverdientijd van zonnepanelen is verbeterd, en gelukkig maar. Daarnaast zou ik die 2,8 miljard euro willen plaatsen in de context van de bredere discussie over de energietransitie. Ik zou ervoor willen pleiten om niet te bezuinigen op een regeling die werkt, terwijl we in dezelfde energietransitie geld weggooien door grote bedrijven te financieren met fossiele subsidies. Daar moeten we het geld vandaan halen om die 2,8 miljard euro te kunnen investeren in het voortzetten van een succesvolle regeling.
De heer Holterhues (ChristenUnie):
De discussie over fossiele energie is een discussie die hier nu niet gevoerd moet worden. Dat is volgens mij een discussie in de Tweede Kamer.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Maar we kunnen hier toch …
De heer Holterhues (ChristenUnie):
Misschien mag ik mijn verhaal even afmaken.
De voorzitter:
De heer Holterhues mag zijn vraag even afmaken.
De heer Holterhues (ChristenUnie):
Volgens mij is de kern van de vraag de volgende. De Partij voor de Dieren, de ChristenUnie en ook BBB hebben gemeen dat zij voor de transitie naar duurzame energie zijn. Maar volgens mij is de kern van de vraag of de salderingsregeling nog nodig is, gezien de lagere prijs voor zonnepanelen. Is die regeling nog nodig als je de transitie wilt maken naar duurzame energie? Volgens mij is dat de kern van het debat.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ja, helaas is dat de kern van het debat. Waarom zouden we een succesvolle regeling afbouwen? Ik snap dat niet. Het discours in dit debat is het verkeerde discours. We hebben een regeling die werkt. We hebben al heel veel zonnepanelen op daken. En halverwege de rit, of nog niet eens halverwege de rit, stoppen we met die regeling, terwijl die succesvol helpt bij het stimuleren van zon op daken.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Holterhues.
De heer Holterhues (ChristenUnie):
Misschien kan de minister daar dadelijk op ingaan. Ik zou zeggen: die regeling is ontwerpen in een tijd waarin die zonnepanelen een afschrijvingsperiode van 35 jaar hadden. Die periode is nu vele malen korter. Dan moet je op een gegeven moment zeggen: de regeling heeft zijn vrucht gebracht, dus die gaan we nu stoppen.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ik zou dat graag doen met subsidies die milieuonvriendelijk zijn. Maar waarom zouden we een milieuvriendelijke subsidie die werkt, afbouwen, terwijl we nog niet klaar zijn met de opdracht?
De voorzitter:
Mevrouw Aerdts. Een lekker debat.
Mevrouw Aerdts i (D66):
Misschien wil mevrouw Visseren dan ook ingaan op het feit dat deze regeling op dit moment wel degelijk de ongelijkheid in de hand werkt. Mensen zonder die zonnepanelen op hun daken betalen indirect mee aan de saldering voor de mensen die wel zonnepanelen hebben.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ik heb deze vraag al beantwoord toen de heer Schalk hem stelde. Volgens mij moeten we en-en doen. We moeten dus én ervoor dat mensen met een kleinere beurs ook zonnepanelen kunnen betalen, én we moeten doorpakken met de energietransitie door via deze regeling, die we nu dus niet afschaffen, door te kunnen gaan met het verder realiseren van zon op daken.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ja, wat fijn. Even kijken waar ik was gebleven. Ik was bijna klaar.
Voorzitter, ten slotte. Het voorstel om de salderingsregeling af te bouwen, lijkt vooral gebaseerd te zijn op financiële argumenten. Ik denk dat het debat van zojuist dat ook laat zien: het is vooral een financieel debat en niet een debat over de energietransitie. Het kabinet ziet dit als kans om tot en met 2031 rond 2,8 miljard euro te besparen. Het kabinet wil dus een relatief goedkope en doeltreffende duurzaamheidssubsidie afbouwen en veel duurdere fossiele subsidies, die de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het klimaatbeleid van het kabinet in de weg staan, in stand houden. Dat lijkt mij een stap in de verkeerde richting.
Voorzitter. De Partij voor de Dieren staat kritisch ten opzichte van het voorstel om de salderingsregeling af te bouwen, maar is oprecht benieuwd naar de reactie van de minister.
Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Prins van het CDA.