Plenair Bakker-Klein bij voortzetting behandeling Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie



Verslag van de vergadering van 27 februari 2024 (2023/2024 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bakker-Klein i (CDA):

Voorzitter. In de eerste plaats dank aan de minister voor de uitvoerige beantwoording van al onze vragen. De minister heeft duidelijk gemaakt dat deze wet doelmatig en uitvoerbaar is. Alleen is de uitvoerbaarheid tot op heden vooral getoetst bij bedrijven met meer dan 250 werknemers. Wij hebben nog onvoldoende zicht op de uitvoerbaarheid bij kleinere werkgevers. Wij denken dat het wijs is om te leren van de ervaringen die na de invoering van deze wet in grotere bedrijven worden opgedaan. De minister heeft mede naar aanleiding van onze vragen hierover een aantal toezeggingen gedaan, met de nadrukkelijke toevoeging dat zij daarvoor zou kunnen kiezen als daartoe een verzoek uit deze Kamer komt.

Onze fractie zou graag zien dat het mkb meer tijd krijgt om kennis te nemen van de mogelijkheden die er zijn om de wettelijke verplichtingen uit te voeren. Ik vind het lastig om af te wegen wat de minister hiervoor precies nodig heeft van deze Kamer. Het lijkt ons sowieso wenselijk dat de minister de komende dagen met een brief naar deze Kamer komt waarin de minister nog eens stapsgewijs uitlegt hoe zo'n gefaseerde handhaving eruit zou kunnen zien en waarin ook het uitstellen van de meldplicht wordt uitgelegd. Dan kunnen we die bij onze afweging betrekken.

Omdat de tweede termijn de enige mogelijkheid biedt om een motie in te dienen, hebben we een motie voorbereid die te maken heeft met de gefaseerde handhaving. Die motie willen wij nu indienen. Wellicht is de motie volgende week na uw brief niet meer nodig, maar dan hebben we die in ieder geval tijdig ingediend.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

  • het recht op gelijke behandeling in de Nederlandse wetgeving is verankerd, onder meer in artikel 1 van de Grondwet en in de gelijkebehandelingswetten;
  • arbeidsmarktdiscriminatie wettelijk gezien niet is toegestaan;
  • arbeidsmarktdiscriminatie, ondanks pogingen tot zelfregulering, in Nederland een hardnekkig probleem blijkt te zijn;
  • leeftijdsdiscriminatie ondanks onze hoogconjunctuur nog steeds de meest voorkomende vorm van arbeidsmarktdiscriminatie is;

overwegende dat:

  • het ondanks alle inspanningen nog steeds niet is gelukt om arbeidsmarktdiscriminatie effectief aan te pakken;
  • objectief werven en selecteren vanuit wetenschappelijk oogpunt doelmatig is;
  • de werkbaarheid van objectief werven en selecteren voor werkgevers met meer dan 250 medewerkers in pilots is vastgesteld;
  • met name kleinere werkgevers voldoende tijd en mogelijkheden moeten krijgen om kennis te nemen van de wettelijke verplichtingen en hun werkwijze hierop in te richten;

verzoekt de regering om gedurende twee jaar na inwerkingtreding van de wet de handhaving bij werkgevers stapsgewijs op te bouwen:

  • in het eerste jaar gericht op werkgevers met 250 of meer werknemers;
  • in het tweede jaar gericht op werkgevers met 100 of meer werknemers;
  • en met ingang van het derde jaar, met inachtneming van de evaluatie van de ervaringen die tot dan toe zijn opgedaan, voor werkgevers met 25 tot 100 werknemers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bakker-Klein.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter I (35673).

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb een vraag aan mevrouw Bakker. Wat gebeurt er met de werkgevers met minder dan 25 personeelsleden?

Mevrouw Bakker-Klein (CDA):

Ik ga ervan uit dat de wet ingevoerd gaat worden zoals die nu is, met alle verplichtingen voor werkgevers met minder dan 25 werknemers. De wet blijft gewoon de wet. Alleen kijken we naar een gefaseerde invoering voor grotere en kleinere werkgevers.

De heer Schalk (SGP):

Maar die gefaseerde invoering zal dus betekenen dat er ook gefaseerd openbaar gemaakt zal worden en dergelijke. Maar de groep tot 25 werknemers neemt u niet mee in uw motie. Die vallen dan onder de beginsituatie.

Mevrouw Bakker-Klein (CDA):

Daar is sowieso een ander regime voor in deze wet. Het is nu vanaf 25 werknemers.

De heer Schalk (SGP):

Niet ten aanzien van de openbaarmaking. Misschien kan de minister daar straks op reageren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Belhirch namens D66, mede namens OPNL.