Plenair Van Aelst-den Uijl bij voortzetting behandeling Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie



Verslag van de vergadering van 27 februari 2024 (2023/2024 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik neem de wat risicovolle aanpak dat ik papierloos probeer te vergaderen, dus hopelijk gaat het goed.

Voorzitter. Ik mag vandaag spreken namens de SP, maar ook namens de Partij voor de Dieren. Ik spreek vandaag over een onderwerp waar ik persoonlijk nooit mee te maken heb gehad. Ik kon namelijk niet gediscrimineerd worden vanwege mijn achternaam of vanwege de wijk waar ik woon. Je zou kunnen zeggen dat ik zes van de zeven welbekende vinkjes heb. Daarnaast duurt het ook nog wel eventjes voordat ik gediscrimineerd zal worden vanwege mijn leeftijd. En ook van zwangerschapsdiscriminatie was in mijn geval nog geen sprake. Zodoende spreek ik hier niet als ervaringsdeskundige, zoals de meesten van ons in deze Kamer dat niet zullen zijn, schat ik zo in. Veel van mijn collega's in de Eerste Kamer hebben, vermoed ik, nooit zelf hoeven ondervinden waarom het aanpakken van discriminatie in werving en selectie zo ontzettend belangrijk is.

Maar dit wetsvoorstel appelleert wel heel sterk aan mijn rechtvaardigheidsgevoel en mijn enorme allergie voor onrecht waarvoor ik ooit de politiek in ben gegaan. 21 jaar geleden werd ik lid van de SP, omdat George Bush in een verkiezingsdebat zei: "Ik ga niet voor ouderen zorgen. Dat moeten zij zelf maar doen." Ik was 14 jaar en zo ontzettend verontwaardigd over dit in mijn optiek bizarre standpunt dat ik dacht "daar moet je iets mee". En dan is er de gevleugelde partij-uitspraak van de SP: "Je kunt twee dingen doen. Mokkend aan de kant blijven staan of een daad stellen en moed tonen." Ik deed dat laatste. Na actief te zijn geweest bij onze jongeren, veel demonstraties te hebben bezocht en lokaal leuke acties te hebben georganiseerd, kwam ik op mijn 18de ineens in de Provinciale Staten van Zuid-Holland terecht. En nu, zeventien jaar later, mag ik me in uw gezelschap voegen en neem ik volgende week afscheid van diezelfde Provinciale Staten van Zuid-Holland.

Onrecht. Het mag duidelijk zijn dat discriminatie, om welke reden dan ook, onrecht is. Zelfs in deze oververhitte arbeidsmarkt worden mensen nog steeds gediscrimineerd omdat ze een niet-Nederlandse naam hebben, te oud zijn, in een verkeerde wijk wonen, onderdeel van een lhbtiq+-gemeenschap zijn of zwanger zijn. Als er zelfs in deze oververhitte arbeidsmarkt gediscrimineerd wordt, laat het zich wel raden wat er zal gebeuren als de arbeidsmarkt afkoelt. De oververhitte arbeidsmarkt en het aantal vacatures op dit moment zouden geen enkele reden kunnen zijn om nu tegen deze wet te zijn.

Voorzitter. Dan toch nog een mooie anekdote over de ouderen, die nu maar al te vaak aan de zijlijn worden gezet omdat ze gediscrimineerd worden. Vrij recent heeft de gemeente Lopik van de nood een deugd gemaakt. Ze zochten ontzettend veel mensen en konden die niet vinden. Lopik is een kleine gemeente. U bent denk ik allemaal bekend met hoe lastig kleine gemeenten ambtenaren kunnen vinden. Lopik heeft dat omgezet naar een werving gericht op mensen rondom de pensioenleeftijd, met als resultaat dat ze enorm veel kennis en ervaring binnen hun gemeente hebben gehaald en heel veel vacatures hebben kunnen vervullen. Door de oudere werknemers een plek te geven heeft Lopik uiteindelijk een enorme boost kunnen geven aan de eigen slagkracht. Echter, Lopik is op dit moment de uitzondering die de regel bevestigt. Het is hoog tijd om deze discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken, echt aan te pakken, te handhaven en boetes op te leggen en te innen. Wat ons betreft is de tijd van pappen en nathouden en zelfreguleren echt voorbij.

Voorzitter. Dan toch nog een kleine anekdote over mijn achtergrond. Het zou de collega's verbazen hoeveel voormalig wethouders van al uw aller partijen behoren tot de groep die gediscrimineerd wordt op de arbeidsmarkt, zo leerde ik in mijn werk voor de Wethoudersvereniging. Werkloosheid gaat bij hen vaak schuil achter een zzp-bedrijfje zonder opdrachten. Dat maskeert dat ze eigenlijk nergens aangenomen worden. Dat heeft allerlei redenen, bijvoorbeeld dat ze te oud zijn in de ogen van de werkgever of omdat ambtenaren zeggen "hm, ik heb daar toch wel vooroordelen over; zo'n wethouder zou een ontzettend lastige nieuwe collega kunnen zijn." Weer een andere reden is dat bijvoorbeeld het bedrijfsleven de maatschappelijke activiteiten of de politieke kleur van een voormalig politiek ambtsdrager niet op prijs stelt.

Voorzitter. Dan ga ik terug naar de discussie die we onder andere in de Tweede Kamer hebben gezien. Daarvan ging een flink deel over uitzendbureaus, die op dit moment met regelmaat de fout in gaan. Mijn Tweede Kamer-collega Bart van Kent sprak over discriminatie op bestelling, waarbij de uitzendbranche toch eigenlijk wel echt een doorn in het oog is. De twijfel bij de fractie waarvoor ik vandaag spreek, zit mede naar aanleiding van deze discussie in de vraag hoe concreet de aanpak van discriminatie en racisme in de werving zal zijn. De uitzendbranche heeft aangetoond bijzonder hardleers te zijn en met regelmaat mee te blijven werken aan discriminerende verzoeken. Zelfregulering is daar overduidelijk geen oplossing gebleken.

Mijn eerste vraag aan de minister is, mede namens de Partij voor de Dieren: kunt u ons verzekeren dat handhaving nu de boventoon zal gaan voeren, en dat er geen ruimte zal worden gelaten om discriminerende verzoeken in een gesprek met de opdrachtgever weg te masseren? Onderzoek laat immers zien dat 95% van de recruiters discriminatie tegenkomt in haar werkzaamheden. 95%: dat is niet alleen maar een enkeling; het is ook niet alleen maar een uitzondering. Zij zijn zich er met elkaar van bewust — anders ga je niet antwoorden dat 95% ermee te maken heeft gekregen — maar dat heeft tot nu toe tot geen enkel zelfreinigend vermogen geleid. Kan de minister toezeggen dat handhaving de boventoon zal gaan voeren, en dat de tijd van bewezen tekortschietende zelfregulering nu echt achter ons zal liggen met dit wetsvoorstel?

Voorzitter. De invoering van het wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, Wtta, dat bij zal dragen aan de regulering van de uitzendbranche, zal naast het wetsvoorstel van vandaag misstanden in diezelfde uitzendbranche aanpakken. Wij zien dan ook uit naar de totstandkoming van dat wetsvoorstel, dat voortvloeit uit de aanbevelingen van de u allen bekende commissie-Roemer.

Voorzitter. Tot nu toe richtte ik me vooral op de werkgever in de uitzendbranche. Maar wat nou als je jezelf gediscrimineerd voelt, of als je een discriminerende advertentie hebt gezien? We zijn er absoluut met elkaar bij gebaat om het mensen zo makkelijk mogelijk te maken dit te kunnen delen, te kunnen delen wat zij meemaken en wat zij zien. Deelt de minister deze mening van onze fracties? Heel veel mensen ervaren een enorme drempel om aangifte te doen, in onze optiek een te hoge drempel. Onze fractie denkt dat die drempel veel lager zou kunnen, en moeten, zijn als het mogelijk wordt om in plaats van aangifte te doen gewoon een melding te doen. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat mensen kunnen helpen om discriminatie aan de kaak te stellen. Laten we het crowdsourcing noemen. Vele ogen en oren maken lichter werk en kunnen het gewenste effect van de discussie van vandaag in het voorliggende wetsvoorstel makkelijker tot stand brengen. Deelt de minister de mening dat het melden van misstanden zo laagdrempelig mogelijk moet zijn? Op welke wijze kan in de uitvoering het melden van misstanden makkelijker worden gemaakt, om op deze wijze het wetsvoorstel bij de inwerkingtreding ook maximaal effect te laten hebben?

Voorzitter. In het verlengde van wat de VVD-fractie in de Kamer stelde, vragen wij ons af: ziet de minister mogelijkheden om hierbij bijvoorbeeld gebruik te maken van artificial intelligence (AI), en daarnaast ook de handhaving van aangeplakte advertenties, die scholieren en studenten bijvoorbeeld zien, mee te nemen? We horen graag van de minister de mogelijkheden die zij ziet op dit punt en welke stappen zij hier reeds op gezet heeft.

In de Tweede Kamer is het ook gegaan over discriminatie richting jongeren die een stageplaats zoeken. Mevrouw Vos noemde het net al eventjes. Vaak zijn het jongeren met een migratieachtergrond, jongeren die door discriminatie direct op achterstand beginnen, áls ze al kunnen beginnen. Zonder stageplaats kun je immers niet afstuderen, en zonder afstuderen kun je niet aan de slag met je eerste baan. Deze jongeren staan stil doordat ze gediscrimineerd worden. Ook voor deze jongeren lijkt mij deze wet bijzonder welkom. Maar die moet dan wel op doortastende wijze gehandhaafd en uitgevoerd worden.

Dan de handhaving. Een van de dingen die ik de afgelopen zeventien jaar heb geleerd in de politiek, is: stel alleen regels als je ze ook daadwerkelijk gaat handhaven. Als je regels stelt zonder ze te gaan handhaven, tast je het vertrouwen in de overheid aan; het vertrouwen dat mensen hebben dat de overheid hen ook daadwerkelijk zal beschermen. Inwoners rekenen erop dat wanneer we met elkaar regels aannemen, die regels hen ook zullen beschermen tegen discriminatie in het wordingsproces. Onze fracties hebben hierover de volgende vragen.

Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat deze wet gehandhaafd zal worden? Worden hier ook daadwerkelijk fte's voor vrijgemaakt bij de Arbeidsinspectie? Of is dit — het spijt me dit te moeten zeggen — de zoveelste taak die de Arbeidsinspectie erbij moet doen? Ik vrees dat we dan kunnen voorspellen wat de uitkomst zal zijn. In andere woorden: de wet is inderdaad handhaafbaar en uitvoerbaar met voldoende arbeidskracht, maar is die er ook? Voor ons is dit een belangrijke toets om te bepalen of deze wet daadwerkelijk aangenomen zou moeten worden.

Dan de meldplicht voor uitzendbureaus als zij te maken krijgen met discriminatie op verzoek. Als de uitzendbureaus nu ook niet uit zichzelf melding maken, is er een extra motivatie voor nodig om dat straks wel te doen. Om het in de terminologie van het strafrecht te zeggen: de pakkans bepaalt de naleving. In de praktijk is immers gebleken dat we het niet hoeven te verwachten van de bestaande moraal. In de Tweede Kamer heeft mijn collega Bart van Kent van de minister de toezegging gekregen dat de boetes voor uitzendbureaus voor discriminatie mogelijk uit de waarborgsom zouden kunnen komen. Hij vroeg hierbij ook of in de breedte zou kunnen worden gekeken of boetes uit de waarborgsom kunnen komen. Zo zorg je ervoor dat boetes die opgelegd worden ook daadwerkelijk betaald zullen worden, ook als een uitzendbureau — wat in die branche best vaak gebeurt — ineens ophoudt te bestaan.

De vraag aan de minister is dus hoe het uitzoekwerk verloopt, of zij al kan aangeven wanneer hierover meer duidelijkheid komt en, belangrijker nog, wanneer het ingevoerd zou kunnen zijn. De minister zal begrijpen dat dit voor de beide fracties namens wie ik spreek een belangrijk punt is, omdat dit de handhaafbaarheid ten goede zal komen.

Voorzitter. Afsluitend nog het volgende. De drie kernwaarden van de SP zijn menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Een van deze drie kernwaarden is dus gelijkwaardigheid. Alle mensen zijn gelijkwaardig, maar niet alle mensen zijn gelijk. Deze wet beoogt stapjes te zetten op weg naar een gelijkwaardiger kans voor sollicitanten. Is de wet perfect? Nee. Wij hebben zorgen over de handhaving en zien graag meer waarborgen voor het daadwerkelijk innen van boetes via de waarborgsom.

Onze fracties hopen vandaag in het debat meer duidelijkheid te krijgen van de minister of deze wet uitvoerbaar en handhaafbaar zal zijn bij het tegengaan van discriminatie op grond van het feit dat je een migratieachtergrond hebt, vrouw bent, of — dubbel gediscrimineerd — vrouw en zwanger of vrouw met jonge kinderen bent, lid van de lhbtiq+-gemeenschap of te oud bent, of in de verkeerde wijk woont. Onze fracties kijken vol verwachting uit naar de beantwoording.

En dan echt afsluitend wil ik benadrukken hoe opvallend onze fracties het eigenlijk vinden dat er vandaag in het debat zo weinig aandacht is voor de gediscrimineerde ouderen. Ik hoop als jongste lid van uw Kamer hier meer nadruk op gelegd te hebben. Ik kijk hierbij ook een beetje naar het oudste lid van onze Kamer, om samen op te trekken als het gaat om deze ronduit onredelijke discriminatie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Aelst-den Uijl. Misschien is het goed dat ik erop wijs dat de heer Van Rooijen nog aan het woord moet komen vandaag. Ik vermoed dus dat uw zorgen nog wel geadresseerd zullen worden.

Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Nieuwe Kamerleden houden vroeg of laat hun eerste bijdrage aan een plenair debat. U bent aan de vroege kant, want in de vorige plenaire vergadering bent u als Kamerlid geïnstalleerd en nu staat u al hier. Bij anderen zit daar weleens een jaar tussen.

Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen. U studeerde geschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en werkte meerdere jaren voor de Wethoudersvereniging; eerst als programmamanager en onderzoeker, later als adviseur. Thans bent u ook directeur van de NVRR, bij ons allemaal bekend als de Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies.

U bent voor de SP al geruime tijd actief in de politiek. Zo was u ruim een jaar lid van de gemeenteraad van Gorinchem en nog langer lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Daarnaast bent u ook actief binnen de organisatie van uw partij. Zo was u medewerker van het campagneteam voor de Europese verkiezingen in 2009 en bent u secretaris van de afdeling Gorinchem van de SP.

Behalve sociale zaken en werkgelegenheid, waarover het debat van vandaag gaat, zijn ook waterstaat, omgeving en infrastructuur onderwerpen die u bezighouden. En niet alleen als Kamerlid, ook binnen de provincie Zuid-Holland heeft u zich voor deze zaken ingespannen.

Zo heeft u zich kortgeleden nog ferm uitgesproken over een nieuwe pont tussen Rozenburg en Maassluis. U zei, en ik citeer: "We willen een nieuwe pont — ja, duidelijker kun je niet zijn — in plaats van een 60 jaar oud schip." Een motie van uw partij hierover haalde ook een meerderheid.

Sinds uw aantreden in deze Kamer bent u de jongste senator. Daar heeft de SP patent op, want de jongste senator ooit was SP-Kamerlid Driek van Vugt. De rol van de benjamin in de politiek bent u gewend. U was immers al op 18-jarige leeftijd lid van Provinciale Staten. U ziet daar de voordelen terecht van in. In het AD deed u onlangs een oproep dat meer jongeren politiek actief zouden moeten worden. U zei, en ik citeer: "Het gaat wel over jouw toekomst. Wil je die in handen geven van mensen die die toekomst nooit mee zullen maken?" Die kunnen de ouderen onder ons, de minder jongeren onder ons, in onze zak steken.

Nogmaals van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech. Ik geef thans de collega's de gelegenheid u te feliciteren met uw maidenspeech, maar niet dan nadat ik u als eerste feliciteer. Ik verzoek u zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties.