Verslag van de vergadering van 27 februari 2024 (2023/2024 nr. 21)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.35 uur
Mevrouw Vos i (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. We hebben uiteindelijk behoorlijk veel in de details zitten graven, maar ik proef nog steeds heel brede steun voor het doel van deze wet. We willen heel graag discriminatie voorkomen. We hebben onze vooroordelen, maar we willen voorkomen dat dat leidt tot ongewenste effecten. Dat proef ik heel breed. Ik begon er al mee dat we onze eigen conclusies uit ons eigen parlementair onderzoek serieus willen nemen. Mevrouw Van Wijk gaf een samenvatting van hoe zij de wet ziet. Deze wet gaat uiteindelijk over gedragsverandering. We hebben het niet voor niks over roken en over autogordels gehad. Dat waren ook veranderingen van gedrag die in het begin even wat moeite kostten, maar die nadat we even hadden doorgezet, hebben geleid tot automatismen in ons gedrag, tot een bepaald logisch gedrag.
Zo ziet onze fractie ook deze wet. Deze wet gaat om het professionaliseren van de manier waarop je werft en waarop je uiteindelijk selecteert. Ik kan me voorstellen dat het over wellicht tien jaar, als we deze wet inderdaad aannemen, heel normaal is, ook voor jou als kleine werkgever. Ik heb ook even zitten nadenken hoe ik dat dan zelf doe als kleine werkgever. Ik denk dat ik erg geholpen zou zijn met een toolkit, zoals de heer Petersen het noemde, om mij te helpen om mijn werving en selectie te professionaliseren. Ik zie daar eerlijk gezegd echt naar uit.
Er bleef nog wel een vraag liggen, die ik net in het kader van de AI gesteld heb, over wie nou eigenlijk de werkgever is. Het is namelijk niet alleen onze fractie die een beetje een ingewikkelde constructie heeft over wie nou de daadwerkelijke werkgever is en wie nou daadwerkelijk selecteert en wie nou daadwerkelijk werft. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor coöperaties. Een coöperatie is trouwens mijn favoriete vorm van een onderneming. Dat zijn allemaal individuen, individuele ondernemers die samen een coöperatie hebben. De coöperatie kan an sich natuurlijk heel groot zijn. Wie is dan verantwoordelijk? Dat geldt bijvoorbeeld voor de Coop. Dat geldt misschien ook voor winkelketens in franchise of die filialen hebben. We zitten hier de Handelingen vast te leggen. Die worden hier vastgelegd. Als ik de geest van de wet goed begrijp, zou het eigenlijk zo moeten zijn dat degene die de mensen werft en selecteert de normadressaat is. Daar gaat deze wet over. Dat betekent in ons geval dat wij de werkgever zijn van onze stagiairs en werknemers en dat we dus kleiner zijn dan 25 werknemers en dat we het niet hoeven vastleggen. Dat gaan we natuurlijk wel doen, want ik vind het een hele goede wet, maar wij vallen er niet onder. Dat geldt dan dus ook voor de filiaalhouder die eigen personeel gaat werven. Het kan natuurlijk dat het grotere bedrijf erachter, bijvoorbeeld de Coopsupermarkt of de melkcoöperatie, wel wordt aangesproken door de Arbeidsinspectie over het hebben van een werkwijze, maar de individuele filiaalhouder niet. Als dat zo is, dan hoor ik graag niks. Als dat anders is, dan wil ik daar graag van de minister in haar antwoord nog een reactie op hebben. Het kan eventueel ook per brief, want ik begrijp ook wel dat het ingewikkeld is. Het Nederlandse KvK-systeem is ingewikkeld, maar wij gaan er even van uit dat je als filiaalhouder — ik ben op dit moment filiaalhouder van GroenLinks-PvdA — niet onder het schriftelijkheidsvereiste vallen. Vertelt u het mij als dat anders is.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Vos. Dan is het woord aan mevrouw Nanninga namens JA21.