Plenair Koffeman bij behandeling Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024



Verslag van de vergadering van 2 april 2024 (2023/2024 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.24 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister hartelijk danken voor de beantwoording van onze vragen. Ik realiseer me heel goed dat de minister demissionair is en dat hij inderdaad een aantal mogelijkheden niet heeft om uitvoeriger op vragen in te gaan of toezeggingen te doen. Ik had, net als mevrouw Thijssen, een motie voorbereid over pfas op consumptieartikelen en het verbod daarop. Maar ik begrijp ook dat dat in het kader van geharmoniseerde wetgeving niet mogelijk is. Ik zal die motie dus niet indienen.

Wat me wel van het hart moet en wat ik in mijn eerste termijn ook heb aangegeven, is dat wij bij een aantal economische activiteiten onvoldoende beeld hebben van de externaliteiten, de maatschappelijk kosten, die dat met zich meebrengt. Er zijn zelfs economische activiteiten die weliswaar in economische zin iets opleveren, maar die per saldo meer maatschappelijke kosten met zich meebrengen dan dat ze economisch opleveren. De belastingbetaler moet dus meer bijdragen aan die economische activiteiten dan de sector zelf verdient. Het is heel erg belangrijk dat we dat meer inzichtelijk krijgen. Ik begrijp van de minister dat daar in het programma Brede Welvaart wel aan gedacht en gerekend wordt, maar we mogen dat niet te lang voor ons uit schuiven, zelfs niet wanneer het kabinet demissionair is. Om die reden heb ik een motie voorbereid. Die luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Planbureau voor de Leefomgeving in 2018 voor het laatst becijferd heeft dat de schadelijke uitstoot naar bodem, water en lucht jaarlijks 31 miljard euro bedroeg;

overwegende dat het samenhangende welvaartsverlies werd becijferd op 4,5% van het bruto binnenlands product;

overwegende dat er geen onafhankelijke recente kosten-batenanalyses zijn van de externaliteiten die veroorzaakt worden door grote bedrijfstakken zoals de primaire sector, de luchtvaart en de industriële productie;

verzoekt de regering via onafhankelijk onderzoek de omvang van die externaliteiten in kaart te brengen, en de Kamer binnen zes maanden over de uitkomsten daarvan te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koffeman.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter H (36410-XII).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. In lijn daarmee zou ik de regering ook willen aanmoedigen om de hubfunctie van Schiphol qua kosten en baten inzichtelijker te maken voor de Nederlandse bevolking en voor politici die hierover besluiten moeten nemen. Om die reden heb ik de volgende motie voorbereid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de hubfunctie van Schiphol zorgt voor grote aantallen passagiers die de luchthaven slechts benutten voor een snelle overstap, waarmee ze een zeer beperkte bijdrage leveren aan de Nederlandse economie;

overwegende dat er geen belasting geheven wordt op gebruik van de luchthaven voor transferpassagiers;

verzoekt de regering een onafhankelijke kosten-batenanalyse te laten vervaardigen van de hubfunctie van Schiphol inclusief de daardoor veroorzaakte externaliteiten (bijvoorbeeld geluidsoverlast en milieuvervuiling), en de Kamer daarover binnen zes maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koffeman.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter I (36410-XII).

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.