Verslag van de vergadering van 2 april 2024 (2023/2024 nr. 26)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.28 uur
Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):
Dank, voorzitter. Deels ben ik blij met de toezegging dat ook in 2025 de vergoeding voor de ov-studentenkaart op basis van daadwerkelijk gereisde kilometers zal zijn. Ook ben ik, vanzelfsprekend, blij dat het concept vervoersarmoede bekend is bij de minister en op enige aandacht kan rekenen. In alle eerlijkheid ben ik eigenlijk heel erg teleurgesteld in diverse zeer procedurele antwoorden en het daarmee om de kern van mijn vragen heen laveren. Daarmee ontbreekt het aan daadwerkelijke reacties. Om die reden ga ik een paar vragen toch nog even herhalen.
Mijn vraag was of de minister van mening is dat diens inspanningen om giftige en schadelijke uitstoot te voorkomen, de op dit moment nogal beperkte inzet, in verhouding zijn tot de schade. Kort gezegd, zou de minister 4,5% bbp-verlies per jaar niet steviger moeten aanpakken? Het antwoord daarop was vrij formalistisch, over nadenken over regels of iets onderzoeken, maar geen oordeel over de inspanning van deze minister in relatie tot de onvoorstelbaar grote schade. Daarop hoor ik dan ook graag nog een reactie.
Voorzitter. Dan over vervoersarmoede. Ook dat heeft de aandacht van de minister. Maar landt het ook in beleid? Is er ook echt actie om vervoersarmoede tegen te gaan? Wat mij betreft is die vraag niet beantwoord. In hoeverre is de minister van mening dat rijksbeleid op dit moment bijdraagt aan de bestrijding van vervoersarmoede? In alle eerlijkheid, de reactie die de minister gaf op een vraag van ik dacht OPNL, over de 6 miljoen voor een pilot in Zeeland, stelde ons niet gerust. Als de markt faalt, komt de overheid met meer geld en wordt het opgepakt door de overheid. Waar winst op gemaakt kan worden, mogen bedrijven uitvoeren en zij mogen die winst opstrijken. De onrendabele delen, die eigenlijk betaald zouden moeten worden uit de vervoersdelen waarop wel winst wordt gemaakt, blijven als verliespost voor de overheid. Dat is best curieus.
Voorzitter. Dan nog kort over de luchtvaart. De minister sprak over de belangrijke bijdrage van de luchtvaart aan het verdienvermogen van ons land. Vele onderzoeken ondersteunen dit niet. Een onderzoek van Follow the Money, dat overigens slechts één voorbeeld is, laat zien dat er daarnaast sprake is van forse staatssteun voor luchthavens; luchthavens die hun eerlijke bijdrage aan de totale economie daarmee niet leveren. Rotterdam Airport pacht haar grond namelijk van de gemeente voor €0,12 per vierkante kilometer per jaar, zo meldt Follow the Money in 2019. Stevige staatssteun aan de vliegindustrie, want de grond levert even verderop vanzelfsprekend wel €600 per vierkante kilometer op. Hiermee zorgt deze specifieke luchthaven niet alleen voor forse overlast aan uitstoot, maar is de bijdrage aan de gemeenschap en het algemene belastingpotje nagenoeg nihil.
Dan de vergunningen voor lozingen. Het lijkt erop dat de minister op dit moment minder ver is met het herzien van deze vergunningen dan een jaar geleden. Mijn collega wees me op een artikel waarin de minister min of meer hetzelfde antwoord gaf als wat ik zojuist kreeg, namelijk: we hebben 800 vergunningen en 200 daarvan zijn nu heel belangrijk. Echter zei de minister in dat artikel dat er 200 reeds herzien zijn. Dat zijn er nu nog 100. We zijn wel benieuwd waar deze achteruitgang in het aantal actuele vergunningen vandaan is gekomen.
Dan het laatste punt. Ook het antwoord over drinkwater was niet wat ik gevraagd had. Er is snelle winst te behalen in het verminderen van de hoeveelheid chemicaliën in water door drinkwaterbedrijven te helpen om de rotzooi die zij uit water filteren niet terug te laten lozen, maar daar iets anders mee te doen, door het gefilterde ergens te verwerken of te hergebruiken als grondstof. Echter was het antwoord van de minister een uitleg van het vergunningensysteem voor lozen op oppervlaktewater. U kunt zich voorstellen dat dat niet mijn vraag was. Dus nogmaals, is de minister bekend met de problemen waarover de drinkwaterleidingbedrijven ons vertelden tijdens de bijeenkomst over water en bodem sturend? En is de minister bereid om drinkwaterbedrijven te ondersteunen om de uit het water gefilterde chemicaliën af te voeren en te laten verwerken in plaats van terug in het oppervlaktewater te brengen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Aelst. Dan is het woord aan de heer Rietkerk namens het CDA.