Plenair Van Aelst-den Uijl bij behandeling Wet verhoging minimumloon 2024



Verslag van de vergadering van 15 april 2024 (2023/2024 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):

Voorzitter, dank. De kern van vandaag is voor ons als SP en OPNL dat 32% van de Nederlandse huishoudens moeite heeft om rond te komen, zo stelt het Nibud op basis van cijfers van dit jaar. 825.000 Nederlanders leefden in 2023 onder de armoedegrens volgens cijfers van het Centraal Planbureau. Recentelijk meldde het CBS dat in 2022 3,8% van de bevolking risico op armoede liep. Voor 2024 is de verwachting, ondanks het wegvallen van tijdelijke inkomensondersteunende maatregelen, dat we in ieder geval onder het niveau van 2021 zouden blijven qua armoede. Deloitte stelt in samenwerking met het Nibud dat in 2023 60% van de Nederlandse huishoudens — 60%! — kwetsbaar of financieel ongezond is.

Er zijn stapjes gezet om dit te verbeteren, maar nog lang niet genoeg. Het wetsvoorstel van vandaag is weer een klein stapje om kwetsbaarheid bij gezinnen tegen te gaan, en daarmee ook een stap in het tegengaan van kinderarmoede. Zoals jullie met mij weten, is een stap in het voorkomen van kinderarmoede ook: voorkomen dat deze kinderen nu al op achterstand komen te staan. En ook de Raad van State onderkent dat een nieuwe verhoging van het minimumloon een verdere bijdrage kan leveren aan de bestaanszekerheid van minimumloonverdieners en ontvangers van sociaalminimumuitkeringen.

Voorzitter. Bijna gelijktijdig met dit wetsvoorstel kreeg de senaat ook de monitor over armoede en kinderarmoede. De leden in dit huis weten dat armoede een groot probleem is in dit land. Het is dan ook opvallend dat wij telkens over een onderdeel van het probleem lijken te praten, zoals nu deze wet, in plaats van over het fundamentele probleem rondom bestaanszekerheid, waar zovelen in ons land mee worstelen. Wat ons betreft is een fundamenteel debat over bestaanszekerheid en de vraag welke lonen en zekerheden daarbij horen noodzakelijk.

De Tweede Kamer heeft de taak van het initiëren van nieuwe wetsvoorstellen, maar wij als senaat hebben juist ook de taak om te kijken naar de onderlinge samenhang van wetgeving. Het is aan ons om te kijken naar de samenhang van al deze brokjes beleid; over lonen, uitkeringen, toeslagen en de tientallen potjes waar minima in Nederland uit kunnen putten en de enorme kosten die voortvloeien uit het gekozen beleid van te lage lonen, te lage uitkeringen en toeslagen, regelingen, budgetcoaches, voedselhulp, schoolmaaltijden enzovoort.

SP en OPNL vragen de minister en de staatssecretaris dan ook hoe zij aankijken tegen het voeren van een fundamenteler gesprek over de doelmatigheid en doeltreffendheid en de samenhang van de verschillende maatregelen om mensen met lage inkomens te ondersteunen. De vraag die hier gesteld zou moeten worden, is of gewoonweg een hoger loon en hogere uitkeringen voor betere bestaanszekerheid niet veel doelmatiger en effectiever zijn dan al deze bureaucratische regelingen? En zorgt een hoger minimumloon uiteindelijk niet gewoon voor die echte bestaanszekerheid? Zorgt dat er niet voor dat inwoners die het nu niet redden en verzuipen in allerlei regelingen en potjes, gelukkiger en productiever worden? En legt een hoger loon niet gewoon ook de rekening waar ze hoort te liggen: bij hen die lonen betalen? Over al deze potjes en regelingen, en waarom het zo ondoelmatig is, deel ik graag een hele korte anekdote van een medewerker van een uitkeringsinstantie, die mij dit vertelde: "Als een wasmachine stukgaat, dan stap ik in een auto, samen met een collega, om te gaan beoordelen of een wasmachine daadwerkelijk stuk is. Dan beoordeel je dus of die wasmachine een stekker in het stopcontact heeft zitten, denk je "ja, die is inderdaad stuk", stap je weer terug in de auto en ga je weer terug naar kantoor toe. Uiteindelijk is de wasmachine twee keer betaald voordat de aanvraag voor bijzondere bijstand is betaald." Dát is hoe doelmatig al die potjes zijn, en hoeveel duurder het is door het systeem van wantrouwen dat we met elkaar vorm hebben gegeven.

Voorzitter. Door de manier waarop onze arbeidsmarkt nu ingericht is, zijn heel veel mensen aangewezen op het minimumloon. In een beschaafd land zorg je ervoor dat mensen die werken, daarvan kunnen leven, en accepteer je niet dat bedrijven mensen zo weinig betalen dat wij met energietoeslagen en allerlei soorten armoederegelingen moeten verhullen hoe onleefbaar laag de lonen eigenlijk zijn. Want dat is eigenlijk wat de regering nu aan het doen is, en wat heel veel van deze partijen hier nu aan het doen zijn: met al deze lapmaatregelen subsidiëren deze partijen bedrijven om te weinig loon te betalen. Al deze potjes zijn allemaal winstsubsidies voor bedrijven om te weinig loon aan hun medewerkers te betalen en om te verhullen dat wij een te lage uitkering hanteren.

Een hoger minimumloon is een directe stimulans voor de lokale economie. Immers, mensen met een te laag inkomen, niet veel maar toch echt te weinig, hebben namelijk al maanden nieuwe sokken nodig, of beter eten, of nieuwe schoenen. Dát is wat zij gaan doen met dat kleine beetje extra dat ze straks zullen krijgen met deze verhoging van het minimumloon. En al die ondernemers zullen dit direct voelen in hun rinkelende kassa. Zijn de minister en staatssecretaris het ermee eens dat werknemers geen voordeel ervaren van alle lapmaatregelen die bedrijven subsidiëren, dat bedrijven daarvan de voordelen voelen maar de werknemers niet? En zijn zij het met ons eens dat met de maatregel om het loon te verhogen werknemers wél direct een verschil voelen, en dat dit ook een directe stimulans is van de lokale economie? We horen graag een toelichting van de staatssecretaris en minister.

Onder andere het Centraal Planbureau stelt in zijn verantwoordingsdocument Centraal Economisch Plan 2024: "Er is een terugkeer naar gematigde economische groei." En raad eens? Dat komt door een verhoging van het besteedbaar inkomen, die leidt tot een hogere consumptie. Rinkelende kassa's vanwege hogere minimumlonen. De economie groeit, want mensen hebben meer te besteden. Laat ik dat, in tegenstelling tot de bewezen nonsens van trickle-down economics, "het bewezen effect van trickle-up economics" noemen. Wanneer je mensen meer geld geeft die nu eigenlijk te weinig geld hebben, gaan ze dat direct uitgeven in de economie. Is deze verhoging van 1,2% dan dé oplossing? Nee, want lonen en uitkeringen lopen al jaren achter. Mensen die van niet veel maar echt niet toereikend rond moeten komen, leveren jaar op jaar aan koopkracht in. We hebben namelijk als Nederland heel lang een beleid van loonmatiging gehad, omdat dat beter zou zijn voor de economie. En zeker, het was goed voor aandeelhouderswinsten en het was goed voor sprinkhaankapitalisten. Maar het was absoluut niet goed voor de koopkracht, en ook niet voor werkenden in ons land. Het was daarnaast ook niet goed voor de kassa's van de lokale ondernemers, want mensen hebben minder te besteden in de bedrijven van die lokale ondernemers. Deze kleine verhoging van het minimumloon is niet alleen één stapje op weg naar meer bestaanszekerheid, maar ook een stapje op weg naar het stimuleren van de economie. In de berekeningen die de FNV heeft gemaakt van de gevolgen voor de bedrijven in Nederland zie je dat als deze verhoging volledig zou worden betaald uit de winsten, dat 0,07% van de winsten zou kosten.

Er wordt hier veel over het mkb gesproken, maar ook daar worden gewoon winsten geboekt. Voor de grote bedrijven is het lager. Daar is het slechts 0,04% van de winst. Mevrouw Vos refereerde er zojuist al even aan. Er wordt een minimale bijdrage gevraagd om de lonen een minimaal stapje te verhogen. FNV heeft daarnaast cijfers gepubliceerd over hoezeer het minimumloon de afgelopen decennia is gedaald ten opzichte van het mediane loon. Een klein debat ging hier zojuist al over. Van 66% naar onder de 50%. Daar hebben niet alleen bedrijven van geprofiteerd, maar ook de overheid zelf, want de AOW en uitkeringen waren gekoppeld aan het minimumloon. Ook zij gingen er in koopkracht op achteruit. Niet alleen de SP en OPNL, maar heel veel andere partijen in Europa en de vakbeweging vinden dat ons minimumloon zou moeten aansluiten bij het mediane loon. Het middelste loon van de lonen die in Nederland worden betaald, zou moeten uitkomen op 60%. Dat zou een grotere stap zijn in de verhoging van het minimumloon, maar het zou ook betekenen dat als je werkt, je daar daadwerkelijk van kunt leven. En als je door omstandigheden niet kunt werken, krijg je een uitkering die in gelijke tred is meegestegen met het minimumloon. Als je op dit moment de AOW niet laat meestijgen, maak je het verschil tussen AOW en minimumloon nog groter en dat is precies wat niet werd beoogd toen beide aan elkaar werden gekoppeld. Lonen stijgen, de AOW-uitkeringen en uitkeringen stijgen, want ook zij die deze ontvangen moeten een leefbaar loon hebben.

Voorzitter. Afsluitend. Er ligt hier wat ons betreft een klein economisch stimuleringspakket voor, een voorstel voor trickle-up economics. Wij zouden kiezen voor een veel groter pakket met een enorme stimulans voor de lokale economie. We hopen dat deze kleine stap nu voldoende steun zal krijgen in de Eerste Kamer en een stapje zal zijn op weg naar die enorme stimulans voor de lokale economie.

Mevrouw Bakker-Klein i (CDA):

Ik vind het een heel mooi betoog dat mevrouw Van Aelst heeft gehouden. Ik heb een vraag over het besteedbaar inkomen, want we willen allemaal dat het besteedbaar inkomen hoger is en dat we van al die losse regelingen af komen. Wat betekent het voor de koopkracht als al die losse regelingen komen te vervallen? Zegt u dan dat het inkomen omhooggaat? Is het inkomen dan hoger dan het lage inkomen van nu inclusief al die individuele maatwerkregelingen of blijft dat gelijk? Hoe ziet u dat voor u?

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

Wat ons betreft worden inderdaad het minimumloon en de uitkeringen voldoende om van te leven. Alle potjes die we nu met elkaar neerzetten, zitten vol met bureaucratie en wantrouwen. De mensen moeten nu allerlei potjes langs, voor sportkleding, voor schoollunches, voor lunches thuis. Dit zijn allemaal lapmaatregelen om maar niet daadwerkelijk voor bestaanszekerheid te zorgen. Inderdaad is stap een zorgen dat loon en uitkeringen voldoende zijn om van te leven. Stap twee is dat we dan al die potjes en die bureaucratische regelingen niet langer nodig hebben. Dat is stap twee.

Mevrouw Bakker-Klein (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Aelst. Dan is het woord aan mevrouw Huizinga-Heringa namens de ChristenUnie.