Plenair Rietkerk bij voortzetting debat over Wonen en bouwen in Nederland



Verslag van de vergadering van 23 april 2024 (2023/2024 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Voorzitter. Allereerst vanuit de CDA-fractie felicitaties aan de heer De Vries. Ik wens hem geïnspireerde reflectie en wijsheid. Het CDA wil een perspectiefvolle agenda voor heel Nederland, op basis van gedeelde waarden en gedegen principes. Wij willen een fatsoenlijk land waarin we omzien naar elkaar en voor elkaar zorgen, waarin mensen zich thuis voelen, een thuis hebben en onderdeel zijn van een sterke gemeenschap en waarin respect en normen en waarden niet ouderwets zijn, maar gekoesterd worden. Nederland is een land van twee gezichten geworden. Er is ongelijkheid tussen mensen en tussen regio's. Die ongelijkheid is te groot geworden. Het is een land dat vooral goed is voor mensen die het al goed hebben. Via de agenda voor heel Nederland willen we de basis op orde brengen door bestaanszekerheid als uitgangspunt te nemen en te zorgen voor voldoende woningen voor een betaalbare prijs. Daarbij ligt overigens ook een opdracht voor onszelf. Wij mensen dienen zorg te dragen voor elkaar en onze omgeving.

In een fatsoenlijk land zijn er voldoende woningen voor onder andere het hardwerkende gezin, de startende jongere, de alleenstaande vader of moeder, onze ouderen en de nieuwkomers. Het CDA wil recht doen aan dorp en stad en aan iedere buurt en wijk. Dan worden de gemeenschappen gebouwd en kan er samen ingezet worden op leefbare straten en wijken. Onze idealen staan in een rijke christelijke traditie, waarin oude woorden en nieuwe oplossingen elkaar steeds weer vinden. Onze christendemocratische uitgangspunten zijn ook voor het woonbeleid even klassiek als actueel: gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en rentmeesterschap.

Gespreide verantwoordelijkheid. Er is geen wondermiddel dat de wooncrisis in één klap oplost. Bevolkingsgroei, migratie, toegenomen welvaart en individualisering van de samenleving hebben ieder een eigen aandeel geleverd. Er ligt een opgave voor vele jaren om de opgelopen achterstanden weg te werken. Het is geen opgave voor alleen de politiek of alleen de overheid, maar voor alle betrokken partijen in de samenleving, lokaal, provinciaal en nationaal, en voor de overheid, de markt en de samenleving. De gemeenschap staat daarbij wat ons betreft centraal. Daar leven de mensen samen, daar worden beslissingen genomen en daar liggen kansen.

Het denken over de woningmarkt daagt uit tot beheersing van bovenaf. Er zijn door een aantal partijen ook voorstellen gedaan voor van bovenaf. Dat is vanuit een soort sturende overheid, met een idee van een perfecte markt of het idee van de maakbare samenleving. Daarbij wordt gedacht vanuit belangenstrijd, systemen en rendementen. He CDA wil van de woningmarkt naar volkshuisvesting als pijler van een gemeenschappelijke leefwereld. In dit denken staat de samenleving voorop en zijn de overheid en de markt dienstbaar. Dat is dienstbaar aan maatschappelijke opgaves om te voorzien in voldoende betaalbare woonruimte. Wet- en regelgeving geven kaders, maar bepalen niet waar mensen willen wonen. Laat ruimte aan lokale initiatieven, coöperatieve oplossingen en nieuwe samenwerkingsvormen. Is er echter sprake van een provinciaal of nationaal belang, dan dienen de provincies c.q. het Rijk hun verantwoordelijkheid te nemen.

Voorzitter. Solidariteit. Onze visie op de volkshuisvesting start vanuit het denken over mensen die samenleven. Ik citeer de uitspraak van Kim Putters, wat al eerder gedaan is: "Regionale solidariteit is de grote opgave van de toekomst." Voorts willen we oog hebben voor diverse doelgroepen, zoals studenten, mantelzorgers, dak- en thuislozen — dat is via het prachtige concept Housing First — en ouderen. Er zijn nog meer doelgroepen. Het thuis vraagt solidariteit van eenieder, ook van ons. Ik kom daar straks op terug. Een huis is meer dan een stapel stenen en een dak boven je hoofd. Een huis is een thuis waar je je gekend weet en waar je je thuis voelt, alleen of met dierbaren om je heen.

In artikel 22 van de Grondwet — een aantal hebben dat al genoemd — staat: "Bevordering van voldoende woongelegenheid is een voorwerp van zorg der overheid." Dat staat ook in de brief van deze minister, vanuit het kabinet. Dat is een opgave. Het is een opgave, ook voor de overheid, om voor voldoende woningen te zorgen, in welke vorm dan ook. Het is een zaak van algemeen belang en van bestaanszekerheid, zoals ik net aangaf. Dat maakt de crisis op de woningmarkt meer dan een economische of een bestuurlijke crisis. Het is bovenal een sociale kwestie geworden. Het tekort aan voldoende woonruimte belemmert jongeren en starters in de ontwikkeling van hun leven. De strengere regels die de woningcorporaties opdragen om zich te beperken tot kwetsbare doelgroepen, weerspiegelen zeker in deze tijd een beperkte uitleg/opvatting van het begrip "sociaal". Het is een invulling van sociaal beleid die hulp aan zwakkeren verwart met de noodzakelijke sociale samenhang in de samenleving. Niet voor niets worstelen veel corporaties nu met buurten waar te veel mensen met een kwetsbare achtergrond wonen, die bij elkaar moeten worden gehuisvest. Als een veilig thuis ontbreekt, dan ontstaat er onzekerheid over je identiteit. Het niet kunnen vinden van een woning raakt vanzelfsprekend het leven van alledag. Jongeren en starters voelen de druk van de woningmarkt letterlijk, omdat ze worden geremd in hun leven zolang ze geen eigen plek vinden om te wonen, een gezin te starten of een volgende stap in hun loopbaan te zetten. De hoge prijzen, de lange wachtlijsten — ze zijn de grens voor sociale huurwoningen al gepasseerd — en de verhalen over een oververhitte woningmarkt beïnvloeden hun beeld van de toekomst en de keuzes die ze maken.

Rentmeesterschap. Een betaalbaar thuis is wat ons betreft een duurzaam thuis. Het is belangrijk dat mensen zonder spaargeld ook aan de slag kunnen. Daarom moeten corporatiewoningen met een slecht energielabel worden verbeterd. Daarbij moet er voorrang worden gegeven aan kwetsbare wijken, zodat de inwoners niet alles zelf hoeven uit te zoeken en zij eerder voordeel hebben van een lage energierekening. Gemeenten zijn aan zet om zich wijk na wijk ook met de isolatie en verduurzaming van particuliere woningen bezig te houden. Wat ons betreft komt er een programma met bijvoorbeeld de Vereniging Eigen Huis en wordt er een campagne opgezet voor het isoleren en verduurzamen van ook de particuliere woningen. Een duurzaam thuis betekent ook duurzaam bouwen en isoleren. Dat draagt bij aan een circulaire economie.

Ik zei het al eerder: woningbouw is een werk van de lange adem. Onze volkshuisvesting vraagt duurzame en robuuste investeringsbereidheid en rijksondersteuning, ook financieel, voor de bestaande gebouwde omgeving en voor de grotere en kleinere woonlocaties. In plaats daarvan is er door de afgelopen kabinetten-Rutte besloten om de regie op de volkshuisvesting los te laten en de bouw van woningen meer toe te vertrouwen aan de markt. Een aantal van u heeft het al over de verhuurderheffing gehad. Ik noem het de vermaledijde verhuurderheffing. Voor de verhuurderheffing hebben corporaties 30.000 tot 35.000 woningen kunnen bouwen, daarna nog maar 15.000. Dat betekent een halvering. Ten aanzien van de particuliere verhuur en de noodzakelijke duurzame financiële inzet houd ik mijn kruit droog tot de Wet betaalbare huur voorligt in deze Kamer. Dat is volgens mijn fractie de volgorde.

Voorzitter. In het vervolg van mijn bijdrage geef ik namens de CDA-fractie richting aan de volgende drie thema's: wonen en ruimte, wonen en woningcorporaties en wonen en regelzucht. Allereerst wonen en ruimte. Ons land is letterlijk groot geworden met polderen. Eerdere generaties hebben ons land van het Limburgse löss tot de Noord-Hollandse polders in cultuur gebracht. Iedere regio telt. Akkerbouw, veeteelt, natuur, bebouwing en infrastructuur, alles kreeg een plek. In grote delen van het land zitten de verschillende functies elkaar helaas steeds meer in de weg, in plaats van dat ze elkaar versterken, wat onze voorkeur zou hebben. Omdat de ruimte schaarser wordt in Nederland, wil het CDA meervoudig en meerlaags ruimtegebruik stimuleren. Daarnaast was het CDA de afgelopen periode de drijvende kracht achter het herstel van de volkshuisvesting als publieke taak. De minister voor Ruimte en Wonen is daarvoor nodig.

Wij geven de volgende richting aan. Ontwikkelingsgericht ruimtelijk beleid in een nieuwe Nota Ruime is nodig, waarbij het toekennen van functies plaatsvindt in afstemming met provincies, gemeenten, waterschappen en andere betrokkenen. Schaf de rode contour af waarbuiten niet gebouwd mag worden. Introduceer de blauwe contour voor water en de waterkwaliteit en de groene contour voor kwetsbare natuur en goede landbouwgrond. Daarbuiten kan gebouwd worden, tenzij. Dat geeft ontwikkeling, dat geeft leefbaarheid en dat geeft productietoename. Differentieer dit wel per regio. De rijksinzet is wat ons betreft gebiedsgericht. Dat is bouwen via de Ladder voor leefbaarheid meer dan de Ladder voor duurzame verstedelijking. Bouwen vraagt ruimte voor woonlocaties. In de omgevingsplannen van gemeenten, zo werd in een interruptie op de heer Kemperman al genoemd, mag er wat ons betreft 140% harde plancapaciteit worden opgenomen. Immers, iedere keer weer een bestemmingsplan in procedure, dat duurt maar en dat duurt maar. Zo'n harde plancapaciteit geeft stabiliteit in wat grootschalige woninglocaties in Oost-, Zuid- en Noord-Nederland. Voorkom daarmee te hoge grondprijzen en stimuleer een actiever grondbeleid bij gemeenten, provincies en Rijk.

Meervoudig ruimtegebruik. Anderen hebben het ook al genoemd: wonen boven winkels, het optoppen. In Gelderland zijn er daardoor 12.000 woonruimten bij gekomen. Als iedere provincie dat zou doen, zouden we stappen voorwaarts zetten. Denk in dit kader verder aan woningdeling, hospitaregelingen et cetera. Een minister voor Ruimte en Wonen blijft daarbij nodig. Die moet ook zo actief zijn als deze minister als het gaat om de vele regionale woondeals. Die zijn nodig. Chapeau. Maar initieer wat ons betreft iets meer — in Noord-, Oost- en Zuid- en West-Nederland — een soort woningberaden, te vergelijken met de veiligheidsberaden. En er is ook een meerjarige investeringsagenda volkshuisvesting, MIV, vergelijkbaar met het MIRT.

Het CDA begint bij de volkshuisvesting te denken vanuit de lokale gemeenschappen, zoals ik net al zei. Wat is er dan nodig om een gemeenschap te vormen? Naast woningen gaat het ook om bouwen en behoud van de voorzieningen, zoals door anderen ook is gezegd — en daarbij werd ook de heer De Beer geciteerd — net als om toegankelijk onderwijs, veiligheid en voorkomen dat mensen, jong of oud, weg moeten uit hun vertrouwde woonomgeving door het woningtekort. Je moet ook bij elkaar kunnen komen. Slechte verbindingen horen daar niet bij. Er ligt een grote opgave in de regio's en voor de Randstadverbindingen naar de regio's en vice versa.

Naast de regionale solidariteit door rijksinvesteringen vraagt het volkshuisvestingsbeleid ook om solidariteit met diverse doelgroepen. Het CDA vindt dat 50% van de nieuwbouwwoningen en de huurwoningen door gemeenten kan worden toegewezen aan eigen inwoners en mensen met een vitaal beroep, zoals verplegend personeel, politieagenten en onderwijzend personeel. Ik verwijs daarbij verder naar het debat over de Huisvestingswet. Wat ons betreft moeten gemeenten dan wel een actuele woonvisie hebben en ook een actuele gemeentelijke huisvestingsverordening, want daarmee kun je dat regelen.

Het CDA geeft de volgende richting aan: regionale solidariteit door rijksinvesteringen in wonen, infrastructuur en voorzieningen, door het opstellen van een meerjarig investeringsprogramma volkshuisvesting. Jongeren krijgen de mogelijkheid om te sparen voor hun thuis. Met banken worden afspraken gemaakt. En senioren met een lager inkomen mogen met ongeveer dezelfde huurprijs als ze nu betalen, doorstromen naar een nieuwe seniorenwoning; het voorbeeld dat de heer Janssen ook noemde. Zet in op ouderenhuisvesting, bijvoorbeeld door knarrenhofjes en bejaardentehuizen 2.0.

Dan kom ik bij wonen en woningcorporaties. De verantwoordelijkheid van de woningcorporaties is de afgelopen decennia teruggebracht en ingeperkt, waardoor zij een gebrekkige rol konden spelen. Het CDA vindt dat de woningcorporaties in de toekomst opnieuw een sleutelrol in het bouwen en wonen moeten krijgen. Nu bouwen ze daar waar winst wordt gemaakt. Het CDA wil van winst naar waarde en toe naar een maatschappelijk ondernemende rol voor de woningbouwcorporaties. De inzet van flexwoningen door corporaties loopt tegenwoordig vast vanwege voorwaarden van de overheid, via verplaatskosten en procedures.

De volgende richting geven wij aan: de maatschappelijke betekenis van wooncorporaties herwaarderen en versterken en de verhuurderheffing afschaffen. Corporatiehuurders investeren in woningbouwcorporaties door verkoop van woningen en in nieuwbouw via verduurzaming. Financier de verplaatskosten van flexwoningen door corporaties via het Rijk en versnel de procedure.

Voorzitter, tot slot. Wonen en regelgeving; van regelzucht naar burgerruimte. Het bouwen van een woning duurt gemiddeld in Nederland 10 tot 15 jaar. Dit moet en kan wat ons betreft veel korter duren. Dominante karaktertrekken zoals geloof in maakbaarheid van systemen en controledwang zijn in onze samenleving gewoonte geworden. Als er een balkon in Limburg neerstort, maken wij rijksregels, met protocollen en systemen om allerlei risico's uit te sluiten. Dat leidt ook tot een systeem van wantrouwen en schijnveiligheid.

Wij geven de volgende richting aan als het gaat om wonen en regels: geef de gemeenten planvrijheid voor kleine woningbouwprojecten; het belang van woningzoekenden mag zwaarder wegen dan het belang van de omgeving; de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen heroverwegen; voorkom stapeling van regelgeving met ongewenste uitvoeringseffecten. Bezwaar- en beroepsprocedures moeten wat ons betreft sterk worden ingekort. Minder juridische of beleidsambtenaren en daarvoor in de plaats uitvoeringsambtenaren die slimmer denken, onder het motto "samen slimmer". Bestuurlijke en ambtelijke professionaliteit is voor de uitvoeringskracht van groot belang. Hef bestuurlijke blokkades op bij provincies die dwarsliggen. Volgens mij hebben we een nieuwe werkelijkheid, waarbij ook BBB haar invloed op provinciaal niveau kan laten gelden.

Voorzitter. Ik heb namens de CDA-fractie drie thema's genoemd. Graag een reactie van de minister, maar wel door de Eerste Kamer-bril van uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en kwaliteit van wetgeving.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.