Verslag van de vergadering van 8 oktober 2024 (2024/2025 nr. 03)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.38 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter, dank voor de extra minuut. Ik dank de minister-president voor zijn antwoorden. Een speciaal woord van dank voor het antwoord op mijn vragen van drie maanden geleden over de staatsrechtelijke aspecten van de SGH-route van prinses Laurentien in verband met de toeslagenaffaire. Dat is een hyperzwaar politiek dossier waar het vorige kabinet op gevallen is.
Voorzitter. De erfenis van de aangenomen motie-Hoekstra in de Eerste Kamer is niet te benijden. Belastingplannen worden inmiddels steevast ingediend met grote onderdelen die er niet in thuishoren. Mijn fractie zal dit jaar dan ook tegen het Belastingplan stemmen. Ik hoop dat velen mij volgen. Het is nog nooit gebeurd in de Eerste Kamer, maar wie weet. Dan weet u dat alvast. Het is vanwege de vervuiling van wetgeving. Ik hoop dat een meerderheid in dit huis mijn voorbeeld wil volgen. Wie niet luisteren wil, moet voelen, zei mijn moeder vroeger. Dat begrepen wij thuis helemaal. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering aan het wetsvoorstel over het Belastingplan 2025 onder andere een separaat wetsvoorstel over "opheffen meerdere posten verlaagd btw-tarief" heeft gekoppeld, dat bovendien pas in 2026 ingaat;
constaterende dat het twee eigenstandige wetsvoorstellen betreft;
constaterende dat de Eerste Kamer hierdoor de mogelijkheid wordt ontnomen om een separaat politiek eindoordeel te vellen over beide eigenstandige wetsvoorstellen;
constaterende dat deze werkwijze in 2015, 2020 en 2022 nadrukkelijk is afgewezen door de Eerste Kamer, getuige de aangenomen moties-Hoekstra, -Van Rooijen en -Sent;
constaterende dat dit een onwenselijk precedent schept voor de toekomst;
verzoekt de regering zich in het vervolg te onthouden van een dergelijke koppeling,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Rooijen en Bovens.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter K (36600).
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Het woord is aan de heer Van der Goot namens OPNL.