Verslag van de vergadering van 12 november 2024 (2024/2025 nr. 07)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.43 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Dessing i (FVD):
Voorzitter. Minister. We spreken vandaag over de wijziging van de Meststoffenwet. Een ingrijpend pakket aan maatregelen dat onze boeren dwingt hun mestproductie fors in te krimpen. Het zou nodig zijn om de zogeheten "mestcrisis" in ons land het hoofd te bieden. De afgelopen jaren heeft de Nederlandse overheid onze boerenstand al structureel tot bittere wanhoop gedreven in het kader van de "stikstofcrisis". De veestapel moet krimpen, boerderijen worden uitgekocht, boerengezinnen leven al jaren in grote onzekerheid en nu is daar een nieuw zwaard van Damocles bijgekomen: de mestcrisis. In het woord crisis ligt de aanname besloten dat er sprake is van een noodsituatie, van een verstoring van het beleid die niet alleen onverwacht komt, maar ook onvermijdelijk is geweest. Zowel de stikstofcrisis als de mestcrisis zijn echter het directe gevolg van het beleid van onze eigen Nederlandse regering, en ook direct op te lossen door de coalitiepartijen PVV, BBB, VVD en NSC.
Voorzitter. Nederland is sinds 1991 gehouden aan de Europese Nitraatrichtlijn. Dat is een richtlijn die, om in de woorden van de Europese Commissie te spreken, tot doel heeft om de waterverontreiniging die wordt veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten, ofwel stikstof, uit agrarische bronnen te verminderen en verdere verontreiniging van dien aard te voorkomen. Zoals u weet is Forum voor Democratie fervent tegenstander van de Europese Unie, maar op zichzelf vinden we het waarborgen van waterkwaliteit uiteraard een goede zaak en een die zich in sommige situaties best kan lenen voor internationale afspraken. Tot dusver is er dus nog weinig aan de hand.
Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):
Hoe denkt Forum voor Democratie een vitale agrarische sector te houden zonder Europese Unie, daar het inkomen van de boeren grootschalig afhankelijk is van dezelfde Europese Unie?
De heer Dessing (FVD):
In mijn verhaal zal ik aantonen dat de Europese Unie de boeren op dit moment alleen maar tot last is. Zoals u weet, wil Forum voor Democratie dan ook uit de Europese Unie en dat zal de boerenstand alleen maar vergemakkelijken.
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
Ik ga dat met belangstelling aanhoren, zeker ook voor wat betreft de financiële onderbouwing.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Dessing (FVD):
We hebben hier geen financieel debat, maar een landbouw- en mestdebat. Dus we gaan straks even kijken wat we daarvan vinden.
Voorzitter. De Nitraatrichtlijn schrijft normen voor, maximale hoeveelheden stikstof die bij bemesting op landbouwgrond mogen worden uitgereden en Europese lidstaten moeten waarborgen dat ze zich aan die normen houden. Tenzij ze om een uitzondering vragen, dat wordt derogatie genoemd en wil niet meer zeggen dan een afwijking van de wet. Als een lidstaat daarvoor gegronde argumenten aandraagt, kan de Europese Commissie dat land toestaan meer mest uit te rijden dan de Nitraatrichtlijn voorschrijft. Zo heeft Nederland zeer vruchtbare grond, die meer mest kan opnemen dan landbouwgrond elders in Europa en dus heeft de EU ons sinds 2006 derogatie verleend. So far, so good. Tot het jaar 2022.
Op basis van cijfers die Nederland zelf in Brussel aanleverde, signaleerde de Europese Commissie een achteruitgang van onze grondwaterkwaliteit en besloot op basis van die cijfers dat Nederland de derogatie stapsgewijs zou verliezen. Per 1 januari 2026 moet ons land voldoen aan de standaardnorm en mogen boeren dus minder mest uitrijden dan in de jaren daarvoor. Het is een besluit met zeer grote gevolgen. Voormalig landbouwminister Adema presenteerde begin 2024 een plan om de productierechten van melkveehouders voor 30%, van varkenshouders voor 25% en van pluimveehouders voor 15% af te romen wanneer deze rechten worden overgedragen aan een andere boer. Hij stelde daarbovenop een nieuwe, brede beëindigingsregeling voor en kon ondanks deze maatregelen een generieke korting, waarmee de sector over hele sector heen productierechten verliest, niet uitsluiten.
Nog los van het feit dat Nederland als grootste nettobetaler de onderhandelingen met de Europese Commissie harder had kunnen spelen en gewoonweg had kunnen eisen dat de derogatie opnieuw zou worden verleend, is de belangrijkste vraag natuurlijk: gaat onze waterkwaliteit inderdaad achteruit? Zijn de cijfers die de aanleiding vormden voor deze verdere kaalslag van de landbouwsector überhaupt wel correct? Het antwoord op deze vraag vinden we in een publicatie van onderzoeksjournalist Geesje Rotgers. Zij vergeleek de grondwaterkwaliteit die Nederland over de periodes 2008 tot en met 2011 en 2012 tot en met 2015 aanleverde met 2016 tot en met 2019. Tussen 2008 en 2015 was de kwaliteit goed en uiterst stabiel: 88% van de meetpunten voldeed aan de norm en op 79% van de meetpunten was de kwaliteit zelfs zeer goed. Maar de meest recente cijfers laten een achteruitgang zien: nog maar 84% van de meetpunten voldoet aan de norm en op 73% van de meetpunten was de kwaliteit zeer goed. Onderzoeker Rotgers vroeg de EU om de correspondentie met Nederland over deze cijfers. En wat bleek? Nederland had in 2016 het watermeetnet gewijzigd, waarbij relatief veel meetpunten met een hoge nitraatconcentratie waren toegevoegd. Dit betekent dat gegevens uit eerdere verslagen niet vergelijkbaar zijn met de huidige gegevens, zo concludeerde onze eigen overheid. Sterker nog, als Nederland de meetpunten niet had gewijzigd was de norm op maar liefst 95% van de meetpunten gehaald. Een grote verbetering dus, mits je geen appels met peren vergelijkt.
Hetzelfde geldt voor het oppervlaktewater. Ook daar ligt een wijziging in het meetnet ten grondslag aan de plotselinge daling van de kwaliteit.
De mestcrisis is dus net als de stikstofcrisis een papieren crisis, aangeslingerd door richtlijnen uit Brussel, maar in beginsel veroorzaakt door onze eigen overheid. Kan de minister bevestigen dat de wijzigingen in het meetnet in de afgelopen jaren een verslechtering van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit suggereren die niet strookt met de realisatie? Zo ja, is zij het dan met Forum voor Democratie eens dat de beslissing om de derogatie af te schaffen dus op eigenlijke gronden is genomen? Graag een reactie.
Voorzitter. Wat moet het boeren hoop gegeven hebben dat met dit nieuwe kabinet een minister van BBB de scepter over het landbouwministerie zou zwaaien. Een minister van de partij die de aanpak van Adema met de grond gelijk zou gaan maken. De partij die eiste dat de minister lef zou tonen. Die van het terugbrengen van de derogatie haar topprioriteit zou maken. Die in april van dit jaar zelfs wilde weten "wat de kansen en gevolgen zijn als Adema de derogatiebeschikking zou opschorten en terug zou vallen op de voorwaarden van de vorige derogatiebeschikking uit 2022".
Voorzitter. Het was valse hoop. Wat moeten de boeren zich ongelofelijk bedrogen hebben gevoeld toen deze minister op 13 september aankondigde het beleid van Adema integraal te zullen gaan voortzetten. In plaats van lef te tonen, het terugkrijgen van de derogatie tot haar topprioriteit te maken of de derogatiebeschikking zelfs op te schorten zet deze BBB-minister de afroming en de brede beëindigingsregeling gewoon door. Ook zij kan niet uitsluiten dat er nog een generieke korting aan zal komen. Als deze minister de daad bij het woord had gevoegd, lef had getoond, wat haar voorganger volgens haar partij zo jammerlijk ontbeerde, dan was ze al op de eerste dag van haar ministerschap naar Brussel afgereisd om de afschaffing van de derogatie te laten terugdraaien. Als de Commissie dat had geweigerd, dan had ze die beslissing juridisch kunnen aanvechten. Ze had de EU met een boete kunnen laten komen, was vervolgens in hoger beroep gegaan en had zo jaren tijd kunnen rekken. Ondertussen had ze kunnen gaan lobbyen bij haar ambtgenoten in andere lidstaten om steun te vergaren voor haar strijd tegen de Brusselse bureaucratie.
Voorzitter. Met de wetswijziging die we vandaag bespreken, gooit de minister de handdoek in de ring. Ze accepteert de afschaffing van de derogatie als een voldongen feit en voert maatregelen in met onomkeerbare gevolgen. Een nieuwe opkoopregeling en een verdere krimp van de veestapel: het is hetzelfde beleid dat haar voorganger in gang zette en waarvan haar partij destijds zo gruwde. Oude wijn in nieuwe zakken dus. Ik kan het niet anders zeggen. Kiezersbedrog, en onderdeel van een verontrustende trend. Bij zowel het stikstof- als het mestprobleem begint het met een Europese richtlijn. De Nederlandse overheid kiest vervolgens zelf hoe ze de uitvoering van die richtlijn monitort. Daarbij is ze structureel veel te streng voor zichzelf, in het eerste geval via de stikstofnormen en in het tweede geval via het meetnet voor de waterkwaliteit. Onze stikstofnormen zijn niet representatief, maar wel heel strikt, met alle desastreuze gevolgen van dien. Onze waterkwaliteit lijkt enkel achteruit te gaan omdat we ons meetnet hebben uitgebreid. Het zijn twee papieren problemen, met beide als consequentie dat onze landbouwsector aan drastische maatregelen wordt onderworpen. Wat is toch de reden, zo vraag ik aan de minister, dat we onszelf keer op keer zo in de nesten werken, terwijl we het door onszelf gecreëerde probleem ook relatief simpel weer kunnen oplossen?
Voorzitter. Het moge duidelijk zijn. Wat Forum voor Democratie betreft zou Nederland nooit akkoord mogen gaan met strengere mestregels. Wij zouden de waterkwaliteitscijfers in Brussel laten corrigeren, zodat het duidelijk zou worden dat er geen enkele reden is om de derogatie niet langer te verlenen. Zou de Europese Commissie niet bijdraaien, dan zouden we als nettobetaler de druk opvoeren, desnoods via juridische procedures. Ondertussen zouden we in Nederland gewoon de oude mestproductieplafonds hanteren. We zouden dan ook geen kunstmest hoeven toe te voegen, die juist een bedreiging vormt voor de waterkwaliteit. Productierechten zouden niet hoeven te worden afgeroomd en een brede beëindigingsregeling noch een generieke korting zou nodig zijn. Einde papieren crisis!
Zo simpel zou het kunnen zijn, mits deze minister de regie neemt en de wil toont om de Nederlandse boeren daadwerkelijk te gaan helpen, de cockpit van haar ministerie in loopt en de controle over de stuurknuppel herpakt. Om de minister op weg te helpen, zal ik haar straks een exemplaar aanbieden van het boek Niemand in de Cockpit, geschreven door Thierry Baudet en Lidewij de Vos. In dit boek wordt precies uitgelegd hoe het stikstofprobleem door onze eigen overheid werd gecreëerd en hoe eenvoudig het kan worden opgelost. Hetzelfde is een-op-een toe te passen op het mestprobleem.
Voorzitter. Ik rond af. Ik doe een dringend verzoek op de minister: geef de agrarische sector weer lucht en ruimte om ons van voedsel te kunnen blijven voorzien. Forum voor Democratie is trots op onze boeren en zal er alles aan doen om hen de erkenning en de ruimte te geven die zij verdienen. Daar past deze wet absoluut niet bij.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dessing. Het overhandigen van zaken aan de minister kan niet tijdens de vergadering gebeuren; wel buiten de vergadering, maar niet tijdens de vergadering. Dat heeft te maken met het feit dat sinds 1848 de vergadering openbaar moet zijn en de mensen in het land dus moeten kunnen volgen wat hier over tafel gaat. Dus als het gaat om een Kamerstuk kan alles, maar daarbuiten niet. Dat staat ook in ons Reglement, artikel 59, lid 3. Ik geef u daar dus geen toestemming voor. Maar buiten de vergadering kan het wel.
Dan geef ik nu het woord aan de heer De Vries namens de SGP.