Plenair Kluit bij voortzetting behandeling Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie



Verslag van de vergadering van 12 november 2024 (2024/2025 nr. 07)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.34 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ik ben mijn papiertje vergeten.

De voorzitter:

Uw tijd loopt.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Dat is niet toevallig, want ik was in de eerste termijn een vraag vergeten. Ik ga die toch nog stellen. De minister gaat met haar beleid zwaar inzetten op het gebruik van eigen mest op eigen grond, ook via RENURE. Daarmee komt sterk de vraag om de hoek hoe de controle op de additieve stoffen verloopt. Ik heb daarover als lid vragen gesteld. De minister gaf aan dat er geen specifieke milieu- of voedselveiligheidseisen worden gesteld aan de additieven die boeren bijmengen aan drijfmest. Daarbij wordt wel uitgegaan van het voorzorgsprincipe in combinatie met administratieve controles. Maar op deze manier kunnen gipsplaten bijgemengd worden, om maar een voorbeeld te noemen, en bouwafval. Daar zitten soms ook pfas en andere giftige sulfaten op, die dan ook in akkers of in grondwater kunnen komen. Gelet op alles waar we over praten lijkt dat ons heel onwenselijk, zeker omdat de boer daar niks aan kan doen. Die kan daar niet op sturen. Ik wil aan de minister vragen of zij wil toezeggen om met de NVWA in gesprek te gaan om te komen tot fysieke controles, of misschien moet het op een andere manier, om de kwaliteit van die additieven te controleren zodat we voorkomen dat er gevaarlijke stoffen in het milieu komen. Dat was de vraag die ik had achtergelaten.

De minister heeft een heleboel dingen in gang gezet, maar u proeft wel een beetje aan het debat in deze Kamer dat wij heel veel twijfels hebben of al die plannen wel tot wasdom gaan komen en voldoende resultaat gaan boeken. Een van de voorbeelden is het volgende. We zitten hier en kunnen in de krant lezen dat op dit moment boeren die deelnemen aan vrijwillige uitkoopregelingen uitgekocht worden door slachtbedrijven die deze boerderijen nog in bedrijf willen houden. Nou, daar zit je dan. Het gevolg kan natuurlijk zijn dat deze bedrijven alsnog uitgekocht moeten worden, maar dat de prijs dan wel enorm gestegen is. Gaat de minister daar actie op ondernemen?

Dan een tweede vraag over de brede beëindigingsregeling. Als wij geen grond kunnen kopen vanwege de financiën — dat is dan misschien een gegeven — kunnen er dan in dat vrijwillige beëindigingspakket wellicht wel eisen gesteld worden aan het grondgebruik na de uitkoop door het Rijk?

De minister heeft gelukkig een grote liefde voor de jonge boeren, die wij ook voelen. Ze is met ze in gesprek. Dat is goed, maar wij zouden ook heel graag willen weten hoe de jonge boeren in het beleid passen, zeker op het moment dat er heel hard ingegrepen moet worden. Hoe kunnen duurzame boeren en jonge boeren daarin een beschermde positie krijgen? Ik wil de minister vragen om, als zij op een rijtje heeft wat er met de jonge boeren en de duurzame boeren gaat gebeuren, ons in het eerste kwartaal een brief te sturen over hoe de toekomst voor deze categorieën boeren er nu uitziet en hoe wij ze moeten beschermen op het moment dat het misgaat met de Nitraatrichtlijn of het achtste pakket of omdat wij niet voldoen aan de normen. Zoals ik bij bijna al mijn collega's hoorde, is deze Kamer zeer gemotiveerd om onze jonge boeren en onze duurzame boeren daar niet onder te laten lijden.

Dan heb ik nog één vraag, een praktische vraag. Ik heb net nog zitten googelen, maar ik heb het niet kunnen vinden. Als wij nou boetes krijgen, hoe hoog zijn die dan? Waar moeten we dan op rekenen? Kan de minister daar een soort zicht op geven?

Dan kom ik tot mijn afweging voor het wetsvoorstel. We hebben best wel wat kritische noten gekraakt over het wetsvoorstel. Wij denken dat een AMvB geen betrouwbaar instrument is om er wetgeving mee vorm te geven. De minister is heel optimistisch en zegt: ja, maar het is zo mooi als we via een AMvB de afromingsnormen kunnen bijstellen, bijvoorbeeld als we de doelen al gehaald hebben. Maar het is veel waarschijnlijker dat de doelen niet gehaald worden. Dan is een AMvB opeens een instrument geworden om heel hard in te grijpen. Dat vinden wij niet fijn voor onze agrarische sector. Maar goed, de minister wil dit proberen en heeft er vertrouwen in. Wij gaan haar niet tegenhouden, want 10% reductie is beter dan niets. Ik zal mijn fractie toch positief adviseren, maar daar stel ik wel nadrukkelijk het volgende verzoek tegenover. Wij willen graag weten hoe het met de jonge en duurzame boeren gaat als het misgaat. Kunnen we daar een brief over krijgen?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Dan is het woord aan de heer Holterhues namens de ChristenUnie en mede namens D66.