Plenair Van Rooijen bij voortzetting behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 19 november 2024 (2024/2025 nr. 08)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.09 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik feliciteer de nieuwe staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst en wens hem veel succes, ook vandaag bij zijn debuut in de Eerste Kamer.

Voorzitter. Velen kennen mij als de rekenrenteman. Ja, daar is ie weer. In die hoedanigheid wil ik eerst een emotie kwijt. Ik besef zeer wel dat rekensommen soms ongelofelijk lastig zijn. Eén plus één kunnen we allemaal optellen tot twee. Maar de wortel nemen uit een getal van zes cijfers vraagt meer aandacht. Als we blijven doorgaan met verkeerd geïnterpreteerde getallen, komen we nooit bij de juiste uitkomst. "Het verhaal lijkt logisch, dus de getallen zullen wel kloppen", klinkt het dan. Dit is exact wat er met de pensioenwetgeving aan het gebeuren is. Iedereen toetert elkaar na met verhalen vol positieve verwachtingen, terwijl heel veel actuarissen verbijsterd toekijken. Mijn emotie, mijn brandende zorg, meneer de minister, is dat wij maar doorgaan met nieuwe pensioenwetgeving, zonder serieus in te gaan op de klemmende waarschuwingen van betrokken deskundigen. Als niet te stoppen lemmingen zijn we dan op weg naar de afgrond, met als belangrijkste argument dat het proces van wetgeving nu wel lang genoeg heeft geduurd.

Met de Wet toekomst pensioenen komt er nog veel meer ellende, zoals de ruimte die werkgevers straks krijgen om door de pensioenpremies te verlagen hun personeel extra koopkracht te geven. Hun pensioen wordt dan echter wel veel lager. Het is een sigaar uit eigen doos dus. Ook de reeds gepensioneerden krijgen daardoor minder te verdelen, want er komt minder binnen. De verzekeringsmaatschappijen springen in dat gat en zien een gouden horizon om die mensen bij te verzekeren. Mooi, zegt VNO-NCW, de nieuwe Wtp moet dus hoe dan ook doorgaan. De Nederlandse pensioenfondsen hebben sinds 2015 gemiddeld 3% bruto rendement gemaakt per jaar, terwijl bijvoorbeeld Canadese pensioenfondsen daar bijna 8% tegenover hebben gesteld. Het rendement van onze pensioenfondsen heeft de inflatie verreweg niet kunnen bijhouden. De Nederlandse pensioenfondsen worstelen met het renterisico, maar het inflatierisico wordt over het hoofd gezien vanwege onze verdwaasde wet- en regelgeving. De Canadese fondsen zijn in staat om jaarlijks de inflatie te compenseren; hun beleggingsbeleid is daarop gericht.

Voorzitter. Nu Trump gekozen is, zal de worsteling met het renterisico alleen maar erger worden. Nu al voorspellen economische bureaus hogere inflatie en hogere rentes, zeker op de langere termijn. Per procent hogere rente gaan de Nederlandse pensioenfondsen zo'n 70 tot 80 miljard aan vermogen verliezen. 1% hogere rente en 70 tot 80 miljard nieuwe verliezen: dat is harde cash die weg is. We koersen dan af op negatieve rendementen.

Voorzitter. Waarom stel ik dit aan de orde in dit debat? In de afgelopen vier jaar hebben de pensioenfondsen op de renteafdekking 170 miljard verloren. Dat is harde cash die is verdampt. Daardoor hebben de pensioenfondsen in de laatste vier jaar 0% rendement gemaakt. Dat komt door die vreselijke renteafdekking van de risicovrije rente, die ik in 2019 in de Tweede Kamer al van tafel had willen vegen. De superkostbare en gecompliceerde afdoening van de toeslagenaffaire wordt straks overtroffen door een onderzoek achteraf naar de pensioenaffaire, maar dan is het kalf wel verdronken. Het is dan onherstelbaar. Als er nu niet wordt ingegrepen, zit straks ook deze regering excuses te stamelen naar een woedende samenleving van 10 miljoen pensioengerechtigden. Durft u dat echt aan, zo vraag ik de minister.

Voorzitter. De collega van de minister, de heer Van Hijum van Sociale Zaken, heeft op 12 november een acht pagina's tellende brief aan de Tweede Kamer geschreven in reactie op het juridisch advies van professor mr. Niek Peters waarom de Tweede Kamer had gevraagd. Deze acht pagina's laten zich samenvatten in de regels van een welbekend citaat, uitgesproken door premier Colijn in een radiotoespraak in 1936 in reactie op de toenemende oorlogsonrust. Ik citeer: "Daarom maan ik nog eens aan om zich niet te laten verontrusten. Het is beter dat men later getuigen moet dat de regering wel erg voorzichtig geweest is dan dat haar, met hoe geringe kans ook, later verweten zou kunnen worden dat zij gedut had in een tijd dat waakzaamheid verplicht was. Ik zoek den luisteraars dan ook wanneer zij straks hunne legersteden opzoeken even rustig te gaan slapen als zij dat andere nachten doen."

Voorzitter. Een paar jaar later was het oorlog. Wil deze regering werkelijk het lot tarten dat Hendrik Colijn blijvend zal achtervolgen? In de kern zijn er twee uiterst relevante juridische bezwaren tegen de nieuwe wet. Ten eerste de motivering om zo diep in te grijpen in de rechten van de mensen. Ons pensioensysteem zou niet meer bij de tijd zijn. Voor zover ons pensioensysteem werkelijk in de problemen is gekomen, ligt dat niet aan het stelsel, maar aan de door De Nederlandsche Bank opgelegde te krappe, verkeerde rekenrente. Graag een reactie.

Het tweede juridische bezwaar is de stapeling van ingrepen die stuk voor stuk misschien bespreekbaar hadden kunnen zijn, maar die allemaal bij elkaar buiten proportie zijn en de wetgeving kwetsbaar maken voor succesvolle juridische aanvechting achteraf. Dan is de schade inmiddels aangericht en niet meer te herstellen. De juridische risico's omtrent het invaren en de implementatie van de pensioenwet zijn enorm. Het eerdergenoemde advies van professor Peters waarschuwt voor de gevolgen van rechtsontneming van gepensioneerden, zeker als ook nog de dekkingsgraad tegenvalt en de eerste kortingen zichtbaar worden. Zijn advies heeft als strekking dat de regering bij vragen naar onrechtmatigheid en aansprakelijkheid bij de pensioenhervorming niet steeds kan uitgaan van het eigen gelijk, maar ook serieus rekening dient te houden met andere uitkomsten. Voorts wijst hij erop dat de wezenlijke inhoud van het individuele bezwaarrecht in verband met het invaren niet wordt geëerbiedigd. Als wordt geoordeeld dat het invaren in strijd is met het EVRM en/of het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, kan de Staat hiervoor aansprakelijk zijn. Heeft u dat gehoord, minister?

Professor Peters vraagt dringend aandacht voor de stapeling van kwetsbaarheden die tezamen het risico nog verder vergroten. Eenmaal ingevaren is er geen herstel meer mogelijk. Dan komen de claims en dan komt de aansprakelijkheid. Is de regering daar klaar voor? Zijn ook de werkgevers en de pensioenfondsen daar klaar voor, zo vraag ik.

Voorzitter. Het gespaarde pensioengeld is al van iemand, niet van de fondsen en zeker niet van de sociale partners. Het is van de pensioengerechtigden. Geen enkel land heeft bij veranderingen aan pensioenstelsels bestaande rechten aangetast. Stop dus het invaren. Waarom doen wij dat wel, zo vraag ik de minister. De zachte term "invaren" verbloemt de onteigening die op stapel staat.

Voorzitter. Ik vraag mij nog steeds elke dag af: wil dit kabinet werkelijk zijn voortbestaan riskeren met deze impopulaire hervorming? Kan dit kabinet straks verdedigen dat het blind was voor de risico's en doof voor alle waarschuwingen? Graag de visie van de minister hierop.

Voorzitter. De topdeskundigen van EIOPA, de Europese pensioentoezichthouder, hebben hier in dit huis bevestigd dat Nederlandse pensioenfondsen het grootste liquiditeitsrisico lopen door de extreem hoge renteafdekking. Is de minister bereid om het toezicht op ons pensioenstelsel weg te halen bij De Nederlandsche Bank en onder te brengen bij een op te richten nationale onafhankelijke pensioendeskundige autoriteit? Is het vertrek van Klaas Knot binnenkort daarvoor geen mooi moment? De Nederlandsche Bank is in Europa de enige monetaire autoriteit die toezicht houdt op de pensioenfondsen. Graag een uitvoerig antwoord van de minister.

Voorzitter. Een laatste opmerking over de Pensioenwet. Ik vraag het aan de minister, maar eigenlijk ook aan ons allemaal in de zaal. Waarom lag en ligt er zo'n ijzeren ring om deze wetgeving? Een knappe lobby, moet ik zeggen, maar waarom lopen er toch zovelen mee in de optocht in deze wet?

Voorzitter. Ik stap over op een urgent fiscaal onderwerp. Ons belastingsysteem kraakt in zijn voegen. Het is hoog tijd voor groot onderhoud. In het verleden zijn de beste hervormingsvoorstellen gedaan door deskundige commissies, een beetje op afstand van de politiek. Ik noem de adviescommissie-Oort en de adviescommissie-Stevens. Mijn fractie is voorstander van zo'n fundamentele aanpak met een adviescommissie. Is de minister dat ook?

Voorzitter. Mijn fractie staat positief tegenover het voornemen om te bezuinigen op de subsidies voor ngo's en actiegroepen.

De voorzitter:

Een punt van orde, meneer Van Rooijen, u hebt nog één minuut voor uw tweede termijn. Wenst u die nu te gebruiken of in de tweede termijn?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, voorzitter, ik rond af. Mijn fractie staat positief tegenover het voornemen om te bezuinigen op de subsidies voor ngo's en actiegroepen. Onze suggestie is om subsidies te beperken tot de ngo's en actiegroepen waarvoor geldt dat ten minste 50% van de inkomsten van hun leden komt. Wat vindt de minister van deze suggestie?

Voorzitter, dank u wel. Ik wacht de antwoorden van de bewindslieden af.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Meneer Hartog, gaat uw gang.

De heer Hartog i (Volt):

Ik wilde geen punt van orde maken omdat ik het onderwerp wat ver van de Miljoenennota vind staan. Ik begrijp de emotie van de heer Van Rooijen, dus ik heb daar geen probleem mee. Maar toch heb ik de indruk dat de vragen iets minder Miljoenennota-achtig zijn en iets meer pensioenstelselachtig. Zou het voor de heer Van Rooijen goed zijn — daarmee bespaar ik wat interrupties, denk ik — als voor het antwoord op een gedeelte van die vragen wordt verwezen naar een brief van de relevante minister, in plaats van de nu aanwezige bewindslieden die vragen te laten beantwoorden?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik herhaal nog een keer voor de collega dat ik dit onderwerp hier aan de orde stel omdat de laatste vier jaar door die stomme renteafdekking over die superstomme rekenrente 170 miljard verdampt is, waardoor de rendementen van de pensioenfondsen over de laatste vier jaar 0% zijn ...

De voorzitter:

Dat hebben wij net ook al gehoord.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

... en er niet geïndexeerd kan worden. Daarom stel ik dat hier aan de orde.

De voorzitter:

Heeft u een antwoord op uw vraag?

De heer Hartog (Volt):

Voorzitter, ik ga geen olie op het vuur gooien. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor dat we aan de minister overlaten of hij dit binnen zijn competentie vindt passen of niet.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dat lijkt me wel.

De voorzitter:

Dat is aan de minister.

Dan gaan we naar de heer Van der Goot namens OPNL.