Verslag van de vergadering van 26 november 2024 (2024/2025 nr. 09)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 15.13 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Ballekom i (VVD):
Voorzitter. Het is een gedenkwaardige dag voor de BBB-fractie, want collega Lievense mag zijn maidenspeech houden op het moment dat mevrouw de minister voor het eerst in haar nieuwe capaciteit als minister hier in deze Kamer mag optreden. Namens de VVD-fractie heet ik haar van harte welkom.
Voorzitter. Het zal een hele opluchting zijn voor de minister wanneer ik namens de fractie direct aan het begin van het debat kan meedelen dat we met het wetsvoorstel zoals dat nu voorligt naar alle waarschijnlijkheid weinig moeite hebben. Dat is toch een hele opluchting, want zeker als je voor de eerste keer in zo'n Kamer komt, weet je nooit wat je te wachten staat. Vandaar deze opmerking.
We hebben nog wel enkele vragen om zeker te stellen dat we het allemaal goed hebben begrepen en om er inzicht in te krijgen of het gaat werken. Het wetsvoorstel geeft de gemeenten de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de energietransitie door via een zogenaamde aanwijsbevoegdheid te bepalen welke wijken in een bepaalde gemeente op termijn van het aardgas af moeten. Het is volgens ons geen verplichting om van die bevoegdheid gebruik te maken, en die bevoegdheid mag alleen maar worden ingezet als de betaalbaarheid van de omschakeling is gegarandeerd. Klopt dit, zo vragen wij de minister. Daarnaast wordt zeker gesteld dat reeds gedane investeringen terugverdiend kunnen worden. Mocht dat niet het geval zijn, dan zullen de investeerders, waaronder ook particulieren kunnen vallen, worden gecompenseerd. Het enige waartoe de gemeenten verplicht zijn, is om voor 2036 duidelijkheid te verschaffen en aan te geven wat er met een wijk gaat gebeuren. Als de gemeente geen alternatief kan bieden, blijft het gebruik van aardgas in stand. Als de minister dit kan bevestigen, zijn er in de visie van de VVD voldoende zekerheden ingebouwd voor burgers en bedrijven, en is de kou grotendeels uit de lucht.
Minister, het is wel interessant om te weten hoe deze warmtenetten worden gerealiseerd. Hebben gemeenten voldoende expertise om die te realiseren? Daar is al eerder aandacht voor gevraagd. Vattenfall heeft onlangs aangekondigd dat het stopt met de aanleg omdat bepaald is dat tenminste 50% van de infrastructuur in overheidshanden moet blijven en omdat zijn invloed op de prijssetting gering is. Kortom, er is twijfel of de investeringen op den duur kunnen worden terugverdiend. Daar kan ik mij alles bij voorstellen, want de overheid is niet altijd de meest betrouwbare partner. Kan de minister aangeven of een dergelijke beperking in overeenstemming is met EU-regelgeving? Mocht dat zo zijn, is het dan wel verstandig om via dergelijke bepalingen de particuliere sector als investeerder te ontmoedigen, zeker gezien de omvang en de noodzaak van de investeringen? Daar heeft de heer Van Strien in een eerdere bijdrage al de nadruk op gelegd. Partners ontmoedigen als je van hen afhankelijk bent, is wellicht niet zo slim. Is het de minister wellicht bekend of er nog meer energiebedrijven zijn die het voorbeeld van Vattenfall gaan volgen? Naar mijn weten is er overigens nog geen enkel warmtenet tot stand gekomen en succesvol operatief geworden.
De ontmoediging die in de wet is neergelegd, is wellicht ook de achterliggende reden dat nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de WIS, de Warmtenetten Investeringssubsidie. Of zijn er misschien andere redenen waarom de subsidieaanvragen achterblijven, zo vraag ik de minister. De subsidie kan worden toegekend voor een deel van de investering dat zich niet direct gemakkelijk terugverdient. De regeling is opengesteld van juli tot 13 december dit jaar en er is voor een bedrag van nauwelijks 50 miljoen euro ingeschreven, terwijl er 400 miljoen beschikbaar is. Dat is natuurlijk een prachtige meevaller voor de minister van Financiën, maar er is dus kennelijk weinig belangstelling.
Zoals gezegd kan volgens mij de overheid zonder interesse van de particuliere sector weinig warmtenetten realiseren. Tegen deze achtergrond zou ik de minister willen vragen: worden de subsidievoorwaarden wellicht nog aangepast om dat te stimuleren waarvoor die WIS eigenlijk bedoeld is? Kortom, de nieuwsgierigheid van mijn fractie gaat meer uit naar de verwezenlijking van dergelijke netten dan naar de aanwijsbevoegdheid. We kijken uit de beantwoording door de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Ballekom. Dan is het woord aan de heer De Vries, namens de SGP.