Verslag van de vergadering van 9 december 2024 (2024/2025 nr. 11)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.00 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Je zou je kunnen afvragen wat eigenlijk het oordeel is van veel politici over de Eerste Kamer. Het antwoord zou kunnen zijn: dat is zo veranderlijk als het weer. Als het vanavond droog is, klagen we nergens over, maar als je in een striemende regenbui naar het station loopt, weet je meteen: in dit land regent het altijd. Onzin natuurlijk, maar zo gaat het ongeveer ook met politici die commentaar hebben op de Eerste Kamer. Dat is vooral als ze er last van hebben. Dan is het makkelijkste commentaar: de Eerste Kamer wordt steeds politieker. Onzin natuurlijk. Veel erger was het toen twee grote partijen in beide Kamers ruim voldoende steun hadden. Die konden er gewoon wetten doorheen halen. In de huidige constellatie wordt dat soort politiek doorbroken. De vraag is: wordt de Eerste Kamer daardoor politieker of juist niet? Mijn vaste overtuiging is dat de Eerste Kamer een dempende werking heeft op de politiek.
Vandaag, letterlijk vandaag, liggen de voorbeelden daarvan voor het oprapen. Kijk maar naar het Pakket Belastingplan dat vandaag voorligt. Op dat pakket is de dempende werking zichtbaar geworden doordat CDA, ChristenUnie en SGP de oorspronkelijke belastingwetten van het huidige kabinet hebben verbeterd door de btw-plannen te herschikken, door de mogelijkheden voor giftenaftrek weer terug te buigen en door de onevenredige aanpak van eenverdieners op termijn te verzachten. Voorzitter, ik zie nog niemand bij de interruptiemicrofoon, dus ik ga ervan uit dat iedereen in deze Kamer deze drie verbeteringen van het Belastingplan toejuicht.
Ik zei het al: een dempende werking. Is daarmee alle kou uit de lucht? Nee, zeker niet. Bij de aanpassing van de btw — het ging er net al even over — is er nog heel wat te verhapstukken. Het komende voorjaar zal er geschoven en gedeald moeten worden. Er zal ergens pijn gevoeld worden, dat kan niet anders, maar dan wel bij zaken die het kunnen hebben. Ik weet dat we daarop hier nu niet vooruit hoeven te lopen, maar mijn suggestie zou zijn om vooral te kijken naar btw op alle mogelijke zaken die met luxe te maken hebben of die de gezondheid van mensen schaden.
In dat verband zat ik even te kijken naar de kansspelbelasting. Jammer, geen btw, maar mocht er nog ergens een tekort aangevuld moeten worden, dan zou ik zeggen: voer gewoon het hoofdlijnenakkoord uit. Daarin staat dat in 2025 de kansspelbelasting zou stijgen van 30,5% naar 37,8%. In het voorliggende wetsvoorstel is echter gekozen voor een extra traptrede van 34,2% in 2025. Dat kost 100 miljoen. Waarom deze keuze, zo vraag ik aan de staatssecretaris. Zullen we dit soort belastingen niet nog verder optrekken? Want iedereen die maar enig zicht heeft op wat gokverslaving teweegbrengt, zal het hartelijk eens zijn met deze oproep. Kortom, u voelt denk ik al aan in welke hoek de SGP de dekking zou willen zoeken. Bij de luxegoederen en diensten en bij datgene dat materiële en immateriële schade aanbrengt in de levens van mensen.
Voorzitter. Ik gaf al aan dat de kou nog niet geheel uit de lucht is. Uiteraard kom ik vandaag nog terug op de eenverdieners. Datgene wat nu in de dempende werking op het Belastingplan zit, namelijk dat de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting ook voor werkende eenverdieners gaat gelden, is een eerste stapje voor die eenverdieners. Maar dat geldt pas voor 2028. Het is nog niet geheel zeker of het huidige kabinet er dan nog zit. Hoe dan ook, het gaat om de verre toekomst. Maar 2025 staat voor de deur. Laat ik nou eens een willekeurig voorbeeld gebruiken. Neem twee kleine twee-onder-eenkapwoningen. In de ene woont een eenverdienersgezin en in de andere een tweeverdienersgezin, allebei met twee kinderen. Bij het tweeverdienersgezin is de belastingdruk bij een inkomen van twee keer €20.000 slechts 1,9%. Van harte gegund. Bij de buren, de eenverdieners, is de belastingdruk 16,2%. Wat betekent dat nou concreet? Nou, die tweeverdieners betalen €764 per jaar. De eenverdieners betalen €6.489. Dat is bijna achtenhalf keer zo veel. Het eenverdienersgezin heeft qua koopkracht dus ongeveer €500 per maand minder te besteden. Dat is €125 per week. Dat zijn de grote boodschappen van die week. Dat is eigenlijk ongekend.
Voorzitter. De staatssecretaris heeft tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen al toegezegd dat bij een nieuw belastingstelsel de onevenredige behandeling van een- en tweeverdieners wordt weggehaald. Ik vraag hem of hij dat nogmaals kan bevestigen. Is het een optie om daarbij bijvoorbeeld uit te gaan van het gezamenlijke huishoudinkomen?
Voorzitter. Dan heb ik het nog niet gehad over een ander extreem probleem, namelijk dat van de marginale druk. Een aantal jaren geleden heb ik om overzichten gevraagd. Sindsdien zijn die keurig toegevoegd. Waardering daarvoor. Ik heb ze nog eens zitten bestuderen. Het is toch eigenlijk diep treurig dat de piek in de marginale druk in vrijwel alle gevallen ligt bij de mensen met een laag tot modaal inkomen. In alle staatjes die ons door het ministerie zijn aangereikt stijgt het verder boven ons hoogste belastingtarief uit. In schijf 3 betaal je 49,5%. Dat is veel, maar het zij zo. Over het extra verdiende geld, bijvoorbeeld door een loonsverhoging, betaalt een man of vrouw met een laag tot modaal inkomen belastingen die oplopen tot 70%, 80% of 90%. We zoeken al jaren naar oplossingen. Heeft de staatssecretaris daar nog nieuwe ideeën over? We hebben niet voor niks een nieuwe staatssecretaris. Kan een maximum voor de marginale druk bijvoorbeeld helpen om de marginale druk te verkleinen? Wat zou daarbij het effect zijn op de eenverdienersproblematiek? Bij de eenverdieners loopt de marginale druk immers het hoogst op, tot 94%. Als je dus op jaarbasis €1.000 meer gaat verdienen, hou je daar op jaarbasis zes tientjes van over.
Voorzitter. Er zijn nog twee wetten die mijn aandacht vragen. Ze gaan beide over armoede. Eerst de Belastingwet BES, waarin door het amendement-Grinwis een omissie terecht blijkt te zijn gekomen. Uit de schriftelijke beantwoording concludeert mijn fractie dat het probleem door middel van een novelle zal worden opgelost. Kan de staatssecretaris bevestigen dat die novelle op tijd komt voor behandeling in de Eerste Kamer, voor het kerstreces? Dat zou betekenen dat de novelle eigenlijk deze week nog naar de Eerste Kamer moet komen. Wat zijn de gevolgen als dit na het kerstreces zou moeten worden behandeld?
Voorzitter. Het is toch eigenlijk wel bijzonder. Naar aanleiding van schriftelijke vragen uit de Eerste Kamer wordt er gewerkt aan een novelle. Ik zie dat opnieuw als een voorbeeld van de dempende werking van de Eerste Kamer. Laten we gewoon met dat werk doorgaan, zeg ik tegen mijn collega's.
Het tweede punt op het terrein van armoede is het volgende. Het kabinet richt zich met de wet over de verhoging van het kindgebonden budget op het doel om de kinderarmoede niet te laten oplopen ten opzichte van 2024. Ik heb daarbij twee vragen. De eerste is of die ambitie niet te armoedig is. De tweede is of de staatssecretaris nog andere mogelijkheden ziet om de kinderarmoede op korte termijn niet te laten stagneren, maar te verlagen.
Voorzitter. Mijn Algemene Financiële Beschouwingen sloot ik af naar aanleiding van woorden uit de Bijbel: "Armoede of rijkdom geef mij niet." De conclusie daarbij was dat de rijke moet oppassen en dat de arme geholpen moet worden. In de Bijbel worden daar prachtige richtlijnen voor gegeven. Wat er van de fruitoogst van de bomen afviel, was bestemd voor arme mensen. De hoeken van een tarweveld mochten niet worden afgemaaid; die tarwe was bestemd voor de armen. Er mochten zelfs geen bedelaars in de stad zijn. Die Bijbelse noties mogen ons wel extra aansporen om het goede te zoeken, ook voor mensen met een smalle beurs.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. De heer Van Apeldoorn namens de SP.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Als het gaat om het helpen van de armen, of dat nu gebeurt op basis van Bijbelse noties of op andere grondslagen …
De heer Schalk (SGP):
Wel mooi hè.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ja, prachtig, zeg ik tegen de heer Schalk. Maar ik miste eigenlijk nog een toevoeging van de kant van de heer Schalk bij zijn vraag richting de staatssecretaris. Hij vroeg: is het niet armoedig om het niveau van kinderarmoede in stand te houden? Misschien zou de heer Schalk de staatssecretaris er ook op kunnen wijzen dat er een motie ligt van deze Kamer, breed aangenomen, waarin het kabinet expliciet wordt gevraagd om de kinderarmoede te doen dalen tijdens deze kabinetsperiode. Als die motie wordt uitgevoerd, komt het kabinet een heel eind in de richting van hetgeen de heer Schalk nu vraagt.
De heer Schalk (SGP):
Ik weet vrijwel zeker — eigenlijk helemaal zeker — dat ik die motie heb gesteund. Dat was een motie van de SP. Heel vaak is de SGP het niet eens met de SP, maar in dit geval wel. Mijn oproep is dan ook: ga er iets aan doen en laat dat desnoods al zien bij de Voorjaarsnota, maar zeker ook in het volgende Belastingplan. Ik denk dat het hier een beetje laat is.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Inderdaad, ook de heer Schalk had zijn handtekening onder die motie gezet, en met hem vele collega's hier in de zaal. Daarvoor veel dank. Ik hoop dat de staatssecretaris die motie serieus neemt en dat het kabinet voor de Voorjaarsnota komt met plannen om de kinderarmoede naar beneden te brengen.
De heer Schalk (SGP):
Ongetwijfeld gaat de heer Van Apeldoorn dat zo meteen in zijn eigen termijn ook nog een keertje roepen; dan hoort de staatssecretaris het twee keer.
De heer Hartog i (Volt):
Ik heb eigenlijk een vrij technische vraag aan de heer Schalk. Ik heb het even laten bezinken, maar ik denk dat het goed is dat we de btw-onderhandelingen nu in openheid voeren. De heer Schalk sprak over luxegoederen en diensten, maar hebben die niet meer te maken met de accijnzen? Hoe kan dat met de btw geregeld worden?
De heer Schalk (SGP):
Ik begrijp op zich de vraag van de heer Hartog. Maar zijn eerste opmerking is volgens mij ook heel belangrijk. Wij moeten hier vandaag die onderhandelingen niet openen. Als ik het goed begrijp — daarom heb ik alleen maar een suggestie gedaan, die trouwens buiten de btw ligt — komt er binnenkort een aanzet vanuit de staatssecretaris naar de Tweede Kamer. Ik denk dat er heel breed gekeken wordt naar alles wat er aan elementen in de btw zit. Je kunt daarbij een heleboel onderwerpen benoemen waarvan je zou kunnen zeggen dat het echt luxegoederen zijn. Dat zijn dan zaken die betaald kunnen worden door mensen die die goederen makkelijk kunnen betalen. Met alle respect, daar heb ik iets minder zorg over. Het kunnen ook goederen zijn waarvan we weten dat ze gewoon slecht zijn voor mensen. Die moet je dus gewoon durven aanpakken. Die goederen kunnen materieel of immaterieel ongezond zijn. Denk bijvoorbeeld aan verslavingen en dergelijke.
De heer Hartog (Volt):
Het was geen inhoudelijke vraag, maar meer een technische vraag. Heeft u het niet over accijnzen, terwijl de ruimte, als ik het goed begrijp, moet worden gezocht in de btw?
De heer Schalk (SGP):
Ik heb mijn vragen gesteld aan de staatssecretaris. Als datgene wat ik heb aangedragen alleen maar bij de accijnzen ligt en niet bij de btw, dan hoor ik dat heel erg graag. Maar ik hoop dat de staatssecretaris in ieder geval meeneemt dat het mij gaat om luxegoederen en de dingen die gewoon niet goed zijn voor de burgers van dit land.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan de heer Van Strien namens de PVV.