Verslag van de vergadering van 21 januari 2025 (2024/2025 nr. 15)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 18.17 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):
Dank, voorzitter. Mijn fractie stelde in de Tweede Kamer bijzonder veel kritische vragen over dit wetsvoorstel, over de haalbaarheid en de proportionaliteit. Wat ons betreft zijn die vragen voldoende beantwoord.
In de aanloop naar de bespreking van vandaag heb ik gesproken met een aantal mensen in de verslavingszorg. De heer Van Gurp refereerde ook al aan een aantal van hen. Zij hebben tegen mij hun zorg geuit over de enorme lobby die tot ons als senatoren is gekomen vanuit bijna criminele hoek, van handelaren en producenten in designerdrugs. Mijn mailbox — ik spreek voor mezelf — stroomde vol met identieke mails van anonieme mensen over deze wet. Ik zal zo over een enkel punt van die mails nog een vraag stellen. Het is een duidelijk centraal opgezette lobby van niet te herleiden e-mails. Ik persoonlijk vind dat best heel zorgwekkend en ook een poging tot beïnvloeding van ons, waarmee ik worstel. Als je bijvoorbeeld op een van die sites kijkt, zie je dat een van de mensen die die lobby opzetten, opschept: ik heb een luisterend oor gevonden bij senatoren.
De lobby heeft in ieder geval mijn fractie gesterkt in het standpunt dat deze wet nodig is om de toename van de verspreiding van deze drugs, de daarmee samenhangende verslavingen en de daarmee samenhangende zorgvraag, tegen te gaan. Want, voorzitter, er is in Nederland een enorme toename van vergiftigingen door designerdrugs. Dat kun je ook in diverse kranten lezen. Wij zijn benieuwd of de minister meer informatie over deze vergiftigingen kan geven, bijvoorbeeld aan de hand van cijfers van het vergiftigingscentrum. Designerdrug miauw is in rap tempo op de tweede plek gekomen van verslavingen van jongeren, tussen cannabis en alcohol in. Elke keer als criminelen een nieuwe drug ontwerpen, lopen wij als overheid achter de feiten aan. We mogen dan letterlijk en figuurlijk de troep opruimen, bijvoorbeeld door gezondheidsschade bij jongeren. Ondertussen lopen de betreffende criminelen natuurlijk binnen, want een verbod volgt pas veel later en criminelen vinden telkens wel weer een weg om de wet te omzeilen.
Voorzitter. U heeft de SP denk ik ook gehoord in de discussie over de nicotineproducten zonder tabak. Daarin hebben wij gepleit voor een totaalverbod, omdat de immorele markt telkens weer iets nieuws bedenkt, ten koste van de gezondheid van vaak heel jonge mensen. Eenzelfde pleidooi hield mijn fractie ten aanzien van pfas-stoffen. Daar weigerde de markt keer op keer een klein stukje om onder strenge regels uit te komen. Mijn fractie ziet een sterke parallel met dit wetsvoorstel. Bij dit wetsvoorstel gaan wij nu het voorzorgsprincipe inzetten, het "nee, tenzij". Doordat de markt telkens een klein stukje van een verboden stof aanpast, komt er een kat-en-muisspel tussen de markt en de overheid. De markt wijzigt een stof, de overheid verbiedt dan dat nieuwe specifieke stofje en de markt doet weer een kleine wijziging. Zo gaan we telkens met elkaar door. Dit is al een paar keer genoemd. Ook mijn Tweede Kamerfractie noemde het al. In alle eerlijkheid: dit gaat uiteindelijk ten koste van de gezondheid van onze inwoners, en dan vaak heel jonge inwoners.
Voorzitter. Ik noemde zojuist de lobby al eventjes. Mijn mailbox stroomde de afgelopen week vol met anonieme mails. Zoals gezegd: een vooropgezette lobby vanuit de designerdrugsindustrie. Ze kwamen van mensen die zeiden: ik maak me vreselijk zorgen dat beits en schimmelcrèmes niet meer verkocht kunnen worden door deze nieuwe wet. Ik heb begrepen dat hier vanuit diezelfde lobbyhoek inmiddels ook voor alle Kamerleden een pakket met dergelijke producten bezorgd is. Van mij gaat dat pakket in ieder geval retour afzender, want ik ben niet gediend van dergelijke lobby's. Mijn interpretatie van hetgeen hier vandaag voorligt, is dat er voor dergelijke producten gewoon een uitzondering kan komen. Ik hoor graag van de minister en de staatssecretaris of dat klopt. Klopt het voor al die producten die in de lobby genoemd zijn dat ze strakjes gewoon onder een positieve uitzondering kunnen worden gebracht? Wij zijn ook benieuwd of dit reeds in voorbereiding is. Of lopen we als we deze wet strakjes hebben aangenomen de andere kant op achter de feiten aan, omdat dan nog allerlei producten vrijgesteld moeten worden?
Voorzitter. Los van de zorgen die zijn genoemd, is een zorg bij een verbod dat gebruikers de illegaliteit in zullen gaan, met alle gevaren die daarbij komen kijken. Dat is zojuist ook genoemd door de heer Nicolaï. Ik zei net ook al in een interruptie dat dat voor ons een heel herkenbare discussie is. Die heeft ook plaatsgevonden rondom de gokwet. De argumentatie was dat gokken toch wel blijft als het illegaal is, maar dan op illegale sites. De goklobby stelde dat als gokken legaal zou worden, gokkers met legale reclames naar legale sites gelokt zouden worden, dat er vanzelfsprekend veel minder verslaving zou zijn en het veel beter gereguleerd zou kunnen worden. Maar wat is nu het resultaat van het legaliseren van het online gokken? Schreeuwerige gokreclames, volle verslavingsklinieken, en de gokindustrie die gewonnen heeft en die vanzelfsprekend dikke winst maakt over de rug van verslaafden. Ik vraag dan ook aan deze Kamer: hebben we een les geleerd uit het toen legaliseren van gokken? We hebben nu een kans om stoffen volledig uit de legale handel te halen, om duidelijk te maken dat ze schadelijk zijn.
Voorzitter. Het is aan ons als politiek om inwoners te beschermen, en niet om te luisteren naar lobbyisten van de designerdrugsindustrie. Op dit moment kun je die designerdrugs gewoon online kopen, met korting, spaarsystemen, gratis snuifbuisjes en pijpjes. Ze zijn te krijgen bij bierexpresswinkels. Binnen een paar uur heb je je volgende fix in huis en soms krijg je bij je bestelling zelfs een proefje van een andere drugsoort, gewoon om die eens te proberen. Dat moet kunnen, toch? Wat ons betreft is dat zeer onwenselijk.
Ondertussen klagen andere landen over de export van drugs vanuit Nederland. Want we zijn niet alleen een belastingparadijs, maar kennelijk ook dé plek voor designerdrugs. Waar we als klein land al niet groot in kunnen zijn. Andere landen verzoeken ons om de instroom naar hen tegen te houden. Hoe gaat deze wet kwetsbare mensen beschermen? Ik hoor van mensen in de verslavingszorg dat vele gebruikers zeggen: het is toch legaal, dan is het toch niet schadelijk? Doordat het legaal is, wordt het genormaliseerd. Jongeren zijn eerder geneigd deze drugs te proberen dan illegale drugs. De verkrijgbaarheid wordt met deze wet aan banden gelegd en wij lopen als wetgever niet doorlopend achter de feiten aan, omdat er weer één molecuul is aangepast, waarna ons verbod weer omzeild wordt.
De heer Nicolaï i (PvdD):
Ik hoor de geachte collega vertellen dat er heel veel gevaren verbonden zijn aan die middelen en dat ze dat ook heeft gehoord. Maar wordt er nou eigenlijk gezegd dat de antwoorden van de minister op de schriftelijke vragen ondeugdelijk zijn? Ik heb uitdrukkelijk gevraagd over die 40 middelen welke er verslavend zijn en welke een gevaar voor de volksgezondheid vormen. Vervolgens werden 3 van de 40 middelen genoemd, waarvan iets is vastgesteld. Van de rest dus niet. Over welke gegevens beschikt mevrouw Van Aelst, waaruit blijkt dat het anders is?
Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):
Ik heb dit uiteraard zojuist ook in het betoog van de heer Nicolaï gehoord. Ik gaf net al aan dat miauw op de tweede plaats staat bij verslavingen onder jongeren, tussen alcohol en cannabis in. Ik heb aan de minister gevraagd of hij het een en ander kan vertellen over die vergiftigingen. Vergiftiging is niet hetzelfde als verslaving. Volgens mij was het BBB die zojuist zei dat je wellicht niet verslaafd bent, maar dat het je gezondheid niet ten goede is gekomen dat je de stof hebt geslikt. We hebben een aantal verschillende aspecten genoemd. Mogelijk is een deel van deze drugs niet verslavend, maar wel ontzettend schadelijk. Het is niet hetzelfde, maar voor ons is het wel beide een reden om ze te willen verbieden. Overigens, als de heer Nicolaï vragen heeft over de deugdelijkheid van de antwoorden van de minister, vrees ik dat de minister die moet beantwoorden.
De heer Nicolaï (PvdD):
Nou, mijn vraag was aan mijn collega, want zij zegt iets anders dan wat de minister heeft geantwoord. Daarom vroeg ik of de antwoorden van de minister dan niet kloppen. Ik ga ervan uit dat de antwoorden van de minister kloppen. Ik ga ervan uit dat als er echt verslavende effecten zijn, mij dat dan gemeld wordt. Maar dat is niet gemeld. Als het gaat om de CBS-cijfers en dat soort dingen: het gebruik staat op de tweede plaats, maar er staat niet bij dat dit allemaal voorkomt uit een lichamelijke verslaving. Dat is vervolgens ook nog het punt: als het gebruik op de tweede plaats staat, dan hebben jongeren kennelijk behoefte aan het gebruik. Wordt dat dan afgeremd met dit voorstel? Kijkt u eens naar wat de deskundigen zeggen over xtc. Xtc is op een gegeven moment verboden. Is het gebruik verminderd? Nee.
De voorzitter:
Mevrouw Van Aelst.
De heer Nicolaï (PvdD):
Als u nu eens probeert om goed te lezen wat de deskundigen zeggen ...
De voorzitter:
Mevrouw Van Aelst. Nee, ik ga nu mevrouw Van Aelst het woord geven. Uw vraag is helder.
De heer Nicolaï (PvdD):
… komt u dan tot de conclusie dat er iets heel gevaarlijks gebeurt?
Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):
Voorzitter, dank u wel. Op zich is het interessant om nogmaals het betoog van de heer Nicolaï te horen, maar ik vrees dat ik nog steeds niet overtuigd ben. De top drie die ik zojuist noemde, gaat over verslavingen bij jongeren: cannabis, miauw, alcohol. Dat gaat niet over gebruik, maar over verslavingen. Ik heb net een aantal vragen aan de minister en de staatssecretaris gesteld. Ik wacht die antwoorden eventjes af. De heer Nicolaï refereert aan de experts die zijn gehoord, alsof dat de enige experts zijn en zij de enige waarheid hebben verkondigd. Na gesprekken met andere experts ben ik daar zeer zeker niet van overtuigd en denk ik dat ze wellicht een zeer eenzijdig beeld hebben geschetst.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):
Dank, voorzitter. Ik was al bijna aan het einde. Het doel van deze wet zou enerzijds moeten zijn om de productie en handel aan banden te leggen, maar wat de SP betreft ook zeer zeker een inzet op preventie. Wij zijn heel benieuwd of het kabinet dat ook van plan is. Dus enerzijds ervoor zorgen dat de verkrijgbaarheid minder wordt, omdat het niet meer mag, maar anderzijds voorlichting en preventie bij degenen die de middelen mogelijk gaan gebruiken. Wij zijn ervan overtuigd dat het van belang is om deze wet hand in hand te laten gaan met een goede preventie, om de productie en verkoop aan te pakken, gebruikers te helpen van hun verslaving af te komen, potentiële gebruikers hiervan te weerhouden en de schadelijke effecten op jongeren daarmee tegen te gaan. Wij zijn heel benieuwd hoe we de mensen die wél reeds deze middelen gebruiken gaan helpen daarvan af te komen, ook indachtig wat ik heb gehoord van verslavingsdeskundigen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Aelst. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kaljouw namens de VVD.