Verslag van de vergadering van 28 januari 2025 (2024/2025 nr. 16)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 19.05 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Rietkerk i (CDA):
Dank, voorzitter. Allereerst dank ik de minister voor de antwoorden die hij heeft gegeven aan de Eerste Kamer. Ik kom overigens aan het eind terug op de vraag van de CDA-fractie, omdat ik daar niet tevreden over ben. Deze minister zegt dat de Unie van Waterschappen aangeeft dat dit wetsvoorstel goed uitvoerbaar is, met een knipoog naar de PVV-fractie. Ik geloof deze minister dat het goed uitvoerbaar is. De minister zei dat de uitvoeringslasten niet of nauwelijks toenemen. Kan hij bevestigen dat de uitvoeringslasten niet toenemen? Graag een klip-en-klaar antwoord, in lijn met de vraag van de woordvoerder van de VVD-fractie.
Dan de gebiedskenmerken. Hoe verhouden de gebiedskenmerken die ook genoemd zijn in artikel 3.1.5, zich tot het omgevingsplan van de provincie? Want in artikel 3.1.5 van de toelichting wordt gesproken over de relatie inzet peilbeheer, afval stromend water, veel of weinig agrarisch natuurbeheer, beschikbaarheid van de bergingscapaciteit en de aanvoer van zoet water. Dat zijn ruimtelijke vragen. Ik vraag hoe dan de afstemming met de provincie is.
Tot slot de vraag die ik in de eerste termijn stelde. Ik zal hem wat toelichten. Het gaat om de interne verevening bij de waterschappen. Het gaat dus niet om de 50% vrije ruimte bij gebiedskenmerken, via AMvB te regelen. Op dit moment is het zo dat het heffen van belasting, of het belastbaar zijn van bijvoorbeeld een eigen rioolzuiveringsinstallatie, inkomsten genereert en dat een waterschap dat geld graag zou investeren in watergerelateerde zaken. Dat zijn dus zaken die met het watersysteem te maken hebben. Mijn vraag aan de minister is de volgende. Is die verevening nu juridisch toegestaan? Als dat niet zo is, kan de minister daar dan zo spoedig mogelijk een actie op zetten, zodat dit in het vervolg wel zo is? Daar zou ik graag een toezegging op willen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Rietkerk. Dan is het woord aan de heer De Vries namens de SGP.