Verslag van de vergadering van 28 januari 2025 (2024/2025 nr. 16)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 19.08 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Van Langen-Visbeek i (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Bedankt voor het plezierige debat en de beantwoording van onze vragen. We zijn blij met de toezegging van de monitoring en evaluatie en we zijn ook blij dat de resultaten gedeeld gaan worden met beide Kamers en dat de minister dat vaker gaat doen. Ook zijn wij verheugd om aan onze achterban te kunnen melden dat de waterschappen de mogelijkheid krijgen om voor percelen met agrarisch natuurbeheer en blijvend grasland ook een natuurtarief vast te stellen. Deze percelen dragen immers bij aan verschillende overheidsdoelen, onder andere op het gebied van klimaat en biodiversiteit. Agrariërs zijn ook de hoeders van ons landschap.
Een spreekwoord zegt: ze dempen de put als het kalf verdronken is. Zo is het nu in feite ook met de verplichte tariefdifferentiatie. De minister zegt dat deze discussie niet speelt in de Tweede Kamer en dat hij het wel prima vindt zo. Tegelijkertijd gaan we volgens de minister van een 8,5 naar een 9. Daar wordt het systeem veel ingewikkelder van en duurder voor een kleine groep boeren en bedrijven. Onze fractie heeft nagedacht over wat er wel kan. We willen een motie indienen om de invoering van de verplichte tariefdifferentiatie uit te stellen tot na de evaluatie. 80% van de waterschappen is enthousiast, de rest wordt niet op kosten gejaagd en kan later invoeren. Dit voorkomt ook een onbetrouwbare overheid als de wet gaat leiden tot een hausse aan rechtszaken en de overheid toch moet besluiten om de wet, al dan niet gedeeltelijk, terug te draaien. Dat de infrastructuur nu wordt berekend over de hectares ongebouwd leidt tot een veel groter agrarisch tarief. Ook daar hebben wij twijfels over de beantwoording. Wij verwachten dat dit bij de monitoring wel naar voren zal komen.
De minister is een optimistisch man. Ik hoop dat hij gelijk krijgt en dat we met de nieuwe heffing van een 8,5 naar een 9 gaan, dat de tarieven niet zullen stijgen en ook de lasten voor de waterschappen hooguit 1% omhooggaan. Mijn politieke mentor zei echter altijd: laat het betere niet de vijand zijn van het goede.
Dank u wel. En dan dien ik nu de motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat waterschappen democratisch gekozen organen zijn;
constaterende dat het schrappen van de kan-bepaling betekent dat de vrijheid van de waterschappen om al dan niet een verschil in tarief in te voeren tussen woningen en niet-woningen verdwijnt;
overwegende dat de overheid door het schrappen van de kan-bepaling de gebiedsgerichte aanpak verlaat, waarmee de bestaande grote verschillen tussen gebieden geen recht wordt gedaan;
overwegende dat dit grote gevolgen kan hebben in gebieden met weinig boeren en bedrijven;
verzoekt de regering de invoering van de verplichte tariefdifferentiatie uit te stellen tot na de evaluatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Langen-Visbeek en Jaspers.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter G (36412).
Dank u wel, mevrouw Van Langen. Dan is het woord aan de heer Hartog namens Volt.