Verslag van de vergadering van 11 februari 2025 (2024/2025 nr. 18)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 13.52 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Ik dank de minister-president voor zijn uitvoerige beantwoording. We weten nu weer waar we met elkaar aan toe zijn wat betreft de aangelegenheden van het Koninklijk Huis. De premier is in verhouding tot de Staten-Generaal altijd het eerste in beeld als het gaat om alle aangelegenheden waarbij het belang van de Koning of van zijn Huis aan de orde is. Daarnaast kunnen eventueel qua verantwoordelijkheid een of meer overige bewindslieden in beeld komen in verhouding tot de Staten-Generaal. Maar die verantwoordelijkheid is dan afgeleid van de aangelegenheid zelf, voor zover deze valt binnen de competentie van de betreffende bewindspersoon of -personen.
Dat is overigens geen vrijblijvende uitleg van deze materie door de zittende minister-president of één of meer Kamerleden. Het was en is voor alle betrokkenen de regel zoals die geldt voor de Koning, voor zijn Huis en voor alle Hoge Colleges van Staat. Om vrijblijvendheid in deze dan wel improviserende interpretatie in de sfeer van het moment te voorkomen, verdient het de voorkeur om het vast te leggen. Graag nodig ik de premier dan ook uit om met een voorstel te komen. In zijn antwoord heeft hij aangegeven dat hij mijn voorstellen bij zijn verdere reflectie wil betrekken. Daar ben ik hem zeer erkentelijk voor. Ik begrijp ook dat hij de route van een eventuele vastlegging in een wet niet de aangewezen route vindt. Ik kan me daar iets bij voorstellen, maar kan hij wel toezeggen dat de reflectie die hij de Tweede Kamer en nu ook de Eerste Kamer heeft beloofd, tot duidelijkheid leidt en kan hij dit ook de Eerste Kamer dan te zijner tijd in een brief doen toekomen?
Ten slotte dank ik de minister-president nogmaals voor zijn antwoorden. Ik stel zijn aanwezigheid bij de bespreking van dit uitermate belangrijke onderwerp buitengewoon op prijs.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister-president, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister-president.