Verslag van de vergadering van 18 februari 2025 (2024/2025 nr. 19)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 17.26 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Rietkerk i (CDA):
Dank u wel, voorzitter. De CDA-fractie maakt zich grote zorgen over de voortgang van de noodzakelijke activiteiten voor het verduurzamen en gezond maken van de landbouw en de natuur. In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering zijn duidelijke doelstellingen vastgelegd voor de jaren 2025, 2030 en 2035. Uit diverse onderzoeken blijkt dat deze doelstellingen met het huidige beleid niet gehaald worden. Dat is ook de reden waarom de rechter het kabinet heeft aangespoord om extra maatregelen te nemen.
Voorzitter. De uitdagingen voor de agrarische sector waren al groot en worden steeds groter. De resultaten blijven tot nog toe achter bij de doelstellingen. Intussen blijkt dat de natuur er nog slechter aan toe is dan werd geconstateerd ten tijde van het vaststellen van de doelen. Toch heeft de regering besloten het Transitiefonds landelijk gebied en natuur en het bijbehorende bedrag van 24 miljard af te schaffen. Ook zijn alle plannen in het kader van het NPLG gestopt. Veel regionale bestuurders hebben keihard gewerkt om samen met landbouworganisaties, de agrarische sector, natuurorganisaties en vele anderen te komen tot plannen voor een betere natuur en duurzame landbouw. Wij horen van gedeputeerden en Statenleden uit alle regio's, van CDA-huize en inmiddels ook van andere politieke partijen, dat de irritatie en teleurstelling nog steeds groot zijn. Dat is terecht. Er begon juist vertrouwen in elkaar en energie te ontstaan. Last but not least is er nog de uitspraak van de Raad van State inzake het intern salderen met een terugwerkende kracht van vijf jaar. Graag een reflectie van de minister.
Voorzitter. Ons land dreigt volledig op slot te gaan. De verlaging van de stikstofuitstoot is dringend noodzakelijk. Alleen dan kan er weer worden gebouwd, kan infrastructuur worden aangelegd om de netcongestie aan te pakken en kunnen fabrieken weer werk maken van de noodzakelijke duurzaamheidsmaatregelen. In dat opzicht zouden we willen pleiten voor een wettelijke basis om wél te kunnen investeren, met zo weinig mogelijk stikstofgebruik in de bouwfase, zodat we niet alleen de letter, maar juist ook de bedoeling van de wet voor ogen houden. De kost gaat immers voor de baat uit. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. De CDA-fractie constateert dat veel boeren, natuurbeschermers, regionale en lokale bestuurders, maar ook de bouw, de energieleveranciers, de industrie en veel betrokken burgers, er weinig meer van begrijpen en verward zijn over hun toekomst. Zij vragen zich af: hoe betrouwbaar is de overheid eigenlijk? Doet elke regio er nog wel toe bij deze regering? Welke keuzes moet ik maken als ik een bedrijf heb en toekomstbestendig wil blijven? Is er voor mij als jonge boer nog een kans om met inzet van innovatie en moderne bedrijfsvoering een bedrijf te starten?
Hoe realistisch is het nieuwe plan van de minister om de stikstofdrempelwaarde te verhogen? Laten we wel zijn, wij zouden deze mogelijkheid zeker omarmen. We hebben daar de afgelopen jaren niet voor niets een pleidooi voor gehouden. We hebben hierover bovendien recent nog schriftelijke vragen gesteld. De minister antwoordde op 31 januari jongstleden nog dat daar over anderhalf jaar helderheid over is. Gezien de recente uitlatingen van de minister, vragen wij de minister of deze termijn nog steeds correct is.
Dat neemt niet weg dat de uitdagingen om de doelstellingen te realiseren, blijven bestaan. De PAS-melders wachten sinds 2019 al op legalisatie en in 2027 is de deadline voor de Kaderrichtlijn Water. Eind dit jaar moet 40% van de kwetsbare natuur een gezond stikstofniveau hebben, en in 2030 50%.
Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):
Ik moest aan collega's uitleggen hoe het werkte. Ik heb toen maar de analogie van de emmer genomen. We hebben een emmer die vol zit met mest. De vraag van de drempelwaarde is: hoe groot is de druppel die er nog bij kan? Maar elke druppel die we erin doen, leidt tot een overstroming en dan moeten we dweilen. Mest dweilen is niet het allerleukste om te doen. Mijn vraag is de volgende. Het CDA is ook voor een drempelwaarde. Wat zou u nou doen om die emmer leger te krijgen?
De heer Rietkerk (CDA):
Alle maatregelen in het NPLG, met 24 miljard, zijn erop gericht om stikstof in algemene zin naar beneden te brengen. Daar is de CDA-fractie voor. Echter, we zitten nu helemaal op slot. Dat betekent dat we vastlopen op 0,005. Daar vragen wij een uitzondering op bij bijvoorbeeld de bouw van duurzame installaties. Wij zijn dus op zich niet tegen een verhoging van die drempelwaarde.
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
Wat zou u er om te beginnen tegenover zetten? Voor zover ik me kan herinneren bent u ook voor de groei van Schiphol en de groei van de economie. U was geen voorstander van het gedwongen uitkopen van boeren. Waar zit dan de oplossing voor het CDA?
De heer Rietkerk (CDA):
De oplossing voor het CDA zit 'm in dat robuuste meerjarenprogramma met structurele maatregelen en incidentele financiering, de 24 miljard, om daarmee de doelen te gaan halen. Als we in 2023 en 2024 die maatregelen hadden uitgewerkt in de samenleving — alle regio's hadden die plannen - dan waren we veel verder geweest dan nu, met een streep door dat hele transitiefonds van 24 miljard.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Kluit.
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
Nog één vraag. Niemand is tegen een drempelwaarde, al kun je nog discussiëren over hoe die zich verhoudt tot doelsturing, als er een goed programma tegenover staat. Maar het probleem is natuurlijk dat er nooit een goed programma tegenover is komen te staan. Volgens mij moeten we de vrijblijvendheid eraf halen. Want als we niet helder maken hoe we het gaan doen en wat er wat ons betreft wel bespreekbaar is, dan blijven we terugkeren. We hebben op dit moment ... 50% van de boerenbedrijven heeft intern gesaldeerd en weet niet waar ze aan toe zijn met hun vergunning. Ook in deze Kamer blijven we er veel te vrijblijvend over praten. Het NPLG is er niet meer. Dus als u zegt dat u voor een drempelwaarde bent, dan moet u ook nu, zonder NPLG, aangeven wat er dan concreet moet gebeuren.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Rietkerk.
De heer Rietkerk (CDA):
De CDA-fractie heeft volgens mij aangegeven wat zij wil. Iedereen zal wat moeten minderen. Die stikstofuitstoot moet wat naar beneden. Een drempelwaarde is een ander vraagstuk. We hebben daar eerder vragen over gesteld. Wetenschappers van TNO zeggen ook: daar kun je wellicht iets bij doen. Wij zeggen tegen het kabinet: "Kom eens met duidelijkheid daarover. Moeten we daar nog anderhalf jaar op wachten of kunnen we morgen of overmorgen een aantal zaken oppakken?" Zo staan wij erin. Als het gaat om leesbaarheid en sociaal-economische impulsen via het Programma Landelijk Gebied ... Die heb je ook nodig om uiteindelijk de natuur te herstellen en een duurzame landbouw te organiseren. Dat zit allemaal in dat programma, dat helaas geschrapt is.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Rietkerk (CDA):
Voorzitter. Gelet op mijn betoog verbaast het de CDA-fractie wat er in de huidige begroting van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur staat. Het aantal noodzakelijke activiteiten om de doelstellingen te halen is eerder hoger dan lager geworden. Wij hebben niet voor niets vorige week een motie ingediend om 5 miljard uit het Klimaatfonds te bestemmen voor de agrarische sector. Voor ons is de vraag dan ook: is deze begroting daadwerkelijk effectief? Staan de doelstellingen en de begrote activiteiten en de financiële middelen wel in relatie tot elkaar? Is hier wel sprake van een correcte proportionaliteit? Zorgt de combinatie van een miljardenbezuiniging en het vastlopen van de systemen niet voor een onuitvoerbare opgave? Anders gezegd: kan de minister, gegeven de huidige situatie, in relatie tot het vele werk dat gedaan moet worden om de doelstellingen te realiseren, aangeven hoe zij dit met deze bescheiden en vrij beleidsarme begroting gaat realiseren?
Wij kijken uit naar de beantwoording van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Rietkerk. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP, maar niet dan nadat ... Meneer Oplaat, u bent niet de woordvoerder. Dat is uw collega die naast u zit. Als u het kort houdt, geef ik u de gelegenheid om een vraag te stellen, maar dat is niet gebruikelijk.
De heer Oplaat i (BBB):
Volgens mij wil ik gebruikmaken van de mogelijkheid om een interruptie te plaatsen.
De voorzitter:
Dat recht heeft u niet. Ik heb het recht om u dat te geven en daar maak ik nu gebruik van.
De heer Oplaat (BBB):
Daar ben ik u bijzonder erkentelijk voor. Ik had nog even een vraag aan de heer Rietkerk. Er wordt zo makkelijk gepraat over het NPLG en zo. Maar weet u nog hoeveel de provincies vroegen?
De heer Rietkerk (CDA):
Zeker. De provincies hebben meer dan 50 miljard gevraagd. Echter, er was 24 miljard. De provincies vroegen het voor tien jaar. Die 24 miljard was voor vijf tot zes jaar. Vervolgens kun je in ieder geval veel forser starten dan nu.
De heer Oplaat (BBB):
De tweede vraag is als volgt. In de discussie werd nog wel het een en ander over de drempelwaarde en weet ik wat door elkaar gehaald. Het gaat over een ondergrens van 1 mol. En het gaat over een kritische depositiewaarde van boven de 1 mol, afhankelijk van het natuurdoeltype. Dat werd wat door elkaar gehaald en op zich is dat jammer. Mijn vraag is: heeft u vertrouwen in de brief die naar de Tweede Kamer is gestuurd? Morgen is daar pas het debat over. Kunnen mensen, zowel de in bouw en de evenementen als in de landbouw, hiermee geholpen worden?
De heer Rietkerk (CDA):
Ik wacht eerst het antwoord van de minister op onze schriftelijke vragen af, want het gaf me geen vertrouwen. Dat zou namelijk nog anderhalf tot twee jaar duren. Het moet naar de Raad van State en naar de Raad voor de rechtspraak. Dat is veel ingewikkelder. Dus ik wil eerst de minister gelegenheid geven om uit te leggen wat zij beoogd heeft met bepaalde interviews en stellingnames. Dan kom ik er in de tweede termijn zeker op terug.
De voorzitter:
Mevrouw Visseren namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):
Dank, voorzitter. Ik heb een punt van orde. De heer Oplaat lijkt hardleers te zijn. We hebben hier vorig jaar uitvoerig gesproken over de integriteitscode en over de rol van de heer Oplaat tijdens landbouwdebatten. De heer Oplaat heeft belangen in de landbouwsector. We hebben het er hier uitvoerig over gehad dat er schijn van belangenverstrengeling is als de heer Oplaat hier het woord voert op het landbouwdossier. Dus ik maak daar bezwaar tegen.
De voorzitter:
Waarvan akte. Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.