Plenair Rietkerk bij behandeling Begrotingen Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Diergezondheidsfonds 2025



Verslag van de vergadering van 18 februari 2025 (2024/2025 nr. 19)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.53 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank ik minister Wiersma voor haar antwoorden. De begroting voor 2025 is inderdaad relatief beleidsarm. Dat is niet toevallig, maar dat komt doordat er in 2025 amper extra budget bij gekomen is. Op dit moment kan er naar ons idee niet echt iets substantieels in gang gezet worden. De minister gaf op een vraag van de heer Oplaat al het antwoord dat de koploperprojecten nog van Rutte IV zijn. Gelukkig zijn die miljoenen er. Dat gaat gewoon door. De doelen staan volgens dit kabinet. En daar zit nu net het probleem. Er is 24 miljard wegbezuinigd. In 2026 komt er pas geld voor de landbouw, 5 miljard. Er wordt pas vanaf 2026 500 miljoen structureel geïnvesteerd.

We hebben het nu over de begroting voor 2025. Voor 2025 heeft het kabinet een eerste deadline voor stikstofdoelen. In februari 2025 zouden de PAS-melders gelegaliseerd moeten zijn. In 2027 is de deadline voor de Kaderrichtlijn Water. In 2030 is de tweede deadline voor de stikstofdoelen. Dat zijn de doelen. Deze deadlines zijn onhaalbaar als we de eerste twee jaar gaan zitten duimendraaien omdat het kabinet voor 2025 geen fors extra budget voor landbouw, natuurherstel en leefbaarheid wil vrijmaken. Met deze begroting maakt het kabinet de taakstelling die toch aan de agrarische sector wordt opgelegd via de te halen doelen, bijna onuitvoerbaar.

Voor doelrealisatie was er 2,5 miljard per jaar, in totaal 24 miljard voor tien jaar. Nu is er voor één jaar 40 miljoen extra. Hoe bereikt deze minister met fors veel minder geld in 2025 de doelstellingen voor 2025, 2027, 2030 en 2035? Ik vraag het nu voor de derde keer namens de CDA-fractie. Voor onze fractie is het antwoord op deze vraag echt nodig om een oordeel over deze begroting te kunnen geven.

De minister gaf ook aan: "Ik krijg ook maar een financieel kader toegewezen waarbinnen ik moet werken." Er is hier een motie aangenomen, en wellicht straks ook in de Tweede Kamer. Gaat de minister zich bij de Voorjaarsnota nu hard inzetten voor extra middelen voor de landbouw, nu de doelen gewoon niet te realiseren zijn met dit kleine beetje extra geld voor 2025, of niet?

Tot slot, voorzitter. Ons beeld is als volgt. Er is een streep gezet door de gedragen meerjarenplannen van de regio's en door de 24 miljard, 2,5 miljard per jaar. Er komt wel 40 miljoen in 2025 voor terug, niet voor landbouw, natuurherstel en leefbaarheid, maar voor andere zaken. Er zijn geen alternatieve plannen voor 2025. Er is geen juridische zekerheid in 2025. Er is geen borging en geen geld voor leefbaarheidsplannen voor de regio's. Klopt dit beeld, vraag ik de minister.

Tot slot. Het debat over de begrotingsmiddelen gerelateerd aan de doelen voor 2025 tot nu toe heeft onze fractie nog niet overtuigd. De antwoorden uit de tweede termijn neem ik mee naar ons fractieberaad.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.